Operatieve zorg en technieken - Traumatologie van extremiteiten en bekken
In deze samenvatting vind je alle doelstellingen van het vak orthopedie uitgewerkt. Hieronder valt heelkunde, ziekteleer en OZT. De lessen zijn gegeven op de Amstel Academy voor de opleiding tot operatieassistent
Traumatologie van extremiteiten en bekken H3/H4/H7/H8/H12.1/H13/H15/H16/H18/H18.1/H19/H20/H21/H23/H24/25.1/H26.1/H28
Traumatologie
OZT Traumatologie les 1
All for this textbook (5)
Written for
Amstel Academie (AA)
Operatie Assistent
Orthopedie
All documents for this subject (5)
6
reviews
By: tomvdelft27 • 1 year ago
By: kayleighbeets • 2 year ago
By: DaveStierp • 2 year ago
By: sekereda • 3 year ago
By: priscilla3 • 3 year ago
By: lindaarendshorst • 4 year ago
Seller
Follow
thessak
Reviews received
Content preview
Doelstellingen: TLP 4
Orthopedie: Ziekteleer & OZT
Infectiepreventie
Stralingshygiëne
4.13 Ziekteleer: Orthopedie
-Je kunt met betrekking tot fractuurgenezing de rol van osteoblasten bij fracturen toelichten
Bot bestaat uit verschillende onderdelen. De buitenkant van het bot wordt ook wel de
cortex genoemd. Op de cortex zit een laagje periost, wat beter bekend staat als het
botvlies. Aan de binnenzijde is het bot hol, hier zit de mergholte of spongieus bot. De
mergholte bevindt zich vooral in de diafyse van het bot (in pijpbeenderen). Het
spongieuse bot zit vooral in de epifyse/metafyse. De overgang tussen de cortex en het
spongieuse bot wordt het endosteum genoemd.
In het bot zitten drie belangrijke cellen, namelijk de osteoblasten, osteocyten en
osteoclasten. De osteoblasten maken het bot aan. Een osteoblast wordt uiteindelijk een
osteocyte. De osteoclasten breken het bot af, dit zorgt ervoor dat er in het bloed
voldoende calcium is.
-Je kunt met betrekking tot osteoporose de oorzaken/ risicofactoren beschrijven
Voor botten is het belangrijk om voldoende vitamine D en PTH binnen te krijgen. Vitamine D zit in
eieren, ontbijtgranen, boter, vis en (Zwitserse) kaas. Vitamine D moet via de lever/nieren omgezet
worden naar een vorm die gebruikt kan worden door het lichaam. Vitamine D zorgt ervoor dat
calcium vanuit het bloed naar het bot gaat en in het bot wordt ingebouwd. Verder zorgt vitamine D
ervoor dat calcium vanuit de darm opgenomen wordt. Tevens zorgt vitamine D ervoor dat calcium
door de nier geresorbeerd/geabsorbeerd wordt.
De PTH (parathormoon) komt uit de bijschildklier en heeft een negatief effect op het feit dat calcium
in de botten gaat zitten. Het PTH zorgt er dus voor dat de osteoclasten aan het werk gaan.
De oorzaken van osteoporose zijn:
-Primair
o Postmenopauzaal: hormoonverandering bij vrouwen na de overgang
o Veroudering
-Secundair
o (Bij)schildklierziekten
o Gebruik van corticosteroïden
De risicofactoren van osteoporose zijn:
-Niet te beïnvloeden
o Geslacht: vrouwen hebben een groter risico door hormoonveranderingen
o Leeftijd: hoe ouder hoe meer risico
o Lichaamsbouw: kleine, slanke vrouwen hebben een groter risico
o Ras: blanke en Aziatische vrouwen hebben een groter risico
o Familiair: genetisch component
-Wel te beïnvloeden
o Roken: behalve alle andere negatieve effecten geeft ook roken een verhoogd risico
door een slechtere calciumopname uit de voeding en verlaagde hormoonspiegels bij
vrouwen
o Dieet: een continu lage intake van calcium en vitamine D
o Medicijnen: vooral het gebruik van corticosteroïden/prednison
o Excessief alcoholgebruik
1
, o Een weinig actieve levensstijl of langdurige bedrust
-Je kunt met betrekking tot osteoporose de symptomatologie beschrijven en verklaren
De verschijnselen van osteoporose zijn:
-Geen klachten van botontkalking
-Botbreuken door botontkalking komen meestal pas voor op hogere leeftijd
-Hoge leeftijd
-Krommer of kleiner worden
-Pijn: gebroken wervel
-Zelden: Lage rugpijn
-Je kunt met betrekking tot osteoporose de onderzoekmethoden uitleggen
De diagnose van osteoporose kan goed gesteld worden aan de hand van een DEXA-scan. Een
gerichte scan om de botdichtheid goed te kunnen bepalen. Tevens kan er aanvullend onderzoek
gedaan worden met de VFA, waarbij er specifiek nog naar de wervels gekeken kan worden.
