Bestuurs(proces)recht II (JUR-2BES2RGL) (JUR2BES2RGL)
Summary
Volledige samenvatting bestuurs(proces)recht II (eindcijfer: 9)
6 views 0 purchase
Course
Bestuurs(proces)recht II (JUR-2BES2RGL) (JUR2BES2RGL)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Dit is een volledige samenvatting van het vak bestuurs(proces)recht II, van de hoorcolleges, werkgroepen, jurisprudentie, relevante literatuur en kennisclips
Bestuurs(proces)recht II (JUR-2BES2RGL) (JUR2BES2RGL)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
noortjelangman
Reviews received
Content preview
Week 1 – Bestuurssancties algemeen
Handhaving = het toezien op de naleving van wettelijke voorschriften en het sanctioneren van
handelingen die in strijd zijn met die wettelijke voorschriften.
Handhaving is een kerntaak van de overheid, beslissingen met betrekking tot handhaving zijn
daarnaast vaak besluiten. Als regels niet worden gehandhaafd, zal de bereidheid om ze na te leven
afnemen. De overheid verliest daarnaast geloofwaardigheid. Daarom spreken we van een
verondersteld handhavingstekort, dat zich uit als een overtreding niet gesanctioneerd wordt.
Toezicht
Er zijn verschillende soorten toezicht:
1. Uitvoeringstoezicht: toezicht in het kader van een (vergunnings)aanvraag
2. Handhavingstoezicht: opleggen bestuurlijke sanctie n.a.v. overtreding (5:1 lid 1 Awb)
Over de toezichthouder is een titel gewijd in de Awb: titel 5:2.
Art. 5:11 Awb: een persoon die is belast met het toezicht op de naleving van wettelijke
voorschriften. Dit is een materieel begrip en kan dus ook een inspecteur of controleur zijn.
Art. 5:15 – 5:19 Awb: De toezichthouder heeft bijzondere bevoegdheden toegekend
gekregen, zoals betreden plaatsen en inzage vorderen en onderzoeken vervoermiddelen.
Art. 5:20 Awb: Er geldt een medewerkingsplicht, uitzondering in 5:10a Awb (punitieve
sanctie).
o Indien je niet meewerkt, kan je worden vervolgd op grond van art. 184 Sr.
Art. 5:13 Awb: bevoegdheden moeten proportioneel zijn, aanscherping van 3:4 lid 2 Awb).
Door de schakelbepaling van 3:1 lid 2 Awb zijn de abbb’s uit hoofdstuk 3 ook van toepassing
op de toezichtsbevoegdheden indien deze zich daar niet tegen verzetten.
NB: De meeste handelingen in de sfeer van het toezicht zijn overigens geen besluiten (want feitelijk)
NB: Rechtsbescherming kan men krijgen via de sanctiebesluiten die o.g.v. het toezicht zijn genomen
Bestuurlijke sancties
Het onderscheid is onder meer van belang voor de toetsingsintensiteit door de bestuursrechter:
bestraffende sancties worden vol getoetst, herstelsancties worden getoetst volgens ABRvS
Harderwijk. Verder is het onderscheid van belang voor de toepasselijkheid van 6 en 7 EVRM en ne bis
in idem.
EVRM
Toetsingskader van EVRM-artikelen:
1. Is er een fundamenteel recht in het geding? (bv. 8 EVRM)
2. Wanneer is er sprake van rechtmatige inmenging in een fundamenteel recht?
, a. De inmenging moet zijn voorzien bij wet en in overeenstemming zijn met de wet
b. De inmenging moet nodig zijn met het oog op een beschermingswaardig doel
c. De inmenging moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving
3. Verdragsstaat heeft een wide margin of appreciation
Voor artikel 6 EVRM is een criminal charge een vereiste. Charge is een handeling van overheidswege
waar een bestraffende sanctie uit volgt, EHRM Öztürk geeft voorwaarden, waarvan de eerste altijd
getoetst moet worden en de andere twee alternatieven van elkaar zijn:
1. Nationale classificatie (niet zwaarwegend, maar strafrechtelijk is doorslaggevend)
2. Aard van de overtreding (bv. tuchtrechtelijk vs. avv-overtreding)
3. Aard en zwaarte van de sanctie (leedtoevoeging vs. herstel)
Hoe zit het met de medewerkingsplicht van 5:20 Awb en het nemo teneturbeginsel en de
cautieplicht?
