Een samenvatting van alle literatuur en college slides voor het vak Narratieve communicatie (master communicatie en beïnvloeding of als keuze vak) aan de Radboud Universiteit. De samenvatting bevat de volgende artikelen:
Bruner, J. (1991). The narrative construction of reality. Critical inquiry, ...
Samenvatting Narratieve communicatie – Master
Communicatie & Beïnvloeding (2023-2024)
Onderwerpen per week:
1. Introductie, wat is een narratief?
2. Narratieven in organisationele communicatie
3. Cognitieve verwerking van narratieven
4. Narratieven in gezondheidscommunicatie
5. Narratieven in politieke communicatie
6. Eudaimonische narratieven (proeftentamen online)
7. Overzicht (woe) en conclusie (responsiecollege, vrijdag)
Week 1 – Introductie: wat is een narratief?
Artikelen deze week:
Artikel Burner (1991): The narrative construction of reality ( focus op sectie 3: de eerste 6
kenmerken van een narratief)
Hoofdstuk Sanders & Van Krieken (2023): Narratieve analyse
Artikel Sanders & Van Krieken (2018): Exploring narrative structure and hero enactment in
brand stories
Hoorcollege:
Wat is een narratief?:
Er zijn verschillende definities voor een narratief, zoals
Narratief (Green & Brock, 2000, p. 701): in essentie vereist een narratief verslag een verhaal
dat onbeantwoorde vragen oproept, onopgeloste conflicten presenteert of een nog niet
voltooide activiteit laat zien.
Narratief (Escalas, 2004, p. 168): verhalen voegen de stukjes van het leven van mensen
samen met causale links: verhalen verduidelijken doelen, evalueren acties om doelen te
bereiken en interpreteren uitkomsten.
Maar uiteindelijk bestaat er niet echt één definitie voor een narratief, narrativiteit kan meer gezien
worden als een schaal van zeer weinig narratief tot zeer narratief, op basis van een aantal kenmerken
( artikel Burner et al., 1991).
Artikel Burner (1991): The narrative construction of reality (6
kenmerken van een narratief)
Burner onderscheidt in zijn ‘narrative construction of reality’ diverse kenmerken van narratieven.
Vooral de eerste zes zijn belangrijk .
Kenmerk 1: Diachroniciteit
Diachroniciteit: het begrijpen of interpreteren van gebeurtenissen door de manier waarop ze
zich in de loop van de tijd verhouden, in plaats van door hun betekenis van moment tot
moment. ontwikkeling over tijd. Er is sprake van twee soorten structuren:
o Event structure: de structuur van de gebeurtenissen in de verhaalwereld.
, De koning vraagt om een drankje. De lakei gaat het halen. De lakei mengt
iets door het drankje. De lakei brengt het drankje. De koning drinkt het op.
De koning valt dood neer.
o Discourse structure: de structuur van de vertelling van de gebeurtenissen.
De koning valt dood neer. 1 uur daarvoor: de koning vraagt om een drankje.
De lakei gaat het halen. De lakei mengt iets door het drankje. De lakei brengt
het drankje. De koning drinkt het op.
Het verschil tussen event structuur en discourse structuur is belangrijk omdat het voor
verschillende effecten/gevoelens kan zorgen.
Kenmerk 2: Specificiteit: het gaat over bepaalde personage(s) wie iets heeft/hebben meegemaakt.
Niet over de mensen in het algemeen. Er worden details gegeven. Omdat het specifiek is vraagt het
om generalisatie (vaak verbonden aan de les/boodschap die in een verhaal zit).
Kenmerk 3: Belang van intentionele staat: er is altijd een ervarend subject nodig. Het is altijd aan
elkaar gerelateerd, subjectief bewust zijn.
a. Filmpje de lijn is een personage: entiteiten waar een bepaalde interne
staat/gebeurtenis plaatsvindt.
Kenmerk 4: Hermeutische composability: samenhang van delen en geheel gebruik
achtergrondkennis om narratief te interpreteren.
‘Haar broer raakte altijd muntjes kwijt in de bank.’ deze zin nodig om de middelste zin te
begrijpen
‘Ze liep snel naar de bank,’ bank als in om op te zitten of
bank voor geld
Want ze had geld nodig. deze zin nodig om middelste zin
te begrijpen.
Kenmerk 5: standaard en breuk: vertelwaardigheid, er is een breuk met wat normaal is.
Het voorbeeld hieronder is geen vertelwaardig verhaal (er gebeurt niks wat niet normaal is).
o Ik ben gisteren uit eten geweest. Ik bestelde de tomatensoep en vervolgens at ik de
tomatensoep. Daarna kreeg ik de rekening die ik heb betaald.
