Samenvatting goederen- en insolventierecht (problemen + hoorcolleges)
22 views 2 purchases
Course
Goederen- en insolventierecht (RR212)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Book
Goederenrecht
Dit is een samenvatting van het vak goederen- en insolventierecht bachelor jaar 2. Het bevat een uitwerking van alle 8 de problemen inclusief hoorcolleges. De samenvattingen zijn bijgewerkt na de werkgroep en worden door medestudenten als zeer overzichtelijk beschouwd. Persoonlijk heb ik met deze s...
Literatuur probleem 8 goederen- en insolventierecht GIR
Literatuur probleem 5 goederen- en insolventierecht GIR
All for this textbook (14)
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Rechtsgeleerdheid
Goederen- en insolventierecht (RR212)
All documents for this subject (121)
Seller
Follow
abi2004gail
Reviews received
Content preview
Samenvatting goederen- en insolventierecht
De leerdoelen zijn:
1. Welke beperkte genotsrechten zijn er? (Jullie hoeven niet ieder genotsrecht tot in het
kleinste detail uit te werken. Gebruik onderstaande vragen om structuur aan te brengen in
de zelfstudie)
-Welke beperkte genotsrechten zijn er?
-Waarvoor kan ieder beperkt genotsrecht worden gebruikt? Wat is, met andere woorden, de
functie van het resultaat dat bereikt kan worden met ieder beperkt genotsrecht?
-Waarop kunnen deze rechten worden gevestigd? M.a.w.: op welke types van goederen
(registergoederen, zaken, vorderingen) kunnen zij worden gevestigd?
-Wat is de duur van ieder beperkt genotsrecht?
-Hoe zit het met een eventuele vergoedingsplicht in hoofde van de beperkt gerechtigde?
2. Hoe kan men beperkte genotsrechten in het leven roepen/vestigen?
3. Wat is de werking van beperkte genotsrechten ten aanzien van derden? (NB: Dit komt op
meerdere plekken in het probleem terug: welke gevolgen heeft de afspraak tussen Sandy en
Max en Sandy en buurman Zout voor Zeynep en mag Max het strand blijven gebruiken en
moet Zeynep de takken snoeien) (NB: Beperkt je bij de studie tot de prioriteitsregel en het
zaaksgevolg. De regels over derdenbescherming komen bij probleem 3 aan de orde)
4. Hoe zit het wanneer men op de grond van een ander bouwt? (of algemener: wie is/wordt
de eigenaar van een gebouw?)
5. Welke verbintenisrechtelijke alternatieven bestaan er voor beperkte rechten, in het
bijzonder voor de erfdienstbaarheid?
Kennisclips week 1
Eigendom is het meest omvattende recht wat iemand om een zaak kan hebben.
- Gaat het om vermogensrechten? Dat wordt eigendom toebehoren genoemd.
Er zijn twee typen goederenrechtelijke rechten:
- Genotsrechten en zekerheidsrechten.
Goederenrechtelijke genotsrechten= de eigenaar kiest ervoor om iemand anders een
bepaald genot van zijn eigendom te verschaffen. A is eigen van een onbebouwd stuk grond,
hij kan ervoor kiezen om B bepaalde goederenrechtelijke bevoegdheden te verschaffen tegen
een vergoeding. Erfpacht.
Goederenrechtelijke zekerheidsrechten= dit verschaft een eigenaar niet het genot van zijn
goed aan een ander maar het recht om dat goed in bepaalde gevallen te verkopen en zich bij
voorhand op de opbrengsten van dat goed te verhalen. Bv: ondernemer a heeft plannen en
gaat naar bank voor krediet, de bank zegt wij willen wel lening geven maar wat als je het niet
kan terugbetalen? A kan dan zeggen je krijgt mijn huis als onderpand, dan wordt daar een
bank- of hypotheekrecht op gevestigd en dan kan de bank in het geval van niet terugbetaling
de goederen verkopen en daar het bedrag van nemen.
Bij het vestigen van een goederenrechtelijk zekerheidsrecht of genotsrecht zijn de partijen
niet vrij om te beperkte rechten te bedenken. Zij moeten kiezen uit de door wetgever
opgestelde beperkte rechten. Dit heet de Numerus Clausus.
Hoe worden beperkte rechten gevestigd?
- Zij moeten de door de wet vastgelegde voorschriften voor een beperkt recht volgen.
Voor de vestiging van beperkte rechten geldt ook gewoon OTLB uit art. 3:83 en 3:84
O= overdraagbaarheid
T= titel
L= levering
B= beschikkingsbevoegd.
Dat OTLB geldt bij vestiging van een goed staat in art. 3:98.
De vereisten van de overdracht van een goed zijn hetzelfde als vestiging van een beperkt
recht.
In plaats van OTLB heeft het bij vestiging beperkte rechten OTVB.
- V= vestigingshandeling.
Betekent verder hetzelfde als levering.
Wat is er nodig voor levering?
- Levering van onroerende zaak bestaat uit notariële akte en het laten inschrijven
daarvan.
