Dit is een samenvatting van de hoofdstukken 3,4,8,11,17,19,20,24 en 26 van het boek Klinische Neurologie van prof. dr. J.B.M. Kuks en prof. dr. J.W. Snoek. Geschreven voor de minor Neurorevalidatie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) om te leren voor de kennistoets.
SV GK 4.8 - Pathologie van het zenuwstelsel (2) Cerebrovasculaire aandoeningen
All for this textbook (5)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Fysiotherapie
Minor Neurorevalidatie (KT)
All documents for this subject (11)
4
reviews
By: ameerietveld • 1 year ago
By: verajanssen57 • 4 year ago
By: lool100 • 5 year ago
Translated by Google
Lots of spelling errors, not all info is correct and there is a lot of important info missing, I was able to make a summary myself..
By: daphnevos1 • 5 year ago
Translated by Google
I'm sorry you experienced it so much. I had a lot of it myself to get a very good grade with it. Spelling errors certainly present due to time pressure and speed in which it is written. Have not spreaded all pages again to check this. Excuse me for this. Hopefully others experience it differently:)
,Klinische neurologie hoofdstuk 3
Zenuwstelsel en spieren: technisch onderzoek
3.1 opbouw van het zenuwstelsel
Waarnemen en tot acte komen is de functe van het zenuwstelsel dat met behulp van
sensorische receptoren die worden beïnvloed door zintuigelijke prikkels de omgeving
verkent en door middel van twee efectoren klieren en spieren) de omgeving beïnvloed. Het
perifere zenuwstelsel doorkruis het lichaam als uitgebreid netwerk van zenuwen. Dit begint
in de cellichamen van de motorische zenuwen in het RM en de hersenstam en eindigt in de
cellichamen van de sensibele zenuwen in de kernen ganglia) valk naast het RM en de
hersenstam.
CZS bestaat uit de medulla spinalis RM), de hersenstam, tussenhersenen en hersenschors.
Het RM bestaat uit segmenten met elk een voor motorisch) en achtwortel sensibel). In de
hersenstam vinden automatsche processen plaats.
De hersenstam wordt van beneden naar boven opgedeeld in de medulla oblongata
verlengde RM), de pons brug waarover zenuwbanen geleid worden) en het mesencephalon
midden hersenen). De kleine hersenen cerebellum) vormen een eenheid met de pons.
Verder naar voren ligt het diencephalon tussenhersenen) met hierin de thalamus kamer),
de hypothalamus onderkamers) en de hypofyse. Hypothalamus is het coördinatepunt van
het autonome zenuwstelsel en het endocriene systeem, de thalamus is een
voorschakelstaton voor de hersenschors.
Het telencephalon bestaat uit de cortex, het limbisch systeem en de basale kernen. De
cortex is van belang voor het bewust waarnemen en uitvoeren, de basale kernen voor het
procedurele actviteiten en het limbische systeem voor het episodische geheugen en emote.
Het CZS wordt omgeven door drie vliezen met daartussen liquor cerebrospinalis.
Hogere delen van het CZS hebben invloed op de lagere delen. vaak een remmend efect op
refexmatg gedrag. Het CZS wordt verbonden door ascenderen en descenderende banen.
3.2 X
3.3 de zenuw
3.3.1. Functonele bouw
Zenuwcellen liggen in netwerken bij elkaar. Ze verschillen van andere cellen doordat zij lange
uitlopers hebben, na het groeien meestal niet meer delen en elektrisch prikkelbaar zijn.
De celkern perikaryon) wordt omgeven door cytoplasma met daarin organellen als het
golgi-apparaat, mitochondriën en lysosomen. Er is een sterk ontwikkeld endoplasmatsch
retculum met ribosomen omdat er veel eiwitsynthese in plaats vindt. llleen de cellichamen
van de sensibele zenuwen en autonome zenuwen liggen in zenuwknopen ganglia) buiten
het RM en hersenstam. De uitlopers van de cellen heten dendrieten. De uitlopers van de
cellen die lopen van hersenschors naar RM en van het RM naar de spieren heten axonen.
Een sensibele cel heef vaak 2 axonen. De cel heef vaak maar 1 functee sensorisch,
motorisch of autonoom. Een perifere zenuw bestaat uit een sensibele vezel die naar het CZS
toeloopt en een motorisch en autonome vezel die van het CZS naar de doelorganen lopen.
,3.3.2 Histologie en metabolisme
Een axon wordt omgeven door de cellen van Schwann die myeline vormen. Dit wordt
omgeven door het epineurium. Zenuwbundels door het perineurium en 1 zenuw door het
endoneurium. Cellichaam is de plek van de stofwisseling, vanuit daar gaat er met een
anterograad transport producten naar de zenuwuiteinden en keren hergebruik producten
terug via retrograad transport.
3.3.3. fysiologie in rust
In de cel heerst er een rustmembraan potentaal negatef) door de difusie en transport via
Na+/K- pomp. Deze potentaal kan veranderen door externe prikkels, namelijk
neurotransmiters die op de receptor van het membraan binden. Hierdoor gaan er ion
kanalen open en ontstaat er een elektrische stroom. Er ontstaat een depolarisate minder
negatef)e een exciterende post synaptsche potentaal EPSP). Het omgekeerde kan ook
gebeuren bij anionkanalen, hierdoor wordt de potentaal negatever hyperpolarisate) en er
is een inhiberende post synaptsche potentaal IPSP). Dit gebeurt bij meerdere cellen
tegelijk, als dit over een bepaalde drempel komt ontstaat er een verandering van potentaal
depolarisate).
