100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Publiek Procesrecht 2023-24 R212,17   Add to cart

Summary

Samenvatting Publiek Procesrecht 2023-24

2 reviews
 160 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting procesrecht, deel publiek procesrecht. Gedoceerd door prof. Sabien Lust in de 3e Bach rechten op UGent. het deel administratief kort geding werd niet behandeld in de lessen dus is zelfstudie. geslaagd met 11/20

Last document update: 2 months ago

Preview 10 out of 74  pages

  • May 20, 2024
  • June 19, 2024
  • 74
  • 2023/2024
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: alessiaspolverato • 3 months ago

review-writer-avatar

By: elisehaegeman • 3 months ago

avatar-seller
2023 - 2024 Publiek
procesrecht
Prof. Sabien Lust

,algemene informatie - begrippen


0 ALGEMENE INFORMATIE

Lesmomenten (tot paasreces):

- Maandag: Ledeganck aud. 1 – Burgerlijk Procesrecht
o van 10.00 tot 13.00 uur (met pauze)
- Dinsdag: Aud A – Publiek Procesrecht
o van 8.30 tot 11.30 uur (met pauze)
- Maar: tot nader orde online via opnames

Lessenschema: zie Ufora (onder voorbehoud van aanpassing)

Lesopnames:

- via Ufora
- Kom je als student liever niet in beeld ? Kies dan een plaats buiten beeld !

Lesmateriaal delen met anderen ? Art. 47 § 6 OER: Het zonder toestemming van de bevoegde lesgever en
desgevallend de auteur tegen betaling en/of met winstoogmerk verspreiden en vermenigvuldigen van alle
vormen van cursus- en examenmateriaal (syllabi, oefeningen, presentaties, examenvragen, lesnotities etc.) is
niet toegelaten en kan aanleiding geven tot het instellen van een tuchtprocedure tegen de betrokken
student(en) overeenkomstig het Tuchtreglement voor Studenten,

- Kosteloos delen onder studenten van lesmateriaal incl. notities: geen probleem
- Lesnotities / cursusmateriaal verspreiden via betalende websites zoals stuvia, studocu, Athenastudies:
niet toegelaten

Syllabus is binnenkort beschikbaar op Ufora,

Wetboek Staats- en bestuursrecht

- Preventieve rechtsbescherming
- Wetgeving op de Raad van State
- DBRC
- Zie facultair reglement
- Gebruik van wet- en woordenboeken op het examen
o https://www.ugent.be/re/nl/voor-studenten/fdo/reglementen/algemeen.htm/reglcodex.pdf

Raadpleeg studiefiche (via Ufora)

https://studiekiezer.ugent.be/studiefiche/nl/B001315/2022

Eindcompetenties:

- basiskennis hebben van en inzicht hebben in de regelen van het (Belgisch) publiek procesrecht
- eenvoudige casusposities oplossen
- relevante rechtsvragen distilleren uit procesrechtelijke vraagstukken en een begin van oplossing geven
- kritisch reflecteren over regelen van publiek procesrecht en hun toepassing
- bewust zijn dat procesrechtregels evolutief zijn en in functie van maatschappelijke noden en
ontwikkelingen worden bijgesteld




Pagina 1 van 73

,algemene informatie - begrippen


Hoorcolleges

- Inleiding: situering
- Preventieve rechtsbescherming: pro memorie
- Rechtsbescherming a posteriori
- Ombudsdienst en klachtenbehandeling → zelfstudie
- Administratieve beroepen
- Jurisdictionele rechtsbescherming
- Rechtsmachtsverdeling
- Procedure voor de Raad van State
- Interactieve oefensessies (zo mogelijk, tijdens de lesverstrekking)
- Modelexamen: interactieve bespreking

Evaluatie: Periodegebonden – schriftelijk examen: 100%

- Meerkeuzevragen (in uitdagende vorm)
- Open vragen
- Inzichtsvragen
- Toepassingsvragen
- Gebruik van niet-geannoteerd wetboek is toegelaten (conform wetboekenreglement).

Voorbereiding: studeer inzichtelijk

Gebruik je wetboek tijdens les en studie!




