100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Samenleving, feiten en problemen R156,20
Add to cart

Summary

Samenvatting - Samenleving, feiten en problemen

1 review
 30 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document worden de 12 lessen van Samenleving Feiten en Problemen overzichtelijk weergegeven. Er wordt bij elke grafiek uitgelegd wat de grafiek inhoud en de structuur van de lessen word gevolgd. De titels van de hoofdstukken zijn: - Les 1: Inleiding, een conceptueel kader - Les 2: Als mark...

[Show more]

Preview 4 out of 116  pages

  • May 24, 2024
  • 116
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lanakader8 • 5 months ago

avatar-seller
Samenleving: feiten en
problemen
Les 1: Vooraf
Positief VS. Normatief

Positieve (beschrijvende) analyse richt zich op Normatieve (prescriptieve) analyse richt zich op
feitelijke vragen waardeoordelen
 Hoe ziet de wereld eruit?  Hoe zou de wereld eruit moeten zien?  hoe
 Bv: Wat is het effect op de willen we dat de wereld eruit moet zien?
werkgelegenheid als we het minimumloon  Bv: Is de samenleving beter af met een hoger
verhogen? minimumloon?
 Belangrijk onderscheidt om uitspraken te begrijpen die gedaan worden

Correlatie vs. Oorzakelijk verband
Correlatie: statistische associatie tussen variabelen (die samen bewegen)

Oorzakelijk verband: Verandering in één variabele veroorzaakt een verandering in de andere
variabele

Belangrijk: correlatie impliceert geen causaal oorzakelijk verband  Waarom niet?
 Een derde variable kan beide variabelen beïnvloeden
 vb. verkoop van ijsjes en zweten: mensen die ijsje eten zweten meer  klopt niet want
warme temperaturen veroorzaken beide variabelen apart
 Beleid mag niet gebaseerd worden op correlaties omdat je je beleid baseert op basis van iets
dat niet per se klopt  veel geld verspilt

 Omgekeerd oorzakelijk verband
 vb. armoede en laag zelfbeeld zijn gecorreleerd (Veroorzaakt armoede een laag zelfbeeld of
vice versa?)


Praten over beleid
Het formuleren van beleidsaanbevelingen en beleidsadvies:
 Een goed begrip van de samenleving is noodzakelijk (positieve analyse)
 In het bijzonder over de oorzakelijke verbanden tussen de variabelen waarin we geïnteresseerd
zijn (dat kan complex zijn, bv. in een web van oorzakelijke verbanden)
 Zijn steeds conditioneel op een normatieve positie (in welke samenleving willen we leven?) en
daarover zijn we het misschien niet eens
 Voorzichtigheid is geboden!

,Les 1: Inleiding, een conceptueel kader
Samenlevingen
Samenlevingen = meerlagige structuur: je kan een samenleving definiëren op verschillende niveaus
en een individu behoort tot verschillende samenlevingen  vb:
 Lokale samenleving: bv. Antwerpen
 Regionale samenleving: bv. Vlaanderen
 Nationale samenleving (natiestaat): bv. België
 Supranationale samenleving: bv. Europese Unie
 Wereldwijde samenleving: de wereld

 Het woord “De samenleving” is toepasbaar op al deze lagen (in deze cursus vaak de nationale
samenleving)
Leden van een samenleving
Een samenleving bestaat uit individuen (haar leden) Het lidmaatschap van een samenleving (of
burgerschap) geeft recht op bepaalde rechten, dit bestaat uit 3 delen (T.H. Marshall, 1950):

 Burgerrechten: rechten die nodig zijn voor individuele vrijheid
 Bv. vrijheid van meningsuiting, gedachte en geloof (18e eeuw)
 Politieke rechten: recht op deelname aan de uitoefening van de politieke macht
 Bv. algemeen kiesrecht (19e eeuw)
 Sociale rechten: recht om een waardig leven te leiden
 Bv. bescherming tegen armoede (20e eeuw)
 Tot stand gekomen in verschillende golven

Sociale rechten in de Belgische grondwet
In de grondwet is artikel 23 een belangrijk artikel. Dit artikel zegt dat Burgers van België sociale
rechten hebben (recht op arbeid, gezond leefmilieu, culturele ontwikkeling, goede huisvesting,…)

Europese pijler van sociale rechten
Geratificeerd in 2017 door EU-landen met 20
kernbeginselen (3 categorieën):
 Sociale bescherming en inclusie
 Gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt
 Rechtvaardige arbeidsvoorwaarden
(Concreet) actieplan in 2021  idee van sociale
grondrechten pas dan doorgedrongen in Europa

