Ik schrijf samenvattingen met alle benodigde informatie voor het bloktentamen. Ik beschrijf de theorie heel duidelijk en eenvoudig zodat het makkelijk wegleest en toch alles bevat wat een student moet begrijpen en kennen om de bloktoets te halen. Ik ben begonnen met mijn samenvattingen aan studente...
Probleem 1: The birds and the bees
Literatuur:
1. Leman & Bremner – Hoofdstuk 5
2. Berk
3. Shaffer & Kipp – Hoofdstuk 2 & 3
De prenatale ontwikkeling duurt gemiddeld ong 38 weken/9 maanden. Opgedeeld in 3 fases: Zygote, Embryo en Foetus.
1. Germinale fase: Eerste 2 weken in de eileider. Begint wanneer sperma de eicel bevrucht.
○ Zygote: bevruchte eicel, eerste cel met 46 chromosomen. Bevruchte eicel is ondoordringbaar voor andere
spermacellen en nestelt zich in de baarmoederwand.
○ Vervolgens cleavage: veel snelle cel verdubbelingen (zonder groei van de zygote). Elke cel bevat nu een
exacte kopie van de genetische code en gaat zich specialiseren voor bepaalde onderdelen van het lichaam.
○ Zygote wordt één grote bal: Blastocyst van cellen, die allemaal dezelfde genetische code bevatten.
○ Trophoblast: buitenste laag van de blastocyst, hier wordt vruchtvlies, placenta en navelstreng uit gevormd.
○ Embryoblast: de binnenkant, hier wordt embryo uit gevormd.
○ Chorion (vaatvlies): zit om vruchtvlies heen. Zorgt voor aan- en afvoer stoffen voor de ogen.
○ Amniotic sac (vruchtwaterzak): zorgt voor demping van lichaamsschokken van de moeder en regelt
temperatuur.
○ Placenta (moederkoek): bepaalt welke afvalstoffen en voedingsstoffen uitgewisseld mogen worden tussen
moeder en kind en zorgt voor zuurstof van het kind. Beschermt niet tegen drugs en alcohol.
○ Umbilical cord (navelstreng): verbindt kind met placenta via een streng van bloedvaten.
○ Yolk sac (dooierzak): zorgt voor vroegtijdige eerste voedingsvoorraad.
2. Embryonale fase: 2e tot 8e week. Begint bij morula: zygote gaat dupliceren nestelt zich in baarmoederwand.
○ Embryo: wanneer zygote verbinding maakt met moeder, en door specialisatie weefsels en organen
ontstaan. Embryo is extreem kwetsbaar, omdat belangrijkste structuren voor lichaam worden samengesteld
○ Organogenesis: proces van de vorming van organen dat plaatsvindt tijdens de eerste 2 maanden van
prenatale ontwikkeling
○ Celspecialisatie: cellen krijgen verschillende functies
○ Determinatie: vastlegging van welke cel welke specialisatie krijgt.
○ Inductie: Stoffen uit bepaalde cellen beïnvloeden ontwikkeling van andere cellen.
Kan ook leiden tot afsterven van cellen → bijv. vliezen tussen de vingers = geprogrammeerde celdood
○ Celdifferentiatie: verschillen tussen cellen
○ Endoderm: vormt verteringssysteem, longen, het urinekanaal en klieren (binnenste laag).
○ Mesoderm: vormt spieren, skelet, bloedsomloop, uitscheiding en andere interne organen (middelste laag).
○ Ectoderm: vormt zenuwstelsel, hersenen en de huid→ later ruggenmerg enz. (buitenste laag).
Na 6 weken begint het zenuwstelsel te werken. De neural tube gaat zich ontwikkelen en na 7 weken worden hier ook neuronen
geproduceerd.
3. Foetale fase: 9e week-einde zwangerschap. Groei en perfectionering vindt plaats.
○ Foetus: nadat alle organen zijn gevormd
○ 3e maand: spieren, organen en zenuwstelsel worden georganiseerd. Baby gaat trappen en draaien.
○ Na 5 maanden: details ontstaan zoals nagels, oogleden en zweetklieren.
○ Na 6 maanden: ogen gaan open en dicht.
○ 17-20 weken: baby is zo groot dat moeder bewegingen kan voelen.
○ Vernix: witte substantie die huid bedekt zodat deze niet uitdroogt door amniotic fluid
○ Lanugo: witte haartjes op de huid die ervoor zorgen dat vernix aan huid blijft plakken.
Age of variability: 22-26 weken: als kindje nu geboren wordt, heeft het kans om te overleven.
, Prenatale invloeden
Teratogen: externe factor die schade kan aanrichten aan embryo of foetus tijdens de prenatale periode, factor op miskraam of
negatief gevolg. komt van griekse woord tera = monster. Tonen zich niet altijd bij geboorte, kan ook later levensstadium.
Gevoeligheid begint na ong. 3 weken.
Sensitive period: periode waarin kind meest gevoelig is voor bepaalde externe invloeden. Externe invloeden moeten veel sterker
zijn om een vergelijkbaar effect te produceren. Deze periode verschilt per leeftijd en orgaan van het kind. Zie schema:
● hersenen: 15-25 dagen
● hart: 20-40 dagen
● ogen: 24-40 dagen
● benen: 24-36 dagen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fieketran. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R57,94. You're not tied to anything after your purchase.