Pagina 2 van 73

,algemene informatie - begrippen


INHOUD

0 algemene informatie ........................................................................................................................ 1

1 inleiding ........................................................................................................................................... 5
1.1 begrippen ............................................................................................................................................... 5
1.1.1 Uitgangspunt: rechtsstaat ..................................................................................................................... 5
1.1.2 Legaliteitsbeginsel vereist handhaving ................................................................................................. 5
1.1.3 Rechtsbescherming tegen de overheid ................................................................................................. 5
1.1.4 Technieken van rechtsbescherming ...................................................................................................... 6
1.1.4.1 Soorten rechtsbescherming .................................................................................................. 6
1.1.5 Einddoel: rechtsherstel ......................................................................................................................... 6
1.2 Preventieve rechtsbescherming ............................................................................................................. 7
1.3 Rechtsbescherming a posteriori ............................................................................................................. 7

2 Politieke rechtsbescherming ............................................................................................................ 8
2.1.1 De ombudsman ..................................................................................................................................... 8

3 Administratieve rechtsbescherming ................................................................................................. 9
3.1 soorten beroep....................................................................................................................................... 9
3.1.1 Administratief beroep ........................................................................................................................... 9
3.1.1.1 Kenmerken ............................................................................................................................ 9
3.1.1.2 Belangrijke filterfunctie ....................................................................................................... 11
3.1.2 Niet-georganiseerde administratieve beroepen ................................................................................. 12
3.1.2.1 1/ Willig beroep ................................................................................................................... 12
3.1.2.2 2/ Hiërarchisch beroep ........................................................................................................ 13
3.1.2.3 3/ Beroep bij de toezichthoudende overheid ..................................................................... 14
3.1.2.3.1 Soorten toezicht .............................................................................................. 14
3.1.3 4/ Georganiseerde beroepen .............................................................................................................. 15
3.1.4 Interferentie met jurisdictioneel beroep ............................................................................................ 17
3.1.4.1 Georganiseerd beroep ........................................................................................................ 17
3.1.4.1.1 niet-georganiseerd beroep .............................................................................. 18

4 Jurisdictionele rechtsbescherming ................................................................................................. 20
4.1 kenmerken die exclusief zijn ................................................................................................................ 20
4.2 (andere) kenmerken: (die niet exclusief zijn) ....................................................................................... 22
4.3 De grondwettelijke rechtsmachtverdeling ........................................................................................... 22
4.3.1 Burgerlijke en politieke rechten Staatsrecht!! .................................................................................... 23
4.3.2 Rechtsbescherming door de gewone rechter ..................................................................................... 24
4.3.2.1 Exceptie van illegaliteit ........................................................................................................ 25
4.3.2.2 Overheidsaansprakelijkheid ................................................................................................ 30


Pagina 3 van 73

,algemene informatie - begrippen


4.3.2.3 Immuniteit van tenuitvoerlegging ....................................................................................... 36
4.3.3 Administratieve rechtscolleges ........................................................................................................... 38

