In deze samenvatting vind je alle doelstellingen van het vak urologie uitgewerkt. Hieronder valt ziekteleer en OZT. De lessen zijn gegeven op de Amstel Academy voor de opleiding tot operatieassistent
4.9 Ziekteleer: Urologie
-Je kunt de oorzaken, risicofactoren, symptomatologie, onderzoekmethoden en therapie beschrijven
van nierstenen
Nierstenen komen bij 5,5% van de bevolking voor, met een piek bij mensen tussen de 30 en 50 jaar.
De incidentie is bij mannen drie keer zo hoog als bij vrouwen. Bij niersteenlijden in de familie bestaat
er een verhoogde kans op het krijgen van nierstenen. De pijn van de niersteen wordt veroorzaakt
door stase/obstructie doordat de urine niet kan aflopen. Als een steen te groot is, gaat de nier zich
opblazen. In het begin merkt de patiënt hier minder van, omdat de andere nier de functie gaat
overnemen.
Een kleine niersteen neemt ongeveer 5-7 dagen de tijd om vanuit de nier te worden uitgeplast. Om
deze tijd te overbruggen wordt er door de huisarts diclofenac gegeven om de pijn te onderdrukken.
Als de niersteen nog in de ureter zit, hoeft de patiënt niet meer te drinken. Na het uitplassen van de
niersteen wordt er geadviseerd om meer te drinken ter voorkoming van de niersteen.
De risicofactoren voor het krijgen van een niersteen zijn:
-Te weinig drinken
-Oxaalzuur: zit vooral in thee, cola, noten, rode vruchten en bietjes
o Bij calciumarme voeding wordt er meer oxaalzuur opgenomen in de darmen
-Jicht
-Botafbraak door immobilisatie, corticosteroïdengebruik en hyperparathyreoïdie
-Aangeboren of verworven afwijkingen die stase of obstructie veroorzaken
-Chronische infectie van de urinewegen
-Gestoorde kalkstofwisseling bij hyperparathyreoïdie
-Aanwezigheid kern voor steenvorming: corpus aliënum
-Veranderingen in de urine: bijvoorbeeld zuurgraad
-Stofwisselingsziekten
De verschijnselen van een niersteen zijn:
-Koliekpijn
-Anurie: geen urine
-Hematurie: bloed bij de urine
-Hydronefrose
-Recidiverende pyelonefritis
Het onderzoek wordt gedaan aan de hand van de volgende stappen:
-Anamnese: risicofactoren en verschijnselen
-Bloedonderzoek: natrium, kalium, ALAT, ASAT, creatine
-Urineonderzoek: gruis, hematurie, troebel
-Beeldvormend onderzoek: echo, X-abdomen
De behandeling van nierstenen bestaat uit de risicofactoren uitsluiten. Daarnaast kan het eerst
medicamenteus aangepakt worden. Als dit niet goed aansluit, kan een niersteen worden vergruisd of
verwijderd.
-Preventie: voldoende drinken en beperken botafbraak
-Pijn: diclofenac, butylscopalamine, morfine
-Extracorporele Shock Wave Lithotripsie (ESWL)
-Ureteroscopie (URS)
-Percutane Nefro-Lithotomie (PNL)
1
,Bij een operatie kunnen steenvangers gebruikt worden. Het gaat hierbij vaak om een Dormiakatheter
of een Grasper forceps. Een dormia bestaat uit een handgreep met een katheterhuls/korf in
verschillende vormen. Een grasper heeft tentakels om de steen te pakken.
-Je kunt de oorzaken, risicofactoren, symptomatologie, onderzoekmethoden en therapie beschrijven
van een blaastumor
In Nederland wordt jaarlijks bij 6700 mensen de diagnose aan blaascarcinoom gesteld.
Blaascarcinoom is daarmee de vierde meest voorkomende tumor bij mannen en de achtste bij
vrouwen. Blaascarcinoom wordt vooral bij mensen ouder dan 60 jaar vastgesteld. Bij blaaskanker
wordt er onderscheid gemaakt tussen een niet-spierinvasieve (bij 70%) en een spierinvasieve
blaastumor. Risicofactoren zijn roken, lokale irritatie, aniline (blauwe kleurstof) en cyclofosfamide
(cytostatica).
De klachten van een blaascarcinoom zijn afhankelijk van de locatie, maar onder andere:
-Moeite met uitplassen
-Hematurie
Door middel van aanvullend onderzoek wordt de diagnose bepaald. Dit bestaat uit:
-Anamnese
-Echo
-CT: bij invasieve tumoren
-Cystoscopie
-Cytologie van urine
De behandeling heeft te maken met het soort tumor en wordt hierop aangepast. Een oppervlakkig
groeiende tumor in het blaasslijmvlies kan behandeld worden door het wegschrapen van de tumor
en het nabehandelen met blaasspoelingen. Een spierinvasief groeiende tumor zit in het
blaasslijmvlies en de blaasspier. De behandeling hiervan is radicaal en kan bestaan uit het
verwijderen van de blaas.
-Je kunt de oorzaken, risicofactoren, symptomatologie, onderzoekmethoden en therapie beschrijven
van prostaatcarcinoom
Bij prostaatcarcinoom zijn er vaak weinig symptomen zichtbaar. Dit komt omdat de meeste
prostaatcarcinomen aan de achterkant van de prostaat ontstaan. Hierdoor kunnen ze een hele tijd
groeien voordat er pas klachten ontstaan. Prostaatcarcinoom komt erg vaak voor onder de
mannelijke bevolking, maar het heeft meestal geen consequenties.
