100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sanctierecht - Alle voorgeschreven TENTAMENSTOF R300,94
Add to cart

Summary

Samenvatting Sanctierecht - Alle voorgeschreven TENTAMENSTOF

 58 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van alle voorgeschreven artikelen en hoofdstukken uit het boek,

Preview 4 out of 50  pages

  • No
  • Voorgeschreven hoofdstukken
  • August 22, 2024
  • 50
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Week 1: Historische ontwikkeling sanctiestelsel, strafdoelen en
systematiek strafrechtelijk stelsel

Kelk: Veranderende mensbeelden
Pompe sprak van twee revoluties in het strafrecht (1957):
 Klassieke denkwijze. Het mensbeeld van Beccaria: ‘citoyen’ en ‘bourgeois’.
De mens die trots was op zijn vrijheid en zich verzekerde van politieke
waarborgen met aan de andere kant een berekend en redenerend
menstype, handelend uit winstbejag;
 Moderne denkwijze. Het mensbeeld van Lombroso: de mens als geboren
misdadiger die door biologische kenmerken misdaad pleegt.

 Utrechtse school: De mens die wordt gerespecteerd als evenmens,
verantwoordelijk moet worden gesteld voor de schending van zijn plichten
en daarbij rechten bezit tegen willekeurig overheidsoptreden.
Een aantal periodes van mensbeelden ging voorbij (zie hoofdstuk 1 hieronder). In
de ene richting werd meer gedacht aan de dader, in de ander meer van de
maatschappij. In Nederland was dit gematigd door de verenigingsleer: een
scherpe afbakening tussen de rechtsgrond en het doel van de straf. De
vergelding biedt een rechtvaardiging voor de straf, maar ook een bovengrens
voor de straf. De autoritaire richting zette deze leer flink onder druk.
Na de Tweede Wereldoorlog veranderde deze dominante strafrechtscultuur in een
zeer humaan gekenschetste strafrechtspleging, waarbij de resocialisatiegedachte
ten aanzien van de delinquent zeer hoog genoteerd stond. Het daaraan ten
grondslag liggende mensbeeld is duidelijk: ‘de delinquent moge nóg zo hebben
misdaan, maar hij blijft één van ons’. De mens werd gezien als een
gemeenschapswezen en mag niet worden verbannen uit de maatschappij
(familiy model).
Er kwam een fikse groei van criminaliteit met als resultaat dat de politie,
rechterlijke macht, het OM en justitie te maken krijgt met forse groei van hun
werk en voortdurend bevoegdheden hebben moeten uitbreiden. Volgens Kelk
hebben op zijn minst twee lijnen deze ontwikkeling bespoedigd:
1. Het efficieny-denken waarbij de afhandeling van meer zaken voorop staat;
2. Het punitieve/repressieve denken heeft toegeslagen.
Uit voorgaande kan geconcludeerd worden dat er langzaamaan een nieuw
mensbeeld is ontstaan. Het is het mensbeeld van de dader als representant van
een der antisociale (statisch mensbeeld). Dit is vooral voortgevloeid uit het
uitblijven van positieve effecten van de resocialisatiegedachte, toename van
hardere criminaliteit en de explosiviteit van lichtere criminaliteit. Er is een
merkbare wisselwerking tussen ‘de drie p’s’: pers, publieke opinie en politiek.
Wellicht kan men al spreken van een vijandbeeld. De bezorgdheid omtrent de
mens is gedaald.
Kerk geeft aan dat dit vijandbeeld moet worden geweerd omdat er veelal sprake
is van sociaal zwakkeren en niet van vijanden. Te vrezen is dat verharding van
het strafrecht hardere criminaliteit uitlokt. Kelk hoopt dat dit in een vlaag voorbij

