100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Privacy en gegevensbeschermingsrecht (R_PrivSec) R157,31   Add to cart

Summary

Samenvatting - Privacy en gegevensbeschermingsrecht (R_PrivSec)

 51 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van de voorgeschreven literatuur en arresten voor het vak Privacy en gegevensbeschermingsrecht

Preview 3 out of 16  pages

  • January 28, 2024
  • 16
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
De Staatscommissie heeft de opdracht gekregen de regering te adviseren over de noodzaak tot
wijziging van de Grondwet in verband met onder meer de toegankelijkheid en de betekenis van de
Grondwet voor burgers.

De Grondwet is een centraal onderdeel van het constitutionele recht en heeft grotendeels
betrekking op staatsinstellingen. Bovendien worden grondrechten geregeld en genormeerd. Naast
deze juridisch betekenis kan de Grondwet vanuit staatkundig, politiek, economisch, sociologisch of
antropologisch worden bezien. De betekenis voor de burger is dus afhankelijk van het perspectief
waaruit men kijkt.

Een kernbegrip van het Nederlandse constitutionele recht is dat van de democratische rechtsstaat.
Dit houdt in dat de overheid zich moet houden aan heldere, kenbare en vooraf, door democratisch
gelegitimeerde organen, vastgestelde regels. Ook houdt het in dat de overheid fundamentele
rechten en vrijheden van burgers eerbiedigt en waarborgt. Het concept van de democratische
rechtsstaat omvat daarmee verschillende elementen:
 Legaliteiteis
De overheid heeft slechts die bevoegdheden, die haar bij of krachtens de wet zijn toegekend.
Haar optreden is bovendien gebonden aan grenzen die het recht stelt
 De zekere scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht die elkaar
controleren en in evenwicht houden (checks and balances)
 Grondrechten zijn fundamentele rechten en vrijheden van burgers die de overheid moet
eerbiedigen
 Toegang tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter moet garanderen dat de rechten van
burgers onderling en ten opzichte van de overheid worden beschermd

Het element van democratie houdt onder meer in dat burgers of de instellingen die hen
vertegenwoordigen betrokken zijn bij de vaststelling van de belangrijkste wettelijke regels.
Bovendien moet de uitvoerende macht verantwoording afleggen aan vertegenwoordigende
colleges. Dit element komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in het actief en passief kiesrecht, waardoor
burgers invloed kunnen uitoefenen op het overheidsbeleid.

Een aantal maatschappelijk en juridische ontwikkelingen geeft naar het oordeel van de
Staatscommissie voldoende aanleiding om thans het normatieve karakter van de Grondwet, en
daarmee haar betekenis voor de burger, te versterken:
 Het belang van het internationale recht binnen de nationale rechtsorde de afgelopen decennia
sterk is toegenomen. De grondrechtenbescherming van burgers berust in belangrijke mate op
mensenrechtenverdragen
 De technologische ontwikkeling, waaronder de digitalisering van de samenleving, hebben een
grote invloed op de verhouding tussen overheid en burgers. Moderne technologieën bieden
nieuwe mogelijkheden, maar brengen ook maatschappelijke en juridische problemen met zich
mee. Het is de vraag of de Grondwet op dit punt voldoende bij de tijd is. Zo is de formulering van
een aantal grondrechten verouderd en zou een modernere, wellicht techniek neutrale formulering
de normatieve functie van deze grondrechten versterken
 In een pluriforme samenleving is het belang dat de Grondwet duidelijk en toegankelijk is, opdat
overheid en burgers de kernbeginselen van de democratische rechtsstaat en haar fundamentele
rechtsbeginselen goed voor ogen hebben, alsook de grondwettelijk gewaarborgde rechten
 In de steeds verdergaande internationalisering, mondialisering en verdieping en verbreding van
de Europese samenwerking kan aanleiding worden gezin om de betekenis van de Grondwet te
heroverwegen. Omdat de Grondwet overheidshandelen normeert, en overheidshandelen in
toenemende mate in samenwerking met andere staten of in internationale
samenwerkingsverbanden tot stand komt, rijst de vraag of de Grondwet die normerende functie
in deze gewijzigde context nog goed genoeg kan vervullen

De Grondwet kan naar het oordeel van de Staatscommissie vooral aan betekenis winnen voor de
burger door de normativiteit, de rechtskracht, ervan te versterken. In de eerste plaats kunnen n de
eerste plaats kunnen de democratische rechtsstaat en elementen daarvan, en het aan de
grondrechten ten grondslag liggende respect voor de menselijke waardigheid, duidelijker in de
Grondwet tot uitdrukking worden gebracht. Verder kan de opneming van reeds in de Nederlandse
rechtsorde geldende, maar nog in de Grondwet opgenomen grondrechten bijdragen aan de
versterking van haar normativiteit. Dit geldt in het bijzonder als opneming van grondrechten leidt
tot een hoger niveau van rechtsbescherming dan nu uit internationale verdragen voortvloeit.

