100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges Vorm en Functie R58,88   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoorcolleges Vorm en Functie

 42 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle hoorcollege aantekeningen voor het vak Vorm en Functie. Deze aantekeningen omvatten nagenoeg de gehele stof en behandeld de belangrijkste punten voor het tentamen uit het bijbehorende boek voor dit vak.

Preview 4 out of 57  pages

  • No
  • De hoofdstukken die worden vermeld binnen de leerstoflijst in de handeleiding
  • May 31, 2019
  • 57
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Vorm & Functie

HC 1 04/02/2019: Vorm & Functie introductie

Met vorm bedoelen we anatomische structuren en hun functie betekent hun fysiologische
rol. Ogen met dezelfde functie zie je verschillende structuren van de verschillende
organismen die geëvolueerd zijn uit hetzelfde principe > alleen dezelfde functie, maar met
een anatomische andere structuur (vorm). De verschillende anatomische structuren hoeven
niet volmaakt te zijn om tijdens de evolutie in stand gehouden te worden (menselijk oog > de
lichtgevoelige cellen liggen achterin in het netvlies > het netvlies is andersom aangelegd bij
de inktvis > perfecter aangelegd cameraoog).

HC 2 06/02/2019: Anatomie van het spijsverteringssysteem

Voorkant is ventraal en achterkant dorsaal. Anatomische vlakken: transversaal (verdeelt de
mens in boven- en onderkant), frontaal (voor en achterdeel) en sagittaal (linker en rechter
deel). Het spijsverteringsstelsel bestaat uit: oral cavity with teeth and tongue, pharynx,
esophagus, stomach, small intestine en large intestine. Behalve deze organen hebben we
ook speekselklieren, galblaas, lever en alvleesklier.

6 functies van het spijsverteringssysteem:
1. ingestion > opnemen van voedsel in de mond
2. mechanical processing > kauwen met je tanden
3. digestion > verteren (opknippen van eiwitten in aminozuren) > chemical breakdown
4. secretion > uitscheiden zoals speeksel, pancreassappen, zuren, enzymen, buffers
door glandular organs of het epitheel aanwezig in de tractus digestives
5. absorption > aminozuren, water opnemen
6. excretion > defecation van feces chique term voor poep

Mond- en keelholte
We zien een sagittale doorsnede. De functie is ingestion en mechanical processing. Keel
noemen we de pharynx en de mondholte cavum oris. In de mondholte zien we de tong >
belangrijk voor articulatie, spreken, voedsel opzij duwen. Daarnaast hebben we tanden
nodig voor de mechanical processing. Tong noemen we lingua, gehemelte palatum kent een
hard en zacht (spier) gedeelte met de huig (uvula). Fauces is de overgang van mond naar
keel. In de mondholte zitten speekselklieren > parotid salivary glands (voor je oor),
submandibular salivary glands (onder de kaak) en sublingual salivary glands (onder de
tong). Dit speeksel is nodig om voedsel te processen of als je honger hebt. De parotid kent
een afvoergang via de wang de mond in > kan een steentje in zitten en klachten
veroorzaken. De afvoergangen heten respectievelijk: glandula parotidea, submandibularis
en sublingualis.
Pharynx bestaat uit: nasopharynx (neuskeel), oropharynx (mondkeel), laryngopharynx
(strottenhoofdkeel). De nasopharynx moet geen vocht of eten gaan bevatten > verslikken.
Slikken > bij een normale ademhaling heb je een neusademhaling. De lucht- en voedselweg
kruisen elkaar. Tijdens slikken moet de luchtweg afgesloten worden > het zachte gedeelte
van het gehemelte sluit de nasopharynx af en de luchtpijp wordt ook afgesloten door
epiglottes. Slikken zelf is bewust en verder gaat het autonoom. De tong drukt de bolus tegen
het gehemelte (palatus) waardoor de nasopharynx wordt afgesloten. Epiglottis sluit de weg

,naar de trachea af. Door contractie van de spieren in de slokdarm wordt de bolus
voortgeduwd.
Hoe werkt peristaltiek > spierlagen werken samen om de bolus voort te bewegen. Circulaire
en longitudinale spierlaag. De circulaire laag contraheert achter de bolus spant aan en door
verkorting van de longitudinale spierlaag kan de bolus zich voort bewegen.

Oesophagus
Loopt door de thorax in de ruimte tussen de longen > mediastinum. In de tractus digestivus
zitten poorten (sphincters) die ervoor zorgen dat het voedsel één kant op gaat > anti-reflux
mechanisme. De opening in het diafragma heet de hiatus oesophageus. Je ziet een hoek
die de oesophagus met de maag de hoek van His heet. Als de maag vol zit, sluit de hoek. Er
zitten ook sphincters, een hogere druk en het diafragma > meerdere mechanismen
waardoor inhoud van de maag niet terug de slokdarm in gaat. Bij de refluxziekte komt
langdurig de zure substantie in de slokdarm > metaplasie (onrustige cellen > teveel
zuurbrander in de slokdarm en kan resulteren in slokdarmkanker).