De verschijnselen van prostaatcarcinoom in een vergevorderd stadium, zijn:
-Metastasen in de botten en lymfeklieren in abdomen
-Hematurie (soms)
Het onderzoek naar prostaatkanker wordt gedaan aan de hand van:
-Lichamelijk onderzoek: rectaal toucher
-Bloedonderzoek: PSA (normaalwaarde tussen 0-4 ng/ml), hoog calciumgehalte
-Aanvullend onderzoek: echo, CT-scan, MRI (doorgroei bepalen), PET-scan
2
,De behandeling van prostaatcarcinoom bestaat uit:
-Conservatief met actieve surveillance
-Radicale prostatectomie
-Radiotherapie
-Medicateus: gonadorelinen en anti-androgenen (testosteron verlagen)
-Je kunt de oorzaken, risicofactoren, symptomatologie, onderzoekmethoden en therapie beschrijven
van nierinsufficiëntie
De belangrijkste functie van de nier is homeostase/evenwicht in het lichaam te behouden, dit kan
door stoffen terug het lichaam in het brengen of uit te scheiden. De nier probeert ervoor te zorgen
dat er voldoende water in het lichaam is via osmose.
De functies zijn:
-Urinevorming: afvalstoffen verwijderen en overtollig water lozen
-Homeostase: osmotische waarden, bloeddrukregulatie, zuurgraad regulatie
-Bloedaanmaak: vorming van erytropoëtine
Dit kan ook handig worden onthouden aan de vorm van een ABCDE:
-Afvalstoffen verwijderen
-Bloeddrukregulatie
-Correctie van de zuurgraad
-Activering van vitamine D
-Productie van erytropoëtine
De urinevorming wordt door diverse stappen gemaakt:
-Stap 1: ultrafiltratie
-Stap 2: terugresorptie van natrium, glucose en water
-Stap 3: actieve excretie van kalium en zuren
Per dag wordt er 1700 liter bloed gefilterd, waarbij er 180 liter als voorurine wordt geproduceerd.
Hiervan moet ongeveer 99% weer terug in het lichaam worden opgenomen. Dit wordt gedaan door
terugresorptie van natrium en glucose. De nier probeert wel actief excretie uit te voeren van pH
(zuurgraad) en kalium.
De oorzaken van acuut nierfalen kunnen prerenaal, renaal of postrenaal ontstaan.
-Prerenaal:
o Hypovolemie
o Dehydratie: vochtverlies door zweten, diarree
o Medicatie: diuretica
-Renaal:
o Sepsis
o Medicatie: te veel medicatie zoals NSAID’s,
o Acute glomerulonefritis: ontsteking van de nier
o Rhapdomyolyse: ontsteking van de spier
o Trombose of embolie
o Sikkelcelanemie
-Postrenaal:
o Obstructie: nierstenen, prostaathypertrofie, prostaatcarcinoom, urethrastrictuur
De symptomen van acuut nierfalen zijn:
-Oligurie/anurie: minder tot geen urineproductie
-Hypertensie
-Oedeem: colloïdosmotische druk
-Sufheid/coma: door ureum
-Misselijkheid/jeuk: door ureum en hoog calcium
3
, -Pericarditis: ten gevolge van prikkeling ureum
-Stollingsstoornissen
-Verzuring: waardoor kussmaul ademhaling (veel CO2 uitblazen, diepe uitademhaling)
-Ritmestoornissen: kaliumproblematiek
Ureum is een afbraakproduct van aminozuren/eiwitten.
De oorzaken van chronisch nierfalen, kunnen ontstaan door een aantal ziektebeelden. Dit zijn vooral
diabetes mellitus, hypertensie en chronische glomerulonephritis. Wat minder frequent voorkomend
zijn de refluxnefropathie en polycysteus nierziekte. De symptomen zijn vaak wat milder:
-Jeuk, misselijkheid, oedeem en hypertensie
-Anaemia: duizeligheid, hartkloppingen, bleek zien, vermoeidheid
-Botafbraak: ten gevolge van vitamine D-daling, waardoor calcium daling en
overcompensatie PTH uit de bijschildklier
De therapie van nierfalen is afhankelijk van de oorzaak. De voornaamste therapievormen zijn:
-Vochtbeperking
-Natrium, kalium en eiwit beperking
-Medicamenteus
o Medicijnen ter voorkoming van verdere schade: Anti-hypertensiva, anti-diabetia,
medicatie om eiwitverlies tegen te gaan (RAAS-remmer), diuretica,
cholesterolremmers
o Medicijnen tegen klachten t.g.v. nierschade: griepprik, calcium, medicijnen bij hoog
kalium, medicijnen tegen verzuring (na-bicarbonaat), medicijnen tegen anemie
o Medicatie bij dialyse: antistolling, medicatie tegen anemie, vitaminen,
fosfaatbinders, laxeermiddelen, diuretica, pijnstillers
o Medicatie bij transplantatie: hepatitis B vaccinatie
-Dialyse
-Transplantatie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thessak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R107,34. You're not tied to anything after your purchase.