Samenvatting Fiscaliteit 1:
Deel I: Basisbeginselen:
Hoofdstuk 1 – 3:
1. Wat zijn belastingen?
- Financieel doel
- Dwingend karakter (belastingen zijn door de overheid opgelegd)
2. Wie mag belastingen heffen?
- Belgische staatsstructuur:
o Federaal (= belasting voor elke Belg hetzelfde, ongeacht de woonplaats (vb.
pensioensparen, btw, vennootschapsbelasting)
o Lokaal (provincie/gemeente (= bedrag is verschillend van gemeente))
o Regionaal (= gewesten) (vb. dienstencheques (in elk gewest is er een aparte
wetgeving), onroerende voorheffing (= wanneer je eigenaar bent van een goed
(magazijn, bosgrond, huis, …))
o Publiekrechtelijke instellingen
o Supranationaal (Europese overheid (vb. de btw tarieven zijn voor elk land hetzelfde))
3. Indeling van de belastingen:
Directe belastingen Indirecte belastingen
-Een belasting die rechtstreeks op uw -Nav een gebeurtenis of handeling
inkomen wordt geïnd (ook wel (onrechtstreeks op het inkomen wordt
inkomstenbelasting genoemd) geïnd)
-Aanslagbiljet -Per transactie
Vb. Vb.
-Personenbelasting (vanaf 25% op het -Btw (dat betaal je alleen als je een bepaald
inkomen) product koopt, maakt niet uit hoeveel je
-Vennootschapsbelasting (20% - 25% op het verdiend. Iedereen betaalt hetzelfde voor
inkomen) dat product)
-Douane rechten
-Registratierechten (= als je een bestaande
woning koopt)
Deel II: Personenbelasting:
Hoofdstuk 4:
1. Belastingplichtige PB:
- Ieder natuurlijk persoon die rijksinwoner (= waar je ingeschreven zijt in de
bevolkingsregister domicilie) is:
Iedereen die een inkomen verdiend (dus ook minderjarigen worden belast namelijk op
hun vakantiewerk en ook op onderhoudsgelden)
o Fiscale woonplaats (= dit is de plaats waar uw sociaal en professioneel leven
doorgaat, meestal uw domicilie in België)
(vb. een gezin met kinderen die woonden in Brussel. Ouders werkten rond
Brussel en kinderen gingen rond school in Brussel. Deze familie wou minder
betalen en daarom hadden ze hun domicilie vaststellen in Knokke, want hier is de
gemeente belasting 0%. Dit heeft de fiscus niet aanvaard want uw professioneel
en sociaal leven speelt zich af in Brussel, daarom heeft de fiscus gezegd dat uw
fiscale woonplaats in Brussel is.)
o Of, zetel van fortuin in België
1
, - Bepaald op 01/01/aanslagjaar
o Één referentietijdstip, dus per BP slechts 1 fiscale woonplaats pet jaar nodig
- Fiscale woonplaats bepaalt ook bevoegde gewest (kijken welk fiscaal voordeel je hebt)
2. Gevolgen BP in PB?
- Invullen van aangifteformulier
o Papieren versie (zie blackboard)
o Of elektronisch (taks on web)
- Onderdelen aangifteformulier:
o Deel 1:
Vak II – persoonlijke informatie
Wettelijke samenwoonden op de gemeente laten registreren dat je bij
iemand samenwoont voor de fiscus ben je dan gehuwd
Feitelijke samenwoonden we wonen samen en onze domicilie is op
dezelfde plaatst maar zijn dit niet gaan laten aanpassen bij de gemeente
Vak III – inkomsten van onroerende goederen (vb. als je als minderjarige een
stuk grond krijgt dan moeten je ouders deze meenemen in hun aangifte)
Vak IV – Wedden, lonen, werkloosheidsuitkering, wettelijke uitkeringen, …
(Door het jaar betaal je al bedrijfsvoorheffing op je brutoloon, dit is een
voorschot op je PB, deze mag je dus inhouden als je aangifte wordt ingevuld
(dit is door de fiscus al zelf ingevuld)
Vak V - pensioenen
Vak VI - ontvangen onderhoudsuitkeringen
Vak VII – inkomsten van kapitalen en roerende goederen (vb. ontvangen van
dividenden)
Vak VIII – aftrekbare vorige verliezen en bestedingen (onderhoudsgelden
uitkeren (mag in vermindering worden gebracht)
Vak IX – intresten (leningen voor de woning)
Vak X – belastingvermindering (sommige zijn gewestelijk en andere zijn
federaal (vb. pensioensparen))
Vak XI – /
Vak XII – voorafbetalingen (voor zelfstandigen vooraf belastingen betalen
dit moeten de zelfstandige zelf invoeren)
Vak XIII – /
o Deel 2: voor de zelfstandigen
3. Soorten belastbare inkomsten:
- Onroerende inkomsten (vb. Verhuur kot, grond, …) (-OI)
- Roerende inkomsten (vb. intresten op een spaarboekje, verhuur meubels in een kot) (-RI)
- Beroepsinkomsten (-BI)
- Diverse inkomsten (-DI in deel 2 van de aangifte)
(inkomsten die de fiscus wil belasten (vb. onderhoudsgelden die we ontvangen
(minderjarige die onderhoudsgelden ontvangen moet dit doorgeven maar dit wordt
meestal niet belast omdat je onder de belastingvrije som zit))
De winst die je maakt door de verkoop is van je huis daar wordt je niet op belast omdat
je eigen woning is want dit is de eigen woning van het gezin.