5 Raad van state ............................................................................................................................... 41
5.1 Samenstelling ....................................................................................................................................... 41
5.2 bevoegdheden ..................................................................................................................................... 42
5.2.1 1/ Volle rechtsmacht art. 16 RvS-wet ................................................................................................. 42
5.2.2 2/ Cassatieberoep art. 14, §2 RVS-wet ............................................................................................... 42
5.2.3 3/ Vergoedingscontentieux art. 11 RVS-wet ....................................................................................... 43
5.2.4 4/ Annulatieberoep art. 14, §§1 en 3 en art. 17 RVS-wet ................................................................... 44
5.2.4.1 bevoegdheid ........................................................................................................................ 44
5.2.4.2 Ontvankelijkheid – beroepstermijn ..................................................................................... 50
5.2.4.3 Ontvankelijkheid – bekwaamheid en hoedanigheid ........................................................... 52
5.2.4.4 Ontvankelijkheid – belang ................................................................................................... 52
5.2.4.5 Ontvankelijkheid – subsidiariteit ......................................................................................... 55
5.2.4.6 Middelen en vernietigingsgronden ..................................................................................... 55
5.2.4.7 annulatieprocedure ............................................................................................................. 57
5.2.4.7.1 Algemene beginselen ...................................................................................... 57
5.2.4.7.2 Verzoekschrift.................................................................................................. 58
5.2.4.7.3 rolrecht ............................................................................................................ 60
5.2.4.7.4 memorie van antwoord en administratief dossier .......................................... 61
5.2.4.7.5 memorie van wederantwoord of toelichtende memorie ............................... 61
5.2.4.7.6 verkorte procedure ......................................................................................... 61
5.2.4.7.7 gewone procedure .......................................................................................... 62
5.2.4.7.8 tussenkomst .................................................................................................... 63
5.2.4.7.9 verslag van de auditeur ................................................................................... 63
5.2.4.7.10 terechtzitting ................................................................................................. 65
5.2.4.7.11 arrest ............................................................................................................. 66
5.2.4.7.12 rechtsmiddelen ............................................................................................. 67
5.2.4.7.13 gezag en gevolgen ......................................................................................... 67
5.2.4.7.14 bijkomend herstel na vernietiging................................................................. 70
5.2.5 Administratief kort geding .................................................................................................................. 73
5.2.5.1 procedure ............................................................................................................................ 73
5.2.5.2 ontvankelijkheid .................................................................................................................. 73
5.2.5.3 grondvoorwaarden .............................................................................................................. 73
5.2.5.4 procedure ............................................................................................................................ 73
5.2.5.5 Uiterst dringende noodzakelijkheid .................................................................................... 73




Pagina 4 van 73

,inleiding - begrippen


1 INLEIDING

1.1 BEGRIPPEN


1.1.1 UITGANGSPUNT: RECHTSSTAAT
- = de rechtstaat stelt dat iedereen gebonden is door het recht, zowel burgers als overheden
- Om macht in te perken: vertaling in het bestuursrecht → administratief legaliteitsbeginsel

administratief legaliteitsbeginsel

Verschil burger en OH
Handelen vereist juridische - Burger: kunnen altijd handelen tenzij verboden
grondslag (basis rechtsstaat) - OH: kunnen nooit handelen tenzij toegelaten (toegewezen
bevoegdheden)
Overheidsoptreden moet regel- Het moet in overeenstemming zijn met de wetgeving die in die materie
matig zijn = van toepassing is
rechtmatigheidsbeginsel


1.1.2 LEGALITEITSBEGINSEL VEREIST HANDHAVING
- Noodzaak aan rechtsdwang
- Een overheid te dwingen om op een bepaalde manier te gaan handelen
- Het is niet zo evident, want die overheid is machtiger dan dat je zelf bent, het is niet
makkelijk om tegen een overheid te proceduren, maar ook de overheid heeft een grote
beoordelingsvrijheid in wat ze doet en wat niet. Een rechter mag niet zomaar in die
beoordelingsvrijheid gaat treden
- Rechtsdwang soms niet mogelijk: als rechter of als particulier kan je niet zomaar in
- plaats van de overheid beslissen.
- Concl.: afdwingen van recht moet worden beschouwd als het aanwenden van technieken tot
voorkomen (preventief luik) of herstellen van rechtsschendingen (curatief luik)
- = sanctionering
- = rechtshandhaving
- = rechtsbescherming


1.1.3 RECHTSBESCHERMING TEGEN DE OVERHEID
Overheid is feitelijk veel machtiger: De macht van bestuurlijke overheden is beslissingen nemen die eenzijdig
verbindend zijn (administratieve rechtshandelingen).