,Tevens behoren er voor burgers geen belemmeringen te zijn om zijn rechten voor de rechter af te
dwingen. Verder kan worden gedacht aan heroverweging van het constitutionele toetsingsverbod.

Bovendien beschrijft de Staatscommissie vier mogelijkheden voor de grondwetgever om de
toegankelijkheid van de Grondwet te verbeteren:
 Aanpassing van de structuur kan de inzichtelijkheid van de Grondwet verbeteren. De Grondwet
zou bijvoorbeeld kunnen openen met één of meer algemene bepalingen die uitdrukking geven aan

de beginselen van de democratische rechtsstaat en de fundamentele rechten en vrijheden. Ook is
het de vraag of de huidige volgorde in de reden ligt en of de bepalingen over buitenlandse
betrekkingen beter thuishoren in een apart hoofdstuk
 Vermindering van het aantal artikelen. Vanuit het perspectief van toegankelijkheid kan het de
voorkeur hebben alleen de essentiële onderdelen van een bepaalde materie in de Grondwet op te
nemen en het overige aan de gewone wet over te laten
 Opneming van ontbrekende regels en beginselen die uitdrukking geven aan de democratische
rechtsstaat, de kern van het constitutionele recht. Voorbeelden zijn het legaliteitsbeginsel en het
vertrouwensbeginsel, maar ook enkele van de meest fundamentele grondrechten ontbreken
 De Grondwet bevat verschillende artikelen die door hun formulering moeilijk te begrijpen zijn
vanwege historische redenen, niet meer passend zijn gelet op maatschappelijke, juridisch of
technologische ontwikkelingen of door het gebrek aan systematiek in het gebruik van
terminologie

Een opvallend aspect van het Nederlandse constitutionele recht is het zogenaamde toetsingsverbod
uit artikel 120 Gw. Als een gevolg hiervan mag de rechter formele wetten (en verdragen) niet
beoordelen op hun grondwettigheid. Voor toetsing van andere wettelijke voorschriften gelden geen
beperkingen in die zin dat de rechter die voorschriften kan toetsen aan de Grondwet, algemene
rechtsbeginselen en eenieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van
volkenrechtelijke organisaties. De Hoge Raad heeft het toetsingsverbod in het Harmonisatiearrest
zo uitgelegd dat de rechter een wet in beginsel evenmin aan fundamentele rechtsbeginselen mag
toetsen.

Tijdens het wetgevingsproces wordt op verschillende momenten de rechtmatigheid van
voorgestelde wetgeving getoetst, namelijk tijdens de ambtelijke voorbereiding, bij de advisering
door de Raad van State, bij de behandeling in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Onderdeel
van die rechtmatigheidstoets is de beoordeling of de voorgestelde wetgeving in overeenstemming
is met de Grondwet. De vraag rijst of de Grondwet in het kader van de goedkeuring van verdragen
de aandacht krijgt die zij verdient. Dit is nog niet systematisch onderzocht volgens de
Staatscommissie. Als de wetgever zich eenmaal, al dan niet uitdrukkelijk, heeft uitgesproken over
de grondwettigheid van verdragen, mag de rechter die beoordeling niet overdoen.

De regering heeft de Staatscommissie gevraagd te adviseren over de beperkingssystematiek van
de grondrechten. Zij is van mening dat de Grondwet mogelijk aan betekenis wint wanneer de
beperkingsclausules worden aangevuld met bijkomende materiële voorwaarden voor de beperking,
zoals limitatief opgesomde doelcriteria en het vereiste dat de beperkingen in het licht van die
doelcriteria noodzakelijk en proportioneel zijn. Het voorstel is dat de Staatscommissie zich laat
inspireren door internationale verdragen, zoals het EVRM.

Bij de uitleg van de toepassing van grondrechten is niet alleen van belang wat het grondrecht
beoogt te beschermen. Belangrijk is ook hoe en in welke mate een grondrecht mag worden
beperkt. Volgens de Staatscommissie kan de huidige beperkingssystematiek worden gehandhaafd.
De huidige formulering laat bij de belangenafweging veel ruimte aan de wetgever. Weliswaar
bevatten sommige grondrechten verwijzingen naar specifieke doeleinden die de overheid moet of
mag nastreven, maar verder is de Grondwet weinig precies in het stellen van grenzen aan de
activiteit van de wetgever. Op dit punt acht de Staatscommissie uitbreiding van de
beperkingssystematiek aangewezen, bijvoorbeeld door een expliciete vermelding van vereisten als
die van geschiktheid, noodzakelijkheid en evenredigheid komt de toegankelijkheid en d
normativiteit van de Grondwet ten goede.

