Samenvatting Kunst en Architectuur: 1800-nu
Tijdlijn
Neoclassicisme: 1750-1830
Romantiek: 1840-1880
Realisme: 1840-1880
Arts and crafts: laatste helft van de 19e eeuw
Impressionisme:1870-1910
Postimpressionisme: 1884-1914
Art nouveau: 1890 –1914
Expressionisme: 1905– 1940
De Stijl: 1917-1932
Bauhaus: 1919-1932
International Style: 1930-1970
Pop: 1955-1980
Modernisme: begin van de 20e eeuw – 60s
Postmodernisme: sinds 1950/1960
Kunstenaars en Stroming
(Vroegmoderne tijd (ancien régime): eind vijftiende tot het begin van de negentiende eeuw - europese
kolonisatie, wetenschappelijke revolutie, industriële revolutie )
Avant-Garde: (eind 19e eeuw-1940: historische avant-garde,) vernieuwend werk van kleine groepen
intellectuelen of kunstenaars die voor de grote massa uitliepen. In de 20e eeuw benoemde men zo alle
kunstvormen die vooruit snelden (en waarvan de naam veelal eindigde op -isme), met revolutionaire beelden
en ideeën die later door grotere groepen overgenomen zouden worden
Neoclassicisme: 1750-1830, vermeende puurheid van de klassieke oudheid werd nagestreefd,
verlichtingsdenken
Romantiek: 1840-1880 - tegenreactie op de Verlichting, subjectieve ervaring als uitgangspunt. introspectie,
intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding, landschap
Realisme: 1840-1880 - reactie op romantiek -weergeven van de (maatschappelijke) werkelijkheid, opkomend
marxisme door de gewone arbeider centraal te stellen
Arts and crafts: laatste helft van de 19e eeuw (engeland) - sociale beweging en een stroming in de kunst en
industriële vormgeving, opstand tegen het tijdperk van de industriële revolutie en een afschuw van de
goedkope en lelijke massaproducten uit victoriaanse tijdperk
Impressionisme:1870-1910 - beweging tegen academische kunst, gerichtheid op de beleving van het moment
('impressie'), de keuze voor thema's uit het 'moderne leven', de bijzondere aandacht voor lichteffecten en
kleur, een schetsachtige werkwijze en het werken in de openlucht.
Postimpressionisme: 1884-1914 - overbrengen van emotie, op structuur, compositie en op symbolistische
betekenissen. Het postimpressionisme wil vooral verder gaan dan alleen weergeven wat kan worden
waargenomen, werkelijkheid vervormd, gevoel, complementaire kleurcontrasten
1
,Art nouveau: 1890 - 1914 - reactie op het vormvervagende impressionisme, motieven die gewoonlijk
asymmetrische composities vormen met een tweedimensionaal karakter, belangrijkste inspiratiebron de
natuur
Expressionisme: 1905 - 1940 - gevoelens of ervaringen van kunstenaar uitdrukken door een zekere
vervorming van de werkelijkheid, tegenstelling impressionisme, weergeven van de zintuiglijk ervaren
werkelijkheid
De Stijl: 1917-1932, komt voort uit kubisme, radicale hervorming van de kunst, technische, wetenschappelijke
en sociale veranderingen in de wereld, minimum aan kleuren, zo eenvoudig mogelijke vormgeving
Bauhaus: 1919-1932, handwerk (Arts and Crafts), expressionisme -> modernisme, meubelstukken en
gebruiksvoorwerpen, strak van lijn, eenvoudig van vorm, zeer functioneel, kleine arbeiderswoningen
International Style: 1930-1970, architectuur, ontstaan uit nieuwe bouwen, functionaliteit, strakke vormen,
moderne constructietechnieken en afwezigheid van versieringen
Pop: 1955-1980, vrijheid, seksuele revolutie en vrouwenemancipatie. afzetten tegen Amerikaans abstract
expressionisme. Het hyperserieuze en -conceptuele karakter van deze kunststroming was de ideale
voedingsbodem voor een reactionaire beweging als de popart, consumptiemaatschappij
Modernisme: begin van de 20e eeuw tot ongeveer de jaren 60 - drang om te experimenteren en scheppen
afstand tussen het kunstwerk en de zichtbare werkelijkheid, wereldoorlogen, kritisch tegen maatschappij,
idealisme (bijdragen aan betere maatschappij)
- kubisme: 1906 tot circa 1920 - reactie op het intuïtieve fauvisme met zijn felle kleuren en vlakke
vormen. Kubisme daarentegen ging in de richting van orde, reflectie en constructie en maakte gebruik
van driedimensionaal voorgestelde vormen.