bestuurshandeling = administratieve rechtshandeling

De overheid kan beslissingen nemen die eenzijdig verbindend zijn, ookal is er
Eenzijdig bindend
geen akkoord van de andere partij.
= het voorrecht van de uitvoerbaarheid: de eenzijdige bestuurshandelingen zijn
Privilège de la décision op zichzelf uitvoerbaar.
exécutoire Bv. je betaalt je belastingen niet, de overheid kan dan onmiddellijk met de
belastingsaanslag naar de deurwaarder en de betaling laten afdwingen.
= het voorrecht van het voorafgaande: Vanaf het moment dat de beslissing
genomen is, moet je je hieraan houden. Indien je niet akkoord bent, dan is het
Privilège du préalable →
de particulier die het procesinitiatief zal moeten nemen en niet de overheid.
obéir d’abord, réclamer
ensuite
Het is geen omkering van de bewijslast, maar een omkering van het
procesinitiatief. (Ook veruitwendigd als volgt: obéir d’abord, réclamer ensuite)


Pagina 5 van 73

,inleiding - begrippen


Bestuursgeschil = geschillen tussen burger en bestuur of tussen besturen onderling over handelingen die in
beginsel uitgaan van een administratieve overheid en door het publiekrecht worden beheerst.


1.1.4 TECHNIEKEN VAN RECHTSBESCHERMING
Door het feit dat de overheid eenzijdig kan optreden, voelt men de nood aan bijkomende bescherming.

Preventieve rechtsbescherming vs. rechtsbescherming a posteriori

1.1.4.1 SOORTEN RECHTSBESCHERMING
administratieve rechtsbescherming Administratieve overheid (+ administratieve beroepen)
“Wetgevende” overheid (vertegenwoordigende organen)
Ombudsdiensten: bemiddelend optreden in conflicten waar de
politieke rechtsbescherming uitvoerende macht bij betrokken is. Om de onafhankelijkheid te
kunnen bewaren, moet de ombudspersoon zich nooit verantwoorden
tegenover de UM, wel tegenover de WM.
Jurisdictionele overheid
- rechters, niet enkel de RM, maar ook de administratieve
jurisdictionele rechtsbescherming rechtscolleges (≠ administratieve overheden, administratieve
rechtscolleges bieden jurisdictionele bescherming en geen
administratieve bescherming)
Samengevat: Als je naar de instelling zelf stapt is het administratieve rechtsbescherming (interne
klachtenbehandeling), als je naar de democratisch verkozen onafhankelijke ombudsman stapt is het de
politieke rechtsbescherming (externe klachtenbehandeling), en als je naar de rechtscolleges stapt is het de
jurisdictionele rechtsbescherming.


1.1.5 EINDDOEL: RECHTSHERSTEL
In natura

- Probleem: OH heeft discretionaire bevoegdheden en beoordelingsvrijheid.
- Rechter: je zal nooit kunnen vragen dat de rechter een andere beslissing neemt, de rechter
kan enkel beslissen dat de beslissing van de overheid kennelijk onredelijk is.
- Bv. examen: je kan niet voor de rechter afdwingen om een 10/20 te krijgen.

Bij equivalent

Gebonden bevoegdheid Discretionaire bevoegdheid
De overheid heeft hier geen beoordelingsmarge, hier gaat er ook wetgeving van belang zijn, maar de
indien je aan de voorwaarden voldoet dan moet je wetgeving gaat nooit dicteren hoe de beslissing eruit
de beslissing krijgen. moet zien.




Pagina 6 van 73

,inleiding - Preventieve rechtsbescherming


1.2 PREVENTIEVE RECHTSBESCHERMING

Dit heeft niks met procederen te maken, het gaat over bestuursrecht. Het gaat over regels die proberen de
kwaliteit van bestuurshandelingen uit te bouwen.

Uitbouw “administratieve procedure in niet-betwiste zaken” = het geheel van modaliteiten die het bestuur in
acht moet nemen bij het uitwerken van een bestuurshandeling.