- Vestigingshandeling van een beperkt recht bij een onroerende zaak bestaat ook uit
opmaken notariële akte en het inschrijven daarvan.
Kennisclip 2:
Goederenrechtelijke genotsrechten
Erfpacht:
Bij een erfpachtrecht wordt doorgaans een vergoeding bedongen, dit heet canon, die om
dezelfde zoveel tijd wordt aangepast aan de nieuwe grond- en woningprijzen.
Wat is erfpacht nu precies (art. 5:89 lid 1 BW):
Het is goederenrechtelijk genotsrecht op het goed van een ander op grond waarvan de
eigenaar hetzelfde genot heeft wat een eigenaar heeft. Hij mag hetzelfde doen als wat een
eigenaar heeft. Hij kan het bebouwen, verhuren etc.
- Er is maar 1 beperking dat is dat hij de bestemming van het goed niet mag wijzigen
zonder toestemming van de eigenaar (art. 5:89 lid 2 BW). Onder bestemming
wordt verstaan datgene waarvoor dat onroerende zaak wordt gebruikt.
Op wat voor goed kan erfpacht worden gevestigd?
- Onroerende zaak.
2
,Waarom zou iemand erfpacht geven?
- Geld in art. 5:85 lid 2 BW staat immers dat in de akte van vestiging bepaald kan
worden dat een erfpachter aan de eigenaar een vergoeding moet betalen die de
canon wordt genoemd. Het is geen verplichting.
Vruchtgebruik:
Wordt vaker in een familiale context gebruikt.
Vruchtgebruiker mag het goed gebruiken, bewonen verhuren en hij mag zich de vruchten
van het in vruchtgebruik gegeven goed toe-eigenen.
- In art. 3:201 staat dat hij de goederen die aan een ander toe behoren mag gebruiken
en de vruchten daarvan mag genieten. Dit kan je letterlijk opvatten dus bv de
gewassen die op het goed staan maar dit betekent ook het huurgeld als hij het goed
verhuurt.
De bevoegdheden van vruchtgebruik zijn vrij ruim. Maar net als bij erfpacht moet de
bestemming van het goed gerespecteerd worden) art. 3:208 BW.
Vruchtgebruik en erfpacht lijken op elkaar maar wat zijn de verschillen:
- Erfpacht art. 5:85 lid 1 zegt dat erfpacht enkel op een onroerende zaak worden
gevestigd.
- Recht van vruchtgebruik kan op alle goederen worden gevestigd (art. 3:201 BW).
Bij erfpacht en vruchtgebruik kan de eigenaar van het goed, voor de duur van dat recht, zijn
goed zelf niet meer mag gebruiken. De gebruiksbevoegdheden komen dan exclusief aan de
erfpachter of vruchtgebruiker.
Erfdienstbaarheid art. 5:71 lid 1 BW:
Bij erfdienstbaarheid is het bovenstaande niet zo. Hier blijft een eigenaar zijn goed gewoon
gebruiken alleen moet hij accepteren dat ook iemand anders zijn goed op een bepaalde
manier gebruikt. Denk aan het recht van overpad.
Bij erfdienstbaarheid moet je iets dulden of niet doen.
- Bij dulden kan je dus denken aan recht van overpad maar ook aan een buurman die
een balkon heeft dat op minder dan 2 meter van uw grond bevindt (wat eigenlijk
moet).
- Bij niet doen betreft dat de ene buurman geen activiteiten mag uitvoeren die veel
lawaai maken of een erfdienstbaarheid die inhoud dat er geen bomen geplant mogen
worden die de lichtinval van de ene buurman wegnemen.
Wat niet kan bij erfdienstbaarheid is aan iemand de verplichting op te leggen om iets te
doen. Bv iedere maand het gras van de buurman maaien.
Erfdienstbaarheid kan dus alleen negatieve verplichting opleggen, geen positieve
verplichting.
Er zijn twee uitzondering (art. 5:71 lid 1).
3
, Een erfdienstbaarheid wordt niet gevestigd ten behoeve van een persoon maar ten behoeve
van een onroerende zaak die het heersend erf wordt genoemd. Als we teruggaan naar het
recht van overpad, buurman loopt over uw grond Uw grond waar overheen wordt
gelopen is dienend erf. Dat recht van overpacht, die erfdienstbaarheid, wordt niet op uw
stuk grond gevestigd ten behoeve van uw buurman maar ten behoeve van het stuk grond
van uw buurman het heersend erf.
Het feit dat het dienend erf aan het heersend erf is verbonden heeft tot gevolg dat als uw
buurman dat stuk grond verkoopt en overdraagt aan een derde, de nieuwe buren (de derde)
voortaan van de erfdienstbaarheid gebruik mogen maken.
- Het gaat namelijk niet om de persoon maar enkel om het stuk grond. Dit maakt de
erfdienstbaarheid een afhankelijk recht art. 3:7 BW. Dat houdt in dat als het erf van
uw buurman wordt verkocht daarmee wordt ook direct de erfdienstbaarheid
overgedragen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller abi2004gail. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R143,43. You're not tied to anything after your purchase.