OWG 3.1 Bevruchting
Probleemstelling: Hoe verloopt de bevruchting en embryonale ontwikkeling tot 8 weken
zwangerschap?
Leerdoelen:
1. Hoe verloopt de oögenese en spermatogense?
2. Hoe verloopt de bevruchting? (gastrulatie en neurulatie)
3. Hoe verloopt de innesteling en hoe ontwikkelt het embryo verder?
4. Hoe ontstaat een gemelli zwangerschap?
5. Wat zijn neurale buisdefecten en hoe ontstaan deze?
6. Wat gebeurd er tijdens een miskraam en wat merkt een vrouw hiervan?
,1. Hoe verloopt de oögense en spermatogenese?
Oögenese
Tijdens de 3e tot 5e foetale week verplaatsen de embryonale kiemcellen vanuit de wand van de
dooierzak naar de plaats waar de ovaria tot ontwikkeling komen. Deze ± 2000 oögoniën
vermenigvuldigen zich in de ovaria door mitose. Na de 5e tot 6e maand is het aantal gegroeid tot 6 à
7 miljoen. Ze zijn dan de profase van de 1e meiotische deling binnen gegaan en ze zijn overgegaan in
primaire oöcyten. De cellen delen zich niet meer en het aantal neemt door apoptose af naar 1 à 2
miljoen bij de geboorte. Alleen door granulosacellen omgeven oöcyten overleven (primaire follikels).
Na de geboorte neemt het aantal oöcyten af tot ± 400.000 bij de pubertijd. Hiervan zullen er 300-
400 bij ovulaties worden afgegeven. Bij de menopauze zijn er nog maar enkele oöcyten over.
Het meiotische proces strekt zich dus uit over vele jaren. Het wordt tijdens de foetale periode
onderbroken en daarna blijven de cellen in de profasen van de 1e meiotische deling tot kort voor de
de ovulatie. Rondom de ovulatie wordt de meiose afgerond.
De meiose van oöcyten verloopt anders dan de meiose van spermatogenese, omdat van de
resulterende dochtercellen slechts 1 als vruchtbare eicel wordt afgeleverd. 1 dochtercel krijgt een
grote hoeveelheid cytoplasma mee en vormt het secundaire oöcyt. De veel kleinere andere
dochtercel (1e poollichaampje) heeft veel minder cytoplasma. Deze is ook niet levensvatbaar. De
secundaire oöcyt verkeert na de ovulatie in de metafase van de 2e meiotische deling. Deze wordt
pas na de bevruchting voltooid en hierbij ontstaat naast het ovum het 2e poollichaampje. Er wordt
gedacht dat de OMI (Oocyte maturation inhibitor, door granulosacellen gevormde remmende
factor.) als remmende factor het meiotische proces regelt.
, Spermatogenese
De productie van spermatozoa vindt plaats in de testes die in het
scrotum liggen. Kort voor de geboorte verplaatsen de testes zich
vanuit de buikholte via het lieskanaal naar het scrotum. Het uitblijven
van deze afdaling veroorzaakt infertiliteit.
In de tubuli seminiferi worden zaadcellen geproduceerd, vervolgens
gaan de zaadcellen naar de rete testis. Vanuit de rete testis komen
de terecht in de kop van de epididymis waarna ze naar de staart van
de epididymis gaan. Hier kan het sperma een lange tijd bewaard
worden totdat tijdens een ejaculatie de uitdrijving plaatsvindt.
De tubuli seminiferi zijn omgeven door een basale membraan. De naar de tubuli seminiferi
toegekeerde zijde van het basale membraan is bekleed met kiemepitheel met daartussen sertoli-
cellen. Deze cellen zijn door middel van tight junctions met elkaar verbonden. De tight junctions
verdelen de intercellulaire ruimte in een basaal en adluminaal compartiment. Deze vertonen een
zeer beperkte uitwisseling van vloeistof en macromoleculen (bloedtestisbarrière).
Tussen de sertoli-cellen liggen de spermatogonia, die zich voortdurend vermeerderen en door
mitotische delingen de primaire spermatocyten leveren. Deze spermatocyten verplaatsen zich
tussen de sertoli-cellen door de tight junctions heen van het basale naar het adluminale
compartiment. Hier ondergaan ze een meiotische deling en gaan ze over in secundaire
spermatocyten. De secundaire spermatocyten gaan over in spermatiden, die weer verder rijpen tot
spermatozoa. De spermatogenese duurt ± 74 dagen. In de spermiogenese ontwikkelen de cellen tot
volwassen zaadcellen met een kop en een staart. De kop bevat het chromosomale materiaal en
heeft aan de voorzijde het acrosoom. Het acrosoom is een lysoomachtig organel dat rijk is aan
enzymen die het binnendringen van de eicel mogelijk maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marlyhanraets. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R126,21. You're not tied to anything after your purchase.