- Doel: zorgvuldige besluitvorming door de overheid.
- Ervan uitgaande: hoe zorgvuldiger we te werk gaan, hoe kleiner de kans is dat er nadien een
probleem is met de beslissing die men zal nemen
- Indien de overheid niet weet hoe te motiveren, dan zal men tot het besef komen dat het
misschien niet de juiste beslissing is.
- Toep.: formele inspraakmogelijkheden voor de burger
- bv. wanneer je vergunningen aanvraagt, moet er in heel wat gevallen een openbaar
onderzoek zijn, dit is een periode waarbinnen het publiek de mogelijkheid krijgt om
opmerkingen te geven op zaken.
- Toep.: beginselen van behoorlijk bestuur
- Bij het nemen van beslissingen moeten deze in acht worden genomen, die zo correct mogelijk
wordt genomen en die achteraf niet tot discussies zal leiden
- Bv. materiële motivering, je moet kunnen verantwoorden waarom de beslissing is genomen, je
mag niet vooringenomen zijn bij het nemen van een keuze.
Evolutie:

- ° Algemeen deel bestuursrecht, maar nog geen “awb” zoals in Nederland
o Wel tot wetsontwerpen, maar nog niet tot wetgeving
- Belangrijke plaats voor rechtspraak: beginselen van behoorlijk bestuur
- Wetgevende initiatieven:
o Disparate materiegebonden bepalingen
o Algemene wetgevende initiatieven
▪ Formele motiveringsplicht en
▪ Openbaarheidswetgeving

1.3 RECHTSBESCHERMING A POSTERIORI

= rechtsbescherming eens een bestuurshandeling is gesteld

Indeling naargelang instantie die rechtsbescherming biedt:

- Politieke rechtsbescherming (deel 2)
- Administratieve rechtsbescherming (deel 3)
- Jurisdictionele rechtsbescherming (deel 4)




Pagina 7 van 73

,Politieke rechtsbescherming - Rechtsbescherming a posteriori


2 POLITIEKE RECHTSBESCHERMING
= bescherming door democratisch verkozen organen op de diverse beleidsniveaus
- Technieken die niet als rechtsbescherming zijn bedoeld voor de individuele burger, maar die hiervoor wel
worden aangewend.
o Het zijn technieken die in het algemeen bekeken worden en die dus het algemeen belang moeten
dienen.
- Het gaat over zaken waarbij je via vertegenwoordigers de mogelijkheid hebt om controle uit te oefenen op
de overheid
o Het is dus in eerste instantie een controlesysteem op de overheid, om na te gaan of de overheid wel
in het algemeen belang handelt.

DUS: Politieke controle
- Kenmerk: individueel rechtsherstel weegt zelden door op algemene politieke overwegingen

Dienstbetoon = dit waren zittingsdagen georganiseerd door bv. politici waar je dan kritiek kon gaan uiten. Dit is
echter beperkt op vandaag, het is niet de bedoeling om via wetgevend werk problemen van individuen op te
lossen, wetgeving en controle moeten in het algemeen belang zijn.
- Dienstbetoon is nog steeds het belangrijkste, is heel sterk aan banden gelegd, want het is niet de bedoeling
dat een politicus in een vertegenwoordigend orgaan pleit voor de belangen van een specifiek persoon


2.1.1 DE OMBUDSMAN
= De persoon bij wie je terecht kan als je klachten hebt over handelingen, dat kunnen bestuurshandelingen zijn,
zij het niet overal
- Meestal geen bestuurshandelingen, maar gewoon feitelijke zaken die gebeuren en die te maken
hebben met administratieve overheden en waarin de ombudsman gaat bemiddelen
- Bv. ik ga naar de politie om aangifte te doen van de diefstal van je fiets en je wordt daar uitgekafferd,
in deze situatie kan je dan naar de ombudsman gaan.
Begrip: van het bestuur onafhankelijke instantie die als bemiddelaar optreedt waar het contact tussen individu
en organisatie mank loopt