Het voorbeeld hieronder wel, omdat het vertelwaardig is.
o Ik ben gisteren uit eten geweest. Ik bestelde de tomatensoep. Toen ik de
tomatensoep at werd ik licht in mijn hoofd. Ik kan me niet herinneren dat ik meer dan
3 happen heb gegeten. Daarna werd ik wakker in het ziekenhuis.
Dingen die verhalen vertelwaardig kunnen maken:
(in Sociale verhalen): onverwachte verhalen:
o Onverwachte gebeurtenissen hoe gaan mensen ermee om?
, o Onverwachte acties waarom doen mensen dat?
Existentiële verhalen: verhalen over dood, ziekte, relaties
Hoe groter de breuk (onverwachter/bedreigender) van het verhaal is, hoe groter de
vertelwaardigheid. Maar ook hoe minder geloofwaardig het verhaal is. paradox:
vertelwaardigheid vs. geloofwaardigheid.
Labov heeft een oplossing voor deze paradox Narrative preconstruction:
Terug gaan in tijd vanaf het critical event naar objectieve situatie van waaruit het
begon: orientation.
Taak van de verteller: ergens een gebeurtenis/situatie vaststellen:
o Die zelf niet vertelwaardig is,
o En die geen verdere uitleg behoeft (“common ground”);
o Van waaruit de gebeurtenissen naar het vertelwaardige moment leiden.
Verhaal construeren = teruggaan in de tijd (toegepast op een voorbeeld)
Event 0: This Norwegian sailor cut my throat Reportable event.
Event 1: I had shoved him Complicating action.
Event 2: I had refused to listen to him Complicating action.
Event 3: He had complained that I was sitting with his woman.
Complicating action.
Event 4: He had come over to where I was Initiating event, unexpectedly
triggering reportable event
Event 6: I had been sitting with my shipmates drinking Orientation /
unreportable event.
Kenmerk 6: referentialiteit(/geloofwaardigheid): criterium is geloofwaardigheid, niet feitelijke
waarheid (het kan wel waar zijn). The lion king voorbeeld: kun je je inleven in simba.
Anneke de Graaf (docent) vindt het belangrijk om onderscheid te maken tussen definiërende
kenmerken en beschrijvende kenmerken zonder definiërende kenmerken is het geen verhaal
(mening docent)
Definiërende kenmerken Beschrijvende kenmerken
Er komt minstens één personage in voor Vertelwaardigheid
Deze maakt een reeks samenhangende Boodschap/moraal
gebeurtenissen mee
In een bepaalde tijd en ruimte Geloofwaardigheid
Wat is non-narratief?:
Volkswagen voorbeeld: dit zijn kenmerken die naast elkaar staan, zonder causaal verband.
Waarom narratieven?:
Het kennen van verhalen is een universele menselijke eigenschap. Al vanaf de prehistorische tijd
worden verhalen gebruikt om informatie door te geven. Je kunt via verhalen ook van
de cultuur leren.
Voordelen narratieven vanuit de zender:
Verhalen zijn gemakkelijk te verwerken
Verhalen worden gemakkelijk onthouden
Verhalen wekken de aandacht op
Verhalen roepen emotie op
, Verhalen maskeren de mogelijke persuasieve bedoeling
Voordelen narratieven vanuit de ontvanger:
Ontvangers kunnen:
Op een veilige manier dingen uitproberen
Leren zonder alles zelf te hoeven meemaken’
Even ontsnappen aan zichzelf
Voelen hoe het is om iemand anders te zijn
Leren van gedeelde waarden
Narratieven om van te leren:
Sprookjes bv. roodkapje boodschap zit vooral in de tegenstelling
o De moraal van het verhaal?
Blijf op het pad doen wat er van je verwacht wordt
Luister naar oudere vrouwen
Pas op voor vreemde mannen (de wolf als symbool voor mannen met slechte
bedoelingen.
Moderne moralen bv. big ben theory en Dr, House
Soorten effecten:
Er zijn verschillende soorten effecten die narratieven teweeg kunnen brengen. Narratieven kunnen
effecten teweeg brengen via het beïnvloeden van:
Overtuigingen: bv. als je rookt krijg je long kanker vs. als je rookt, ben je als James Bond
Attitudes: bv. roken is slecht - goed 7-punts Likertschaal
Intenties: bv. Ik ben van plan te stoppen met roken
Gedrag: bv. Ik steek er nog een op
!!Narrativiteit, kenmerken!!:
Gedetailleerdheid van narratieve wereld;
Duidelijkheid causale en psychologische verbanden;
Toegang tot bewustzijn van personage;
Aanwezigheid van verschillende elementen:
o Inciting incident;
o Complicatie;
o Crisis, etc.
Hoe meer van deze elementen terug komen, hoe narratiever. Je kunt narrativiteit zien als
een continuüm:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomivanderaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R176,07. You're not tied to anything after your purchase.