Maag
Maag noemen we gaster. De overgang van slokdarm naar maag > cardia. De top van de
maag noemen we de fundus. het lichaam heet de corpus. De uitgang van de maag: antrum
en canalis pyloricus. Sphincter pyloricus (sphincter die controleert wat er vanuit de maag in
de darm (duodenum) komt). De curvatura major en minor zijn de rechter en de linkerkant
van de maag.
De spierlagen lopen in allerlei richtingen. Een gezonde maag heeft vele rugae
(maagplooien). Langs de binnenbocht zitten hardere spieren voor een snellere
voedselpassage. De vorm van de maag kan wisselen.
Als er iets is, een probleem, kan je via gastroscopie dit bekijken. Je kijkt hierbij direct naar de
maagwand
Functies van de maag:
- Opslag
- Mechanical breakdown van voedsel
- Disruption van chemische verbindingen in voedsel via zuur en enzymen
- Productie van stoffen zoals intrinsic factor > glycoprotein required voor absorpit van
vitamine B12 in de small intestin. Gek dat dit hier geproduceerd wordt en later pas
nodig is in het traject.

Dunne darm (small intestine)
De dunne darm bestaat uit de duodenum (twaalfvingerige darm), jejenum (nuchtere darm)
en het ileum (kronkeldarm). De dunne darm is ongeveer 6 m. Het jejenum heeft veel meer
plooien dan het ileum, aangezien daar meer wordt opgenomen. De intrinsic factor wordt
gebruikt aan het einde van het ilieum.
Het duodenum kan je verdelen: in verschillende delen: pars superior (bovenste gedeelte),
pars descendens, pars horizontalis, pars ascendens en de flexura duodenojejunalis (hoek
tussen duodenum en jejenum). Op het pars descendens sluit de galblaas (galweg > ductus
colechedus > gal is nodig voor het verpakken van vet voor vetopname) en de pancreas
(ductus pancreaticus met een accessoir gangetje > pancreas is een exocrien
(pancreassappen met enzymen) en een endocrien (hormonen) orgaan). Het duodenum is
verstopt achter het peritoneum.
Functies:

, - Key role in digestie en absorptie van voedingsstoffen
- 90% van de voedingsstoffen opname vindt hier plaats

Alvleesklier (pancreas)
Heeft een caput, corpus en een cauda. De processus uncinatus is een ander deel van de
alvleesklier. Papil van Vater is waar de ductus coledochus in uitmondt.
Functies:
- Endocriene cellen voor secretie van insuline en glucagon
- Exocriene cellen voor het produceren van pancreassappen zoals amylase en
trypsinogeen.

Lever (hepar)
Aantal kwabben > lobus dexter (rechts) en lobus sinister (links) en deze worden anatomisch
gescheiden via falciform ligament, functioneel klopt hier niets van. Lobus quadratus en een
lobus caudatus als we naar de onderkant kijken. Ook hebben we de area nuda > dat deel
van de lever dat niet bekleed is met peritoneum en daaromheen ligt de coronary ligament.
Aan de onderkant hebben we verder de lobus quadratus (galblaas). Inferior cava ligt bij de
lobus caudatus. In de porta hepatis zit de vena portae, ductus hepaticus communis en
arteria hepatica propria. De hepatic arteria propry gaan de darm in. De ware scheiding van
de links en rechts van de lever zit hier > functionele rechts en links verdeling (chirurgisch).
Functies:
- Metabolisme > de lever reguleert: compositie van bloed, nutriënt metabolisme,
verwerking van medicijnen, voedingsstoffen opslag, afvalproducten verwijderen.
Albunine wordt geproduceerd door de lever en is nodig voor de osmotische druk in
het bloed > bij verhongering bijvoorbeeld dat resulteert in het hongerbuikje)
- Gal productie > nodig voor vetopname. Vetten zijn niet wateroplosbaar en worden
gekapseld (ge-emulgeerd) tot emulsion droplets en worden vervoerd via je
lymfestelsel vervoerd (melkvaatjes) > deze vetten lijken op een melksubstantie. Je
vetten kunnen naar de vetcellen of kunnen verder verwerkt worden in de lever
(lymfestelsel sluit namelijk weer aan op de plek tussen schouder en borst.
- Bloed regulatie (hematological) > via de poortader vanuit de dunne darm naar de
lever, de lever die neemt voedingsstoffen en schadelijke stoffen op en sluit weer op
de tractus digestives aan. De lever is het grootste reservoir van het bloed (25% van
de cardiac output (wat uit je hart wordt gepompt)). Het ruimt verder hormonen op,
drug metabolisme, het maken van gal, verwijderen van antilichamen.