,gaat en ook weer (neo)klassieke gedachten zullen stromen door het huidige
mensbeeld.
Hoofdstuk 1: Historische en theoretische achtergronden van het sanctiestelsel
1809: Inwerkingtreding van het Crimineel Wetboek. Dit omving het
Verlichtingsdenken, maar had ook eigen karakteristieken. Het wetboek bevatte
een grote mate van straftoemetingsvrijheid voor de rechter.
1811: Code Pénal werd vanuit Franrijk ingevoerd. In verschillende opzichten was
dit een teruggang: de straftoemetingsvrijheid van de rechter was veel beperkter,
straf was op voorhand bepaald. Veel lijfstraffen en publiekelijke vernedering. Hier
had o.a. Beccaria veel kritiek op.
1886: Het eerste Nederlandse Wetboek van Strafrecht waarbij lijfstraffen
geleidelijk werden afgeschaft en het vooral ging om vrijheidsbeneming. De
doodstraf was hier al geen onderdeel meer van.
Vrijheidsbenemende straffen werden steeds meer het gezicht van het strafrecht.
Dit was ook al in het Crimineel Wetboek en de Code Pénal opgenomen in de vorm
van tuchthuizen. In tuchthuizen was vrijheidsbeneming eerder middel dan doel:
werd vooral dienstbaar gemaakt aan de disciplinering van de veroordeelde.
Rond 1780 beweerde John Howard dat de straffen in tuchthuizen erbarmelijk
waren. Medegedetineerden hielpen elkaar alleen maar verder de problemen in.
Hij kwam met het idee van de eenzame opsluiting, welke achteraf fataal bleek.
Howard dacht dat hiermee een oplossing werd geboden voor de behoefte aan
orde en discipline. Dit kwam ook voort vanuit religie en behoefte aan zelfinkeer.
Er ontstonden meerdere stelsels om te beoordelen welk stelsel het meest
effectief was:
 Philadelphiastelsel: Eenzame opsluiting wordt de norm. Voor veel
geloven was innerlijke heling het belangrijkste en was de Bijbel de enige
vorm van contact.
 Auburnstelsel: Eenzame opsluiting vonden zij inhumaan. Gedetineerden
werden in de nacht eenzaam opgesloten, maar overdag mochten zij met
anderen werken/luchten/eten. Communicatie (ook in de vorm van blikken)
was verboden.
 Ierse/progressieve stelsel: Puntensysteem waarbij gedetineerden
vormen van vrijheid konden verdienen.
In 1840 werd uiteindelijk geadviseerd en gepleit voor een cellulair stelsel waarbij
criminele besmetting voorkomen kon worden en de veroordeelde tot zelfinkeer
kon komen. Er werd gekozen voor het Philadelphiastelsel, waardoor eenzame
opsluiting ook hier de norm werd.
Aan de totstandkoming van het eerste Wetboek van Strafrecht (1881), gingen
discussies vooraf. Uiteindelijk vormen deze keuzes de grondslag voor ons huidige
stelsel. Het eerste Wetboek van Strafrecht had de volgende kenmerken:
I. Relatief mild: sloot aan bij de traditie van een gematigd strafstelsel in
ons land. Het verleden had ons genoeg ellende opgeleverd, zo was de
gedachte. Er was een beperkt aantal straffen. Doodstraf paste hier ook
niet meer bij. Er gold een gematigd strafrechtelijk klimaat.

, a. Anno 2023: Was mild in vergelijking met andere jaren. Eenzame
opsluiting was vroeger alsnog de norm. Dit is in moderne opzichten
inhumaan. De mogelijkheid voor rechters om lichter te straffen dan
een vrijheidsstraffen, is toegenomen. Toch houden we ook minder
milde middelen zoals de levenslange gevangenisstraf.
II. Overzichtelijk: Goede verhoudingen tussen de opgelegde straf en de
ernst van het feit. Geen combinatie van hoofdstraffen mogelijk, wel van
straffen en maatregelen. Uitgangspunt was eenvoud en
overzichtelijkheid.
a. Anno 2023: Er zijn veel sancties bijgekomen en de rechter kan de
verschillende sancties afstemmen op de persoon en de persoonlijke
omstandigheden. De prijs die voor deze toegenomen differentiatie
moet worden betaald, is dat straffen minder goed te vergelijken zijn.
III. De vrijheidsstraf als centrale straf: het vertrouwen in deze straf
hing samen met het geloof in het stelsel van cellulaire
tenuitvoerlegging. Straffen tot 5 jaar werden altijd in afzondering
ondergaan, pas na deze 5 jaar konden er dingen in gemeenschap
worden gedaan. Levenslange gevangenisstraf bestond toen ook. Er was
gek genoeg wel een mogelijkheid tot voorwaardelijke invrijheidstelling
(waarschijnlijk vanuit kostenoverwegingen).
a. Anno 2023: Deze positie is verloren mede door de toenemende
mogelijkheid om geldboetes en voorwaardelijke gevangenisstraffen
op te leggen.
IV. Nadruk op straf i.p.v. maatregel: de enige maatregel die toentertijd
was opgenomen was de opname in een krankzinnigengesticht (nu:
psychiatrisch ziekenhuis). Voor de rest gold er een straffenstelsel.
a. Anno 2023: Van eensporig naar tweesporig.
V. Prominente rol strafrechter: Voor het wetboek hoge
minimumstraffen. Door het wetboek veel vrijheid in de beoordeling,
met wel een dwang naar de gevangenisstraf, maar ook een goed stelsel
van strafminima en -maxima. In de praktijk deden zich grote verschillen
voor die de wetgever niet allemaal