100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle examenvragen investeringsanalyse R146,12   Add to cart

Summary

Samenvatting Alle examenvragen investeringsanalyse

4 reviews
 299 views  23 purchases
  • Course
  • Institution

Alle examenvragen investeringsanalyse vastgoed

Preview 3 out of 20  pages

  • January 23, 2024
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: jarnoclaeys328 • 2 months ago

review-writer-avatar

By: lubbelowagie • 10 months ago

review-writer-avatar

By: Vastgoedstudent101 • 10 months ago

review-writer-avatar

By: anasvandevelde • 3 months ago

avatar-seller
1. Verklaar volgende begrippen door de optie aan te duiden die het beste de stelling aanvult
“de quotiteit van een hypotheeklening is”
❑ … de verhouding tussen het ontleend bedrag en de aankoopprijs vrij op naam van
het onroerend goed dat in onderpand gegeven wordt.

❑ … de verhouding tussen het ontleend bedrag en de marktwaarde van het
onroerend goed dat in onderpand gegeven wordt.

❑ … de verhouding tussen het ontleend bedrag en het totale netto inkomen van de
kredietnemer.




2. Vul de gaten in deze tekst met betrekking tot de rendementsstudie van vastgoedprojecten
in exploitatie.

Bij toepassing van de DCF-methode is de eerste kasstroom de aankoop van het gebouw. Hiervoor
wordt de aanschaffingswaarde vrij op naam In rekening gebracht.

De basis van het rendement zijn de inkomsten uit het gebouw. Op basis van de concrete
omstandigheden en aannames over de huuromstandigheden en onderhoudsbehoefte worden hierop
correcties doorgevoerd. De verwachte huurinkomsten worden geïndexeerd op basis van de CPI ( pg
21)

De exit yield kan gebruikt worden om het indirect Rendement te begroten



3. Verklaar volgende begrippen door de optie aan te duiden die het beste de stelling aanvult
“leegstand ten gevolge van huurderswissel is ...” p198
❑ …… frictieleegstand
❑ ….. mutatieleegstand
❑ ….. aanvangsleegstand

4. Bij studenten in het 2e jaar vastgoed is er vaak verwarring over de rekenregels van
intrestberekening en annuïteiten. Dit is het moment om aan te tonen dat je de algemene
principes van deze berekening doorziet. Duid aan welke van de onderstaande beweringen
volledig JUIST is. Slechts 1 is juist.
❑ De aanvangswaarde van een 3 jaar uitgestelde prenumerando annuïteit is gelijk aan
de aanvangswaarde van een 4 jaar uitgestelde postnumerando annuïteit met
dezelfde jaarijkse stortingen, dezelfde intrestvoet en evenveel termijnen.
FOUT -> STEL DAT HET 3 JAAR POST IS EN 4 JAAR PRE IS DAN KLOPT HET WEL
❑ Verdisconteren van een kasstroom die op een later tijdstip optreedt houdt in dat
de toekomstige kasstroom omgezet wordt naar zijn huidige waarde (PV). De
huidige waarde (PV) van een kasstroom neemt toe naarmate deze kasstroom
verder in de toekomst optreedt.
❑ Bij een 12-delig gefractioneerde annuïteit worden de jaarlijkse betalingen vervangen
door kleinere maandelijkse betalingen die aan een sneller tempo intrest opbrengen.
Hierdoor is de eindwaarde van een 12-delig gefractioneerde annuïteit groter dan de
eindwaarde van dezelfde niet-gefractioneerde annuïteit. Als gevolg daarvan is ook de

, aanvangswaarde van de gefractioneerde annuïteit groter dan de aanvangswaarde
van de niet-gefractioneerde annuïteit FOUT -> P 47
❑ Een semesteriele interestvoet van 6% stemt overeen met een nominale interestvoet
van 12%
❑ Verdisconteren v een kasstroom die op een later tijdstip optreedt houdt in dat de
toekomstoge kasstroom omgezet wordt naar zijn huidige waarde (pv)…
❑ De aanvangswaarde van een postnumerando annuïteit is altijd groter dan de
aanvangswaarde van dezelfde prenumerando annuïteit. -> FOUT