,Drie Basis instituties
De leden van een samenleving zijn geen geïsoleerde atomen
 Ze leven, werken, spelen, studeren samen
 Ze vormen (sociale) basisinstituties
 Wij concentreren ons op drie basisinstituties:
 Het gezin
 Het bedrijf
 De overheid
 Deze basisinstituties zijn de belangrijkste actoren van deze cursus. Als een gezin werkt behoren
ze tot een bepaald bedrijf en ze verhouden zich op een manier tov de overheid

Geschiedenis van de homo sapiens
Kijken naar het fysieke verschil tussen het begin van de
mens en de ontwikkelde Homo sapiens. We zijn cognitief
ontwikkelt waardoor we een groter hoofd hebben
gekregen.

Als mens moeten we intenser zorgen voor onze
pasgeborenen omdat ze zo vroeg geboren worden en ze
hulpeloos zijn. Dit kunnen we doen als gezin.




Basisinstitutie 1. het gezin
Waarom vormen mensen gezinnen?
 Nieuwe mensen voortbrengen
 Deze nieuwe leden verzorgen
 Wederzijdse hulp bieden
 Samenwerken
 Middelen samen gebruiken
 ...
 Gezinnen zijn informeel georganiseerd: ze planten zich samen voort, maar dragen ook zorg voor
de kleintjes en ook op het einde van het leven wordt er zorg gedragen voor ouderen. Dit moet
georganiseerd worden door de samenleving  hoe doen we dit = rol van basisinstituties

Cognitieve revolutie
Ongeveer 70.000 jaar geleden  Homo Sapiens ontwikkelt stelselmatig taal  opent nieuwe
mogelijkheden:

 Samenwerken in (grotere) groepen: conflicten uitpraten, praktischer dingen aanpakken,…
 Door samenwerking ontstaan er grotere clusters/ kleinere samenlevingen
 Creatie van een verbeelde werkelijkheid (mythes, legendes, religie, …)
 Ontwikkeling van cultuur, religies, “Wij” VS “Zij”
 Ruil en handel: talenten gebruiken om te kunnen ruilen
 Praten met elkaar en complexe gedachten/ nieuwe ontdekkingen met elkaar delen

, De markt
De leden van een samenleving doen aan ruil op de markt. De meeste markten zijn gebaseerd op
verkopers die hun goederen of diensten aanbieden aan kopers in ruil voor geld.

Let op:
 Ruil is het essentiële kenmerk van een markt, niet geld.
 Je kan alles ruilen wat je wil ruilen (als er een afgesproken waarde is)
 Ik (= docent) beschouw de markt op zich niet als een basisinstitutie (gezinnen, bedrijven,
overheid zijn de basisinstituties)
 De markt zelf doet geen acties: op de markt gaan mensen acties doen
 Er zijn verschillende markten: de klassiek economische markt, maar ook ruilsystemen in
gevangenissen, vroeger in concentratiekampen met tabak of papierbloemen tov schelpen

Prehistorische zorg
Geval van Romito 2 (vroegst bekende geval van dwerggroei)
 Gevonden in "Grotta del Romito" (Italië) en Stierf ongeveer 11.000 jaar geleden
 Man, 17-20 jaar oud  120 cm
 Leed aan verminderde mobiliteit, beperkte strekking van de onderarm
 Kon niet voldoen aan de normatieve eisen van zijn samenleving
 Kreeg zorg in verschillende levensfasen = kon alleen zolang geleefd hebben als hij zorg kreeg van
anderen = oudste voorbeeld van zorgdragen voor iemand in een samenleving

Agrarische revolutie
Ongeveer 10.000 jaar geleden (na proces van duizenden jaren)

 Homo sapiens ontwikkelt landbouw
 In het begin: soort bloempotten met oogsten telkens meenemen
 Uiteindelijk vestigden sommige groepen zich op een vaste plek waar vruchtbare grond was

 Landbouw = belangrijk  verhoogt de voedselproductie per m²
 Niet langer afhankelijk van toevalligheden: mammoet dat voorbijkomt,…
 Grotere samenlevingen kunnen in stand worden gehouden
 Sommige leden kunnen andere dingen doen dan jagen en voedsel verzamelen
 Sociale hiërarchieën (en ongelijkheid) ontstaan (slaven,…)
 Homo sapiens ontwikkelt schrift
 Maakt organisatie van grotere samenleving mogelijk = ontstaan overheid




Basisinstitutie 2: de overheid
Grotere samenlevingen vereisen een meer formele organisatie  Sommige leden van de
samenleving krijgen de macht (of dwingen deze af) om over anderen te heersen: de overheid.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemfrankie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R156,20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R156,20  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added