- Klachten over de algemene werking van de overheid
- De ombudsman behoort tot het systeem van de politieke rechtsbescherming omdat de ombudsman
aangesteld wordt door het democratisch verkozen orgaan. Ze worden niet aangesteld door het
orgaan waar ze controle op moeten uitoefenen.
Functie:
- Let op: geen beslechtingsfunctie! Meer dan bemiddelen kan
de ombudsman NIET.
Behandelen
Bemiddelingsfunctie - Ze gaan niet zeggen wie gelijk en wie ongelijk heeft, een
van klachten
ombudsman zal bemiddelen, dat de partijen zelf tot een
oplossing zullen komen
controleren en - Als men ziet dat er veel klachten komen over een wet dan
verbeteren van kan men een voorstel doen aan de OH om deze aan te
Controlefunctie
werking van de passen.
overheid
Tweedelijnsbijstand: eerst bij de OH in kwestie zelf gaan voordat je naar ombudsman gaat (geef de OH zelf
eerst de mogelijkheid om te goed te komen aan uw klacht, als het antwoord niet bevredigend is, kan je naar
de ombudsman gaan)
- 0: informatie en communicatie
- 1: interne klachtenbehandeling
- 2: externe klachtenbehandeling



Pagina 8 van 73

, Administratieve rechtsbescherming - soorten beroep


3 ADMINISTRATIEVE RECHTSBESCHERMING

- Meest opvallende aspecten in de preventieve rechtsbescherming
- Technieken die door het recht aangewend worden om de kwaliteit van een handeling
Preventief op te drijven en op die wijze dus te vermijden dat er geschillen bestaan
(pro memorie) o Beginselen van behoorlijk bestuur
o Motiveringsplicht
o Diverse inspraak- en adviesvormen
- Klachtrecht
o Dit is parallel met de ombudswerking, hier gaat het ook over klachten die je
hebt naar aanleiding van het functioneren van een overheid, het hoeft niet
over een bestuurshandeling te gaan
o Verplicht voor administratieve beroepen van een meldpunt te hebben, een
klachteninstatie waar je met een klacht terecht kan
A posteriori o Bv. je wordt uitgekafferd door een politieagent.
- Administratieve beroepen
o Beroepen die je instelt bij een OH die deel uitmaakt van de administratie
▪ Een bestuurlijke overheid
o Zal tot meer resultaat leiden, heeft te maken met het feit dat de overheid in de
regel verplicht is om gemotiveerd antwoord te geven op het beroep
o Maar het blijft een bestuurshandeling, en dit blijft aanvechtbaar

3.1 SOORTEN BEROEP


3.1.1 ADMINISTRATIEF BEROEP
= dit zijn beroepen die je instelt bij een bestuurlijke overheid en die erop gericht zijn om een bestuurshandeling
(dus hier echt bestuursgeschillen) ongedaan te maken of te wijzigen

3.1.1.1 KENMERKEN
1/ Voorwerp: administratieve rechtshandeling (bestuurshandeling)

2/ Beroep bij orgaan van actief bestuur → administratieve OH: Dit heeft een invloed op de manier waarop de
beroepsinstantie het beroep kan behandelen.

Beroep bij administratieve OH Beroep bij jurisdictionele OH
Een administratief beroepsorgaan kan dus zowel een Dit is anders bij een jurisdictioneel beroep, de RM
legaliteits- als een opportuniteitscontrole oefent controle uit op de correcte toepassing van
doorvoeren. het recht.
Waarom? De UM heeft beleidsbevoegdheid binnen Er is wel controle op de redelijkheid, want er bestaat
het kader van de wetgeving, dit is ook zo voor de een redelijkheidsbeginsel, maar dit is een heel
beroepsinstanties in een administratief beroep. Een delicate controle, want je discussieert hierbij over de
beroepsinstantie behoort tot de UM en heeft dus keuze die de overheid heeft binnen de
van nature de beleidsbevoegdheid, een beleidsmarge.
beroepsindiener hoeft niet per se aan te tonen dat
Je kan maar tussenkomen als rechter indien geen
een beslissing onrechtmatig is, je kan ook met
enkel normaal denkend redelijke overheid die
opportuniteitsargumenten komen.
beslissing zou hebben genomen (= marginale
→ zowel een legaliteits- als een toetsing). (ratio: scheiding der machten)
opportuniteitscontrole doorvoeren.
→ geen opportuniteitscontrole
CONCLUSIE: Je bent dus beter af met een administratief beroep, want de administratieve beroepsinstanties
kunnen ook oordelen over de opportuniteit.



Pagina 9 van 73

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent011. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R212,17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

74534 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R212,17  9x  sold
  • (2)
  Buy now