EHRM Saunders: nemo-teneturbeginsel geldt alleen indien het leveren van het bewijs
afhankelijk is van de wil van de verdachte. Wilsonafhankelijk materiaal valt hierbuiten,
waardoor bij toezichthoudend onderzoek documenten en voertuigen (5:17-5:19) erbuiten
vallen. Een uitzondering op de medewerkingsplicht is 5:10a Awb.
ABRvS Inspectie kinderopvang: 5:10a Awb, het is moeilijk te bepalen waar de grens ligt
tussen herstelsanctie en een bestraffende sanctie. De grens kan bepaalt worden indien naar
objectieve maatstaven door een redelijk waarnemer kan worden vastgesteld dat van een
verhoor met het oog op het opleggen van een bestuurlijke boete sprake is. Blijft een cautie
onterecht achterwege, dan mag de verklaring niet gebruikt worden als bewijs.
Beginselplicht tot handhaving
In het algemeen bepalen wettelijke voorschriften dat bestuursorganen bevoegd zijn een bestuurlijke
sanctie op te leggen, zie bv. 125 Gemeentewet en 44a lid 1 Alcoholwet. Soms bepaalt een wettelijk
voorschrift echter dat een bestraffende sanctie moet worden opgelegd, dat zie je aan een imperatief
in de wettekst. Het bestuursorgaan heeft echter meestal een discretionaire bevoegdheid.
Uit de jurisprudentie volgt echter een beginselplicht tot handhaving m.b.t. herstelsancties. Deze lijn is
ingezet met ABRvS Dakopbouw Haarlem, en is sindsdien vaste jurisprudentie, zie o.a. ABRvS Ligplaats
Goes (7.1), ABRvS Gedoogde Hoogeloonse stal (24) en ABRvS Amsterdams dakterras (5):
In de regel moet het bestuursorgaan gebruik maken van de bevoegdheid, slechts onder bijzondere
omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen.
Aangezien het opleggen van een bestuurlijke sanctie een discretionaire bevoegdheid is, dient het
bestuursorgaan een belangenafweging te maken. Maar: het belang van handhaving staat voorop en
legt dus veel gewicht in de schaal. Doet zich een bijzondere omstandigheid voor?
1. Is er sprake van concreet zich op legalisering (ABRvS Ligplaats Goes)
o Een (ontvankelijke) aanvraag voor een vergunning die op korte termijn wordt
verleend
2. Kan een beroep worden gedaan op een materieel abbb (ABRvS Amsterdams Dakterras)
gelijkheidsbeginsel of vertrouwensbeginsel
Handhavend optreden kan daarnaast in concreto zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de
daarmee te dienen belangen, dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
Als er dus geen sprake is van een bijzondere situatie, dan concrete belangenafweging ex 3:4 lid 2
Awb.
NB: Bestuursorganen hebben vaak handhavingsbeleid vastgesteld. Op grond hiervan wordt in de
praktijk vaak eerst gewaarschuwd, voordat een bestuurlijke sanctie wordt opgelegd.
, Waarschuwingen gebaseerd op beleidsregels zijn geen besluiten
Als deze waarschuwing op de wet is gebaseerd en een noodzakelijke voorwaarde is voor het
toepassen van een bestuurssanctie, dan is het een besluit (ABRvS Bestuurlijke
waarschuwing).
Gedogen
Een bestuursorgaan kan ook besluiten om (voorlopig) niet handhavend op te treden tegen een
overtreding. Het bestuursorgaan neemt dan een gedoogbeslissing.
ABRvS Gedoogde Hoogeloonse stal:
o Gedoogbeslissingen zijn geen besluiten, want niet op rechtsgevolg gericht. De
beslissingen berusten immers niet op een zelfstandige bevoegdheid, maar steunen
op de wettelijk toegekende bevoegdheid een handhavingsbesluit te nemen.
o Het gelijkstellen van een gedoogbeslissing met een besluit suggereert dat de
bestuursrechter de gedoogbeslissingen ziet als zelfstandige bevoegdheid, waarmee
de rechter zijn rechtsvormende taak te buiten gaat.
o Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen (vrijheidsstraf) wordt de beslissing omtrent
gedogen gelijkgesteld met een besluit om bezwaar en beroep mogelijk te maken.