Galblaas (vesica biliaris)
Opslag van gal gemaakt door de lever. De gal gebruik je bij signalen afkomstig uit de
darmen. Bij het verwijderen van de galblaas moet je lichaam eerst resetten er is immers een
opslag reservoir weg > wanneer je dus meerdere vette dingen eet > vettige ontlasting.
Sphincter controleert de pancreas, lever en galblaas gang naar de duodenum > sphincter
van Oddi bij de papil van Vater. Wanneer galstenen (obstructie van galwegen) bij de
sphincter zitten dan blokkeren zij de galgang en de alvleeskliergang en gaan giftige
enzymen de pancreas opeten? Wanneer gal niet meer in de darm kan komen > geen
bilirubine meer in de darm, maar in de bloedbaan > icterus (geelzucht), daarnaast krijg je
pijn in je buik. CCK reguleert de afgifte van gal naar de darmen > wanneer dit afgegeven
wordt gaat de sphincter open.

, Jejunum en ileum
90 % van de absorptie vindt hier plaats in de dunne darm. Verschillen tussen de twee:
- Proximaal jejenum met distaal ileum > jejenum heeft veel meer plooien en kent zo
meer werkoppervlakte > oppervlaktevergroting

Dikke darm (colon)
Vanuit het ileum naar het caecum (officieel blinde darm > wij noemen de appendix
vermiformis het wormvormig aanhangsel de blinde darm (appendicitis > ontsteking)) zit ook
een sphincter > klep van Bauhin (valva ileocaecalis. Vervolgens heb je het colon en het
rectum. Van het colon heb je ascendens, transversum, descendens, sigmodinium
(karteldarm). Het dunne darm en het rectum zien er anders uit dan het colon.
Functies van colon:
- Water onttrokken en bilirubine wordt opgenomen
- Feces indikken
- Feces opslaan
- Absorptie van vitamines
Als de draaiing van de darmen niet goed plaatsvindt tijdens de embryonale fase ligt de
appendix op een andere plek dan normaal.
Hoe herken je dat het een dikke darm is: taenia coli (drietal lijntjes die langs de colon lopen),
haustra coli (bollingen) en appendices epiploicae (vetjes langs de colon).

Rectum
Hoek (van belang voor continentie functie) tussen de colon en het rectum > anorectale hoek
(bevat een deel van bekkenbodemspieren) > scherper maken van de hoek, want bij
ontspanning kan de ontlasting terechtkomen in het rectum. Belangrijke spier bij voorkomen
van incontinentie. Hierbij spelen de sphincter ani internus, puborectalis, sphincter externus
een rol. Het rectum is het laatste rechte deel van de darm. Je hebt een interne en externe
sphincter. Het verschil hiertussen is autonoom (intern) en (extern) willekeurig. Het rectum
vult zich met feces en middel signalen waardoor de interne sphincter open gaat staan en de
externe sphincter bepaalt wanneer de feces kan ontsnappen. Het anale kanaal wordt dus
afgesloten door het sphincter systeem. Verder vormt de anus de uitgang.

Vascularisatie
Uit de aorta komen drie takken abdominaal: truncus coeliacus (voordarm arteria), arteria
mesenterica superior (middendarm arteria) en inferior (achterdarm arteria).
De portale circulatie > alles wat opgenomen wordt via de tractus digestivus gaat via de
venen naar de vena porta en deze sluit aan op de lever. Via de onderste holle ader komt dit
weer terecht in de systemische circulatie. Bij anastomosen zijn er een aantal
contactmomenten tussen de vena cava en vena porta : distaal oesophagus, navel, distaal
rectum, paracolisch. Klinisch belang van deze portocavale anastomosen is: bij levercirrose
kan er bindweefsel hieromheen ontstaan (baksteen) > het bloed kan niet door de lever, dus
het bloed moet dus via deze portocavale anastomosen > overbelasting en de vaten zullen
uitzetten > bij de distaal oesophagus bijv. kunnen hier dus spataderen ontstaan en deze
kunnen knappen en kunnen gaan bloedbraken. Het hoofd van Medusa is een benaming
voor de spataderen als gevolg van deze levercirrose die gevormd worden rond de navel.

HC 3 08/02/2019: Algemene histologie en de histologie van het spijsverteringssyteem

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joyceburger71. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R58,88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59523 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R58,88
  • (0)
  Buy now