- Geometrisch kubisme (1907-1909): Duidelijke invloed cezanne , geen totale abstractie, nog
wel perspectief en diepte
- Analytisch kubisme (1910-1914): geen perspectief en diepte ,monochroom, focus op vorm
- Synthetisch kubisme (1913-ca.1920): Terugkeer naar de werkelijkheid, terug naar een vorm
van realisme, soms ook collages en met andere materialen
- futurisme: 1909-1914, ontstaan uit kubisme, snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen, vooruitgang
en nieuwe technologie, oorlogsenthousiasme voor WO I
- dadaïsme: ontstaan WO I, hoogtepunt 1916-1920, mengvormen van beeldende kunst, poëzie, theater
en grafisch ontwerp. verwantschap nihilisme door het opzettelijk irrationele en het ondergraven van
de algemeen geaccepteerde standaarden, gebruik van voorwerpen die al bestonden, maar zij
maakten er net iets anders van dan de oorspronkelijke functie, bedoeling of hoedanigheid.
- surrealisme: 1920-nu, hoogtepunt 1925-1940, teleurstelling rationalisme bleek door de gruwelen van
WO I te optimistisch, door vrije associaties gekenmerkte bewustzijnstoestand van dromen, Freud
Postmodernisme: sinds 1950/1960, reactie op modernisme, maar ook radicaliserende voortzetting ervan,
modernistische rebellie tegen traditionalisme als om een fragmentarische opvolger daarvan met een nieuwe
boodschap principieel eclectische stroming die het onderscheid tussen lage en hoge cultuurproductie
veronachtzaamt en zich bedient van ironische of anarchistische combinaties van elementen uit verschillende
stijlperioden, stromingen, genres, media en technieken die voorheen onverenigbaar werden geacht, kleurrijker
en minder strak dan voorgaande stromingen.
● Frank Lloyd Wright (1867-1959) - Architect, modernisme, Prairie stijl
● Le Corbusier (1887-1965) - Architect, modernisme (Bauhaus), internationale stijl
● Eileen Gray(1878-1976) - Ontwerper (, architect), modernisme
● Walter Gropius (1881-1969)- Architect, modernisme (Bauhaus)
● Ludwig Mies van der Rohe (1886-1969) - Architect, modernisme,“less is more”
● Philip Johnson (1906-2005) - Architect, internationale stijl, postmodernistische- en deconstructieve
architectuur.
● Alvar Aalto (1898–1976) - Architect, modernisme
2
, ● James Stirling (1926–1992) - Architect, (neo) brutalist -> eclectisch postmodern
● Pier Luigi Nervi (1891-1979) -Architect,
● Richard Buckminster Fuller (1895-1983) - Architect, koepels
● Lothar Baumgarten (1944-2018) - Kunstenaar, conceptuele installaties, fotografie en film
● Theo van Doesburg (1883–1931) - Kunstenaar, architect, abstract, de Stijl
● M. H. J. Schoenmaekers (1875-1944) - Wiskundige, de Stijl
● Robert van ‘t Hoff (1887-1979) - Architect, ontwerper, modernisme, de Stijl
● J. J. P. Oud (1890-1963) - Architect, modernisme, de Stijl
● Gerrit Rietveld (1888-1964) - Architect, ontwerper, de Stijl, functionalisme
● Paul Klee (1879-1940) - Kunstschilder, moderne kunst, combinatie abstract en figuratief
● James McNeill Whistler (1834-1903) - Schilder, Tonalism, Art for art’s sake,
● William Blake
● Jacques Louis David
● Jean Auguste-Dominique Ingres (1780-1867)
● Francisco de Goya y Luciente
● Georges Vantongerloo (1886-1965)
● Paul Cezanne - Kunstenaar, postimpressionisme, voorloper kubisme
● Honoré Daumier (1808–79) -satirische kunstenaar
● Rosa Bonheur (1822–99) - Kunstschilder, realisme, platteland
● Edgar Degas (1834–1917) - kunstschilder, impressionisme
H.1 The Origins of Modern Art
Zaak schilderij James McNeill Whistler, Nocturne in Black and Gold: The Falling Rocket, c. 1875 &
kunstcriticus John Ruskin
In veel opzichten was de beklaagde in de zaak niet alleen de kunstcriticus John Ruskin,
maar de kunst - vooral moderne kunst - zelf.
De rol van kunst in de samenleving - Ruskin geloofde dat kunst de kracht bezat om de samenleving
te verbeteren. Voor hem werd dit voornamelijk bereikt door het vermogen van een kunstwerk om
de natuur getrouw weer te geven. De natuur in zijn puurheid en grootsheid ontmoeten, was voor
Ruskin het aanschouwen van het goddelijke.