, Week 2 – Bestuurlijke sancties
Algemeen toetsingskader bij het opleggen van een bestuurlijke sanctie:
Van welke bestuurlijke sanctie is sprake?
o Last onder bestuursdwang: 5:21 lid 1 jo. 5:2 lid 1 sub b Awb
o Last onder dwangsom: 5:31d Awb jo. 5:2 lid 1 sub b Awb
o Bestuurlijke boete: 5:40 jo. 5:2 lid 1 sub c Awb
Er is sprake van een overtreding volgens 5:1 lid 1 Awb
o Overtrederbegrip:
Lid 2: overtreder is degene die de overtreding pleegt of medepleegt, ook
functioneel daderschap volstaat (HR IJzerdraad)
Lid 3: ook natuurlijke of rechtspersoonlijke feitelijk leidinggevers
o Mogelijkheid tot preventief gebruik via 5:7 Awb, van een klaarblijkelijk gevaar is sprake
als met een grote mate van waarschijnlijkheid vaststaat dat de overtreding zal
plaatsvinden.
o Bij punitieve sancties rechtvaardigingsgronden (5:5) en schulduitsluitingsgronden (5:41)
Er is een wettelijke grondslag voor het opleggen volgens 5:4 Awb
o Bv. 125 Gemeentewet, 122 Provinciewet en 61 Waterschapswet.
Voor punitieve sancties is een specifiek wettelijke grondslag vereist (7 EVRM)
o Stappenplan: bestuursorgaan uitwerken, algemene grondslag in organieke wet vinden,
zoeken naar desbetreffende regel die gemeentebestuur moet uitvoeren.
o 5:32 Awb is een uitbreiding van deze wettelijke grondslag, want mogelijkheid tot last
onder dwangsom indien er een last onder bestuursdwang kan worden opgelegd
Vereisten van beschikking en andere vereisten voor specifieke sanctie van toepassing
NB: bestuurlijke sancties zijn allemaal beschikkingen volgens 5:9 Awb
Last onder bestuursdwang
= een bestuursorgaan herstelt zelf door feitelijk optreden een onrechtmatige situatie (5:21 jo. 5:1 lid
1 jo. 5:2 lid 1 sub b Awb).
Algemene eisen:
Er is sprake van een overtreding (5:1 Awb)
o Mogelijkheid tot preventief gebruik via 5:7 Awb, van een klaarblijkelijk gevaar is sprake als
met een grote mate van waarschijnlijkheid vaststaat dat de overtreding zal plaatsvinden.
Er is sprake van een wettelijke grondslag voor de bevoegdheid (5:4 Awb)
o Stappenplan: bestuursorgaan jo. bv. 125 lid 2 Gemw jo. regel die gemeentebestuur
uitvoert
Specifieke eisen aan de inhoud:
o 3:47 lid 2 Awb: vermelding van de wettelijke grondslag van de bevoegdheid
o 5:9 Awb: de beslissing is een beschikking en vermeldt welk voorschrift wordt overtreden
met zo nodig een aanduiding van plaats en tijdstip
o 5:24 lid 1: de beslissing dient de te nemen maatregelen te bevatten
o 5:24 lid 2: de beslissing dient een begunstigingstermijn te bevatten
ABRvS Ligplaats Goes: termijn mag niet wezenlijk langer of korter worden gesteld
dan noodzakelijk is om de overtreding te kunnen opheffen
o 5:24 lid 3 Awb: de beslissing wordt bekendgemaakt aan de overtreder, de rechthebbende
op het gebruik van de zaak en de aanvrager van de bestuursdwang.
o 5:25 lid 2: de beschikking moet bevatten in hoeverre de kosten voor de overtreder zijn
Dit moet achterwege blijven als deze redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van
de overtreder behoren te komen (lid 1), algemeen belang dienen + verwijtbaarheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjelangman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R163,38. You're not tied to anything after your purchase.