5. Je overweegt de aankoop van een braakliggend perceel grond binnen de gemeentekern om
hierop een nieuwbouw meergezinswoning op te richten. Ondanks de betonstop laten de
stedenbouwkundige voorschriften dit toe. Om jouw plannen te realiseren ga je op zoek
naar externe financiering. De financiering van een bouwproject heeft een aantal
aandachtspunten. Duid aan welke van de onderstaande beweringen volledig JUIST is. Enkel
1 juist.
❑ Om de financiering van een bouwpromotieproject rond te krijgen is het aangewezen
om in het project een minimaal aandeel aan sociale koopwoningen te voorzien. In dit
geval komt de projectontwikkelaar in aanmerking om een gesubsidieerde FS3-lening
af te sluiten aan een zeer lage intrestvoet, waardoor het effect van leverage op het
eigen vermogen nog vergroot wordt.
❑ Er is sprake van negatieve leverage zodra de intrest op vreemd vermogen lager is dan
het projectrendement berekend met inbegrip van de financiële kasstromen. FOUT pg
107
❑ Een project met verschillende vermogenscomponenten is voldoende rendabel
wanneer het projectrendement, berekend met inbegrip van de financiële
kasstromen, hoger is dan de WACC
❑ Indien het project onder het toepassingsgebied van de Wet Breyne valt en de
projectontwikkelaar geen erkenning heeft voor de uitvoering van algemene
bouwwerken, zal de projectontwikkelaar verplicht een voltooiingswaarborg moeten
afsluiten. Deze voltooiingswaarborg bedraagt 100% van de verkoopprijs van de
private appartementen en wordt in twee helften bij de voorlopige en de definitieve
oplevering FOUT? PG 179



6. Geef aan of de onderstaande bewering “ juist” of “ fout” is. De bewering is enkel “juist” als
alle onderdelen van de bewering correct zijn. “ Bij een krediet tegen vaste interestvoet en
terugbetaling via constante kapitaalaflossing blijven de periodieke aflossingen gelijk
gedurende de hele looptijd van het krediet.”
❑ Juist
❑ Onjuist
➔ P 110 -> de interesten van een kredietopneming zijn doorgaans veranderlijk en
worden enkel berekend op het gedeelte van het krediet dat is opgenomen.

7. Een van de onderstaande begrippen heeft niets te maken met projectfinanciering en hoort
daarom niet thuis in dit rijtje. Duid deze vreemde eend in de bijt aan. P110
❑ LTV
❑ PGRI

, ❑ JKP
❑ ISCR

8. Verklaar volgende begrippen door de optie aan te duiden die het beste de stelling aanvult.
Één mogelijk juist antwoord. P31
- De netto actuele waarde ( NPV ) van een groep kasstromen is..
❑ … de actuele waarde van de som van alle inkomende kasstromen, verminderd
met de actuele waarde van de soms van alle uitgaande kasstromen?
❑ …de actuele waarde, berekend op de soms van alle inkomende kasstromen
verminderd met de soms van alle uitgaande kasstromen.
❑ … de som van de actuele waarden van alle inkomende kasstromen, verminderd
met de soms van de actuele waarden van alle uitgaande kasstromen.

9. Duid de optie aan die het beste de stelling aanvult. Één mogelijk juist antwoord. Bij de
investeringsanalyse van een project op een perceel dat al eigendom is van de
projectontwikkelaar en waarbij de grond in natura ingebracht wordt,…
❑ Wordt de aanschaffingswaarde van de grond begroot op de huidige marktwaarde van de
grond vermeerderd met de koperskosten
❑ Wordt de aanschaffingswaarde van de grond begroot op de prijs die destijds voor de grond
betaald werd, met inbegrip van de koperskosten
❑ Wordt de aanschaffingswaarde van de grond begroot op de huidige marktwaarde van de
grond, zonder koperskosten.



10. Verklaar volgende begrippen door de optie aan te duiden die het beste de stelling aanvult.
Één mogelijk juist antwoord. De investeringswaarde van een onroerend goed…
❑ Neemt toe bij een hogere BAR ( en alle andere factoren blijven gelijk).
❑ Neemt af bij een lagere BAR ( en alle andere factoren blijven gelijk).
❑ Neemt toe bij een lagere BAR ( en alle andere factoren blijven gelijk).
VB: INV= 1000/0.07= 14285
INV= 1000/0.08=12500
➔ Dus hoe hoger de bar, hoe lager de INV




11. Geef aan of de onderstaande bewering juist of fout is. De bewering is enkel juist als alle
onderdelen van de bewering correct zijn. De actuele waarde van een reeks gelijkblijvende
periodieke betalingen is gelijk aan de eindwaarde van de annuïteit die door deze betaling
gevormd wordt.
❑ Juist
❑ Fout
➔ Formule van V’0 is verschillend van de formule van V’n

12. Geef aan of de onderstaande bewering juist of fout is. De bewering is enkel juist als alle
onderdelen van de bewering correct zijn. Een projectontwikkelaar die een herontwikkeld
onroerend goed met winst doorverkoopt binnen een termijn van 5 jaar na de verwerving
ervan, is hierop meerwaardebelasting verschuldigd. P 94
❑ Juist

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RealEstateMVP. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R146,12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R146,12  23x  sold
  • (4)
  Buy now