3.3.4 De zenuwactepotentaal
Wanneer de depolarisate de drempelwaarde bereikt gaat er een stroom lopen
depolarisate). Hierna neemt de potentaal af repolarisate) dusdanig dat er een moment
ontstaat waarin je niet kan prikkelen hyperpolarisate in de refractaire periode). Dit verschil
herstelt zich weer. De actepotentaal wordt voortgeleid langs de zenuwmembraan. De
voortgeleiding is afankelijk van myeline gemaakt door de cellen van Schwann perifeer en de
cellen oliogodendrocyten in het CZS. Hier liggen insnoeringen ine knopen van Ranvier. De
potentaal springt van insnoering naar insnoering saltatoire prikkelgeleiding). Bij
ongemyeliniseerde vezels heb je wel cellen van Schwann maar de knopen van Ranvier
ontbreken.
3.3.5. Interneuronale communicate
De zenuwcellen communiceren met de klier of spiercellen via neurotransmiters. Zij hebben
of een exciterend of een inhiberend efect. Het contact tussen de cellen heet een synaps, dit
bestaat uit een zenuwuitloper presynaptsche membraam), het deel waarop het contact
gericht is postsynaptsche membraan) en de tussenliggende ruimte.
3.3.6. lbnormale zenuwactviteit
Door stoornissen kan er uitval of overprikkeling ontstaan.
3.4. De spier
3.4.1. Functonele opbouw
Er zijn 3 typen spierweefsel: hartspierweefsel, glad spierweefsel en skeletspierweefsel.
llleen de laatste is willekeurig aan te sturen. De spier bestaat uit spiervezels met daartussen
in bindweefsel en bloedvaten en spierspoeltjes registreren spanning). De spierspoeltjes
houden de spier op spanning en geven informate aan het CZS. Zelf worden ze op spanning
gehouden middels gammamotorneuronen.
, 3.4.2. een spiercel wordt omgeven door een prikkelbare membraane sarcolemma. Het
grootste deel bestaat uit actne en myosine eiwiten), die in de lengte in myofbrillen naast
elkaar liggen en brugverbindingen met elkaar kunnen vormen. lctne en myosine kunnen
bruggen vormen, samentrekken en weer loslaten. In rust wordt dit geblokkeerd door
eiwiten. Voor het samentrekken en loslaten is lTP nodig. hierdoor liggen er veel
mitochondriën in de cellen. Hier is het enzym creatnefosfokinase CK) bij betrokken.
3.4.3. neuromusculaire transmissie
Een neuromusculaire overgang is ook een synaps waar een rustmembraanpotentaal heerst.
Wanneer een zenuwimpuls aankomt stroomt extracellulair Ca2+ de cel in. hierdoor komt
acetylcholine vrij aan het zenuwuiteinde. Hierdoor treedt er een potentaalverandering ope
eindplaatpotentaal.
3.4.4. de spier in acte
De potentaal voorbij de drempelwaarde breidt zich uit over het spiervezelmembraan, T-
tubuli en sarcoplasmatsch retculum. Tropine verandert van structuur door de Ca2+ en de
myosine-actne verbinding kan gestart worden. Er komt een binding voor myosine vrij
waardoor er met actne een brug geslagen kan worden.
3.4.5. Symptomen van spieraandoeningen
Spieraandoeningen kan tot uitval leiden of eigen zinnigheid waardoor er fjne
spierbewegingen of krampen ontstaan.
3.5. Motor unit
De zenuwcel met alle eindtakken, de spiervezels en bijbehorende synapsen noem je een
motorunit. De ontlading van 1 zenuwcel veroorzaakt een grote potentaal: de
motorunitpotentaal. Bij krachtge aanspanning lopen de potentalen van de units door
elkaar en ontstaat er een interferentepatroon. Bij spieraandoeningen worden de units
groter van aard waardoor de potentalen groter worden. dit komt omdat naburige
functonerende zenuwen de aangedane zenuwen overnemen reinnervate).
3.6. Elektromyografe
Een SNlP sensory nerve acton potental) is het resultaat van vele zenuwactepotentalen bij
elkaar. Een spiervezel en zenuwpotentaal zijn altjd even groot. Een verlengde motorische
geleidingstjd treed op bij o.a. beknelling, intrinsieke stoornissen van de myeline
demyeliniserende neuropathie). Bij verval van axonen axonale neuropathie) blijf de
snelheid nog lange tjd normaal.
3.7. Fysiologische metngen aan het centrale zenuwstelsel
3.8 Verdere hulponderzoeken
3.8.1. Oorzaken van neurologische ziekten
Oorzaken
- genetsche afwijkingen
- traumatsche afwijkingen
- compressie door omgevende delen tumor)
- gestoorde bloedtoevoer infarcten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnevos1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R158,84. You're not tied to anything after your purchase.