-Je kunt met betrekking tot osteoporose het principe van therapie uitleggen
De therapie bij osteoporose bestaat uit:
-Bewegen/sporten
-Naar buiten met onbedekt gezicht/handen: 15-30 minuten per dag
-Voedingsadviezen
-Valpreventie bij ouderen
-Medicatie
o Calcium/Vitamine D
o Bisfosfonaat oraal: alendroninezuur (Fosamax) of risedroninezuur (Actonel)
o Bisfosfonaat i.v.: zoledroninezuur
o Humaan IgG monoklonaal antilichaam: denosumab
2
,4.14 Algemene fractuurleer, weke delen letsel en fractuurgenezing
-Je kunt met betrekking tot fracturen een omschrijving van een fractuur geven
Een fractuur is onderbroken continuïteit van het bot.
-Je kunt met betrekking tot fracturen de symptomen die wijzen op een fractuur in eigen woorden
beschrijven
Een fractuur kan worden herkend aan:
-Pijn
-Zwelling
-Functieverlies
-Haematoom
-Standsafwijking
-Uitstekend bot/prikgat
-Je kunt met betrekking tot fracturen uitleggen waarom de diagnose met röntgen gesteld wordt met
foto’s in twee richtingen
Een foto moet altijd in twee richtingen gemaakt worden, omdat soms de fractuur naar achter is
geschoven. Als er alleen een foto van anterieur-posterieur wordt gemaakt, zal de verschoven
fractuur niet te zien zijn. Daarom moet er ook van lateraal een foto gemaakt worden, daarop is wel
de fractuur te zien.
-Je kunt met betrekking tot fracturen de onderstaande omschrijvingen en indelingen van fracturen in
eigen woorden uitleggen
- traumatische (direct trauma, luxatie, distorsie) vs. stressfracturen
- open/ gecompliceerde vs. gesloten/ ongecompliceerde fracturen
- enkelvoudige vs. verbrijzelings/ communitieve fracturen
- dislocatie/ verplaatsing
- anatomische locatie
Alle fracturen kunnen ingedeeld worden, waarbij de meest gebruikte indeling de AO-classificatie is.
Allereerst wordt met twee cijfers de locatie aangeduid, vervolgens wordt er met een letter de
fractuursoort aangeduid. Bij de diafyse geldt:
A. Enkelvoudig
B. Wigvormig
C. Complex
Bij proximale/distale fractuur wordt onderscheidt gemaakt tussen:
A. Extra articulair
B. Articulair
C. Complex articulair
3
, Hierbij kunnen nog diverse andere indelingen gebruikt worden, namelijk:
-Traumatische fractuur versus stressfractuur
o Traumatische fractuur: fractuur ontstaan door een trauma/ongeluk
o Stressfractuur: fractuur ontstaan door overbelasting (hardlopen)
-Gecompliceerde fractuur versus ongecompliceerde fractuur
o Gecompliceerde fractuur: een open fractuur met weke delen letsel (bot steekt uit)
o Ongecompliceerde fractuur: een gesloten fractuur zonder weke delen letsel
-Enkelvoudige fractuur versus comminutieve fractuur
o Enkelvoudige fractuur: fractuur van twee botdelen
o Comminutieve fractuur: fractuur van drie of meer botdelen
-Dislocatie: verplaatsing van een gewricht
o Mate van wel of niet meer op zijn plek
o Oorzaak: kracht door trauma, zwaartekracht, effect spieren
o Typen: translatie, angulatie, rotatie of verkorting
o Beschrijven of uitgedrukt in classificatie volgens Garden
-Anatomische locatie
-Je kunt met betrekking tot fracturen naar vorm in eigen woorden uitleggen
Een fractuur kan op diverse manieren breken, waardoor een fractuur ook ingedeeld kan worden aan
de manier waarop hij gebroken is. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen:
-Greenstick fractuur
o Schors blijft zoals bij een groene twijg intact
o Repositieverlies door buigzaamheid
o Behandeling: tegenoverliggende cortex moet worden doorbroken
o Periost blijft hierbij intact
-Kinderfracturen
o Enorme remodellering, kunnen goed herstellen
o Hoekstanden tot 20 graden kunnen gecorrigeerd worden in groei
o Rotatiestanden corrigeren nooit
o Groeischijfbreuken
Fracturen kunnen ook worden ingedeeld aan de hand van eigen namen.
-Young Burgess: bekkenfractuur
-Colles fractuur: polsfractuur met distale fragment naar beneden
-Smith fractuur: polsfractuur met distale fragment naar boven
-Schatzker fractuur: tibia plateau fractuur, kan ook onderverdeeld worden in typen
o Type I t/m type VI
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thessak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R107,34. You're not tied to anything after your purchase.