Vb. ik verkoop mijn appartement aan zee binnen de 5 dagen en heb hier een goede
meerwaarde aan gekregen hierop wordt ik wel belast (belastingen op diverse inkomen)
omdat dit niet de eigen woning is.
- Inkomsten van 2023 worden belast in aanslagjaar 2024
o Dus in 2023 al voorheffingen (= voorschot op uw PB)
OI – Onroerende voorheffing (als je eigenaar bent van een onroerend goed
moet je deze voorheffing betalen. In de PB moet je onroerende goederen
aangeven en wordt je hierop nog eens belast (vb. gronden, appartement aan
2
, zee, …). Onroerende voorheffing mag niet in vermindering worden gebracht in
de PB. Je wordt dus 2x belast voor hetzelfde)
RI – Roerende voorheffing (bevrijdend) (als je van een roerende voorheffingen
geniet. Als je deze al betaald hebt dan ben je bevrijd om aangifte te doen op
de PB (dus als de voorheffing betaald is dan moet je deze niet meer aangeven
in de PB)
BI – Bedrijfsvoorheffing (is ingehouden op uw loon, deze mag je afhouden van
je PB omdat je al een voorschot betaald hebt
4. Gemeenschappelijke of individuele aangifte:
- Individuele aangifte en dus alleen belast:
o Individuele aanslag
o Wie niet gehuwd of niet wettelijk samenwoont (worden beschouwd als alleenstaand)
o Één aangifteformulier per individu, slechts één kolom in te vullen (= linker kolom)
o Vak II (aanvinken in vak II dat je ongehuwd bent)
- Gemeenschappelijke aangifte en dus gemeenschappelijk belast:
o Op basis van decumul (= de inkomsten van beide partners apart bekeken):
Afwijking = het huwelijksquotiënt (30%) het beroepsinkomen wordt de ene
partner worden naar de andere partner overgeheveld.
Vb. als de vrouw dit jaar maar 3 maanden heeft gewerkt/ of geen
beroepsinkomen dan kan de man een deel van zijn geld overbrengen
naar zijn vrouw dit zorgt ervoor dat de man minder belasting moet
betalen. Als de vrouw dan onder de belastingvrijesom zit dan moet ze hier
geen belastingen op betalen fiscaal voordeel
o Gehuwden of wettelijk samenwonenden
o Één aangifteformulier twee kolommen oudste persoon linker kolom, jongste
persoon rechter kolom)
o Één aanslag in naam van beiden, maar aparte berekening (= decumul)
- Bijzondere gevallen:
o Het jaar van wettelijke samenwoning, dan wordt je nog beschouwd als alleenstaand
Vb. ik ga morgen naar de bevolkingsregister om wettelijke samenwoning. Dan ga
je voor 2023 door de fiscus nog beschouwd worden als alleenstaand. Dan ga je
ook niet kunnen genieten van het huwelijksquotiënt. In 2024 wordt je wel
beschouwd als wettelijke samenwonende
Vb. In 2023 stopt de wettelijke samenwoning voor 27/09 waren we wel nog
samenwonend/gehuwd. Het jaar van stopzetting mag je al onmiddellijk 2 aparte
aangiftes indienen. Dat wil dus ook zeggen geen huwelijksquotiënt meer.
Vb. Je bent gehuwd en het botert niet meer en ik vertrek vandaag naar Antwerpen
en ik ga me daar morgen inschrijven op de belastingregister. Dan wordt er over
gesproken over een feitelijke scheiding uit de feite blijkt dat ze niet meer
samenwonen. In het jaar van feitelijke scheiding wordt je nog altijd beschouwd als
gehuwd
Vb. als je wettelijk samenwoont en ik vertrek vandaag naar Antwerpen. Als de
wettelijke samenwoning stopt en dit is aangegeven dan zijn 2 aparte
aanslagbrieven
Vb. stel je bent gehuwd en gaat uit elkaar maar het wordt een vechtscheiding.
Zolang je niet uit het echt gescheiden bent dan blijf ja aansprakelijk voor de
belasting(schulden) van je partner
Vb. wat doen we nu als 1 van de partners komt te overlijden. In het jaar van het
overlijden doen ze de aangifte apart. Hoe gaat die overledene nog belast worden?
Je moet 2 aparte aangifte invullen, maar je kan deze aangifte nog samen laten
belasten zodat je nog het voordeel hebt van het huwelijksquotiënt.
6. Bereken van de aanslagbasis en PB:
- Het uitgebreide opcentiemenmodel:
o 3 belastende overheden:
De federale overheid - Federale belasting
De gewesten - Gewestelijke belasting Gewestelijke opcentiemen
op gereduceerde belasting staat
De gemeenten
- Schema:
(= belast worden op het (= worden
marginaal tarief) belast aan een apart tarief)
(= extra belastingvermindering als je een
ziektevergoeding ontvangt of werkloosheidsuitkering
Onderhoudsgelden die een partner ontvangt voor het kind, mag niet
aangegeven worden omdat ze er dan belasting op moet betalen. Het
onderhoudsgeld dient om het kind te onderhouden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karolinelutsch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R127,49. You're not tied to anything after your purchase.