Whistler onderschreef een heel ander begrip van het doel van kunst. Een aanhanger van de doctrine van 'Art
for Art's Sake', Whistler geloofde dat ware kunst geen enkel sociaal doel diende
Het nut van een werk dreigde afbreuk te doen aan zijn puur esthetische doel. “Art has become foolishly
confounded with education.”
Idee komt al uit de 18e eeuw
Tot het einde van de achttiende eeuw hadden kunstenaars in het Westen sinds de Renaissance hun
werk begrepen als onderdeel van een traditie die teruggaat tot de klassieke oudheid.
Nadat een student het werk van eerdere kunstenaars volledig begreep en dergelijke voorbeelden
getrouw kon reproduceren, kon hij of zij doorgaan met het creëren van nieuwe vormen. Maar zelfs
toen werd verwacht dat nieuwe werken zouden bijdragen aan gevestigde tradities.
-> Debat tussen degenen die kunst beschouwden als essentieel voor sociale vooruitgang en degenen die erop
stonden dat kunst sociale belangen overstijgt.
Romantiek
3
, Innovatie was verbonden met verbeeldingskracht, de unieke visie van de kunstenaar, niet beperkt door de
academische praktijk en vrij is van de picturale conventies waaraan sinds de Renaissance was gehoorzaamd.
Deze nieuwe houding ligt ten grondslag aan de esthetische belangen van de romantiek.
Romantiek verhoogde het vermogen van de mensheid tot emotie
Romantiek wordt gekenmerkt door een nadruk op subjectiviteit en nieuwigheid
Romantische kunstenaars en theoretici begrepen kunst echter als de uitdrukking van de wil van een individu
om te creëren in plaats van een product van bepaalde culturele en persoonlijke waarden. Genialiteit was voor
de romantici iets dat de kunstenaar van nature bezat: het kon niet worden geleerd of verworven. Om
genialiteit uit te drukken, moest de romantische kunstenaar academische rivaliteit weerstaan en in plaats
daarvan naar binnen keren, in de richting van het zichtbaar maken van pure verbeeldingskracht
Industrialisatie
Met de industrialisatie in West-Europa en Noord-Amerika kwam de moderniteit: steden groeiden toen de
afnemende banen in de landbouw ertoe leidden dat arbeiders werk zochten in de industrie. De
bevolkingsgroei in steden als Parijs en Londen leidde tot een uitbreiding van bedrijven die gericht waren op het
voorzien in de behoeften van deze nieuwe burgers
Deze bedrijven creëerden meer banen en introduceerden tegelijkertijd nieuwe sociale gewoonten en
verwachtingen
moderniteit verwijst naar de toestand van de postindustriële, kapitalistische samenleving. Het modernisme is
gewoon de culturele uitdrukking van deze vorm van sociale organisatie. Geassocieerd met ideeën over
vooruitgang en nieuwigheid, weerspiegelt het modernisme het dominante ethos van een samenleving waarin
consumptie een centrale rol speelt in iemands dagelijkse activiteiten
Net zo kenmerkend voor het modernisme was een alomtegenwoordige ambivalentie ten opzichte van de
moderniteit zelf. Velen verwelkomden de technologische vooruitgang en economische welvaart die de
moderniteit leek te bevorderen. Anderen waren echter op hun hoede voor de nadruk op verandering en
voortdurende vooruitgang, en merkten de neiging van het kapitalisme op om arbeiders op moorddadige wijze
uit te buiten en bij te dragen aan de erbarmelijke levensomstandigheden van de armen. Moderne kunst is, net
als alle vormen van modernisme, een reactie op de diverse politieke, economische en culturele druk van de
moderniteit
William Blake, Nebuchadnezzar, 1795.
Blake gebruikte zijn opleiding als graveur om zijn werken te illustreren met krachtige,
intens emotionele beelden. Zijn afbeeldingen van bekende bijbelse personages,
bijvoorbeeld, roepen voor de kijker tijdelijk conventionele voorstellingen op voordat ze
wegdraaien van het bekende naar een vreemd nieuw picturaal rijk
Jacques-Louis David, The Oath of the Horatii, 1784
schilders werden gehinderd in hun streven naar een echt klassieke kunst door
het ontbreken van adequate prototypes in de oude schilderkunst. Er was
echter een overvloed aan oude beeldhouwkunst. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat neoklassieke schilderijen zoals De eed van de Horatii
gebeeldhouwde figuren in hoogreliëf binnen een beperkt podium nabootsen
deze strenge samenstelling van broers die heldhaftig trouw zwoeren aan
Rome werd gezien als een manifest van revolutionair sentiment.
Romeinse broers die trouw zweren aan hun vader
4