De regering heeft de Staatscommissie gevraagd te adviseren over de noodzaak tot
grondwetswijziging in verband met het onderwerp grondrechten in het digitale tijdperk. De digitale
ontwikkelingen gaan gepaard met nieuwe vormen van organisatie van het internetverkeer. Het

, beheer van internet vindt in toenemende mate plaats op internationaal niveau. Op Europees niveau
is een tendens zichtbaar tot actualisering en harmonisering van de bescherming van grondrechten
en van harmonisatie van beleid. In het bijzonder gaat het om nadere invulling en uitwerking van
het (grond)recht op bescherming van persoonsgegevens en het recht op elektrische communicatie
enerzijds, en om bestuurlijke, politiële en justitiële samenwerking anderzijds.

Het huidige artikel 10 Gw koppelt de regels met betrekking tot de registratie van
persoonsgegevens aan die met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De
Staatscommissie is van mening dat beide onderwerpen beter tot hun recht komen wanneer de
bepaling wordt gesplitst. Dit omdat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer veel meer
terreinen van het privéleven beheerst dan alleen de bescherming tegen onrechtmatige registratie
van persoonsgegevens. Het tweede en derde lid van het huidige artikel 10 Gw zou moeten worden
geschrapt en een zelfstandig recht op bescherming van persoonsgegevens zou moeten worden
opgenomen. Hierdoor komt dit recht beter tot uitdrukking. Daarnaast heeft de rechtsontwikkeling
op het niveau van de Raad van Europese en de EU ertoe geleid dat het recht op
gegevensbescherming als zelfstandig grondrecht naast het grondrecht ter bescherming van het
privéleven is komen te staan. Tot slot kan worden gesteld dat, als een gevolg van de
technologische ontwikkelingen, Europese samenwerking en globalisering, de omvang van de
uitwisseling en verwerking van persoonsgegevens de laatste jaren explosief is gestegen. Een
verzelfstandiging geeft volgens de Staatscommissie uitdrukking aan de toegenomen betekenis van
de verwerking van persoonsgegevens en de wenselijkheid van een behoorlijke bescherming in de
huidige samenleving.

De Staatscommissie adviseert om het huidige artikel 13 Gw te herzien met het oog op uitbreiding
van de bescherming van communicatie buiten de nu in de Grondwet genoemde middelen. Zij is van
mening dat het belang van de bescherming van dit grondrecht is dat men in een democratische
samenleving vertrouwelijk met elkaar moet kunnen communiceren, zonder de angst dat de
overheid meeluistert. Dat belang weegt tegenwoordig des te zwaarder, omdat de overheid meer
middelen en mogelijkheden heeft gekregen om communicatie af te luisteren en af te tappen.

Een bijzonder aspect van het recht op bescherming van persoonsgegevens, het recht op
bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het recht op vertrouwelijke communicatie vormen
de verkeersgegevens. Dit zijn de verbindingsgegevens over (vaak elektronische) communicatie,
zoals gegevens over wie met wie contact opneemt en gegevens over wanneer en hoe dat gebeurt.
Verkeersgegevens houden nauw verband met de communicatie, waardoor er een duidelijke relatie
bestaat met artikel 13 Gw. De Staatscommissie heeft voorstellen gedaan die de inhoud van
vertrouwelijke informatie beschermen tegen overheidsinmenging, maar heft daarbij niet de
bescherming van het verbindingskanaal als zodanig op het oog. Zij stelt in meerderheid dat de
bescherming van verkeersgegevens moet worden ondergebracht in het voorgestelde artikel 10 Gw
of onder het recht op bescherming van persoonsgegevens. In geval van samenloop is het recht van
toepassing dat de meeste bescherming biedt.

Als klassiek grondrecht heeft artikel 10 lid 1 Gw in beginsel horizontale werking, ofwel
derdenwerking. In de MvT zijn de verschillende variaties van doorwerking beschreven, te weten de
opdracht aan de wetgever, het grondrecht als belangrijke waarde waarvan die de rechter
verdisconteert bij de interpretatie van privaatrechtelijke regels of begrippen, het grondrecht als
rechtsbeslag dat de rechter bij de afweging van belangen mede in aanmerking moet nemen, het
grondrecht als rechtsbeginsel waarvan de rechter slechts op zwaarwegende gronden mag afwijken
en het grondrecht als zodanig dwingend, dat de rechter slechts die afwijking mag toestaan die tot
een grondrechtelijke beperkingsclausule herleidbaar zijn. Hieruit volgt dat derdenwerking door de
wetgever, maar ook door de rechter geëffectueerd kan worden.

De beperkingsclausule ‘behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen’ in het eerste lid
van artikel 10 Gw voorziet in een procedureel criterium, namelijk de tussenkomst van de formele
wetgever. Beperkingen van het grondrecht op privacy zijn derhalve toegelaten, mits direct of
indirect herleidbaar op een formeel wettelijke grondslag.

ECLI:NL:HR:2017:288
Aan belanghebbende is door zijn werkgever een auto ter beschikking gesteld, die ook privé
gebruikt zou mogen worden. De belanghebbende wordt geconfronteerd met het feit dat de auto is
gesignaleerd op locaties die niet overeenkomen met de gegevens in de rittenregistratie. Volgens de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samanthamirellaberardi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R157,31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R157,31  2x  sold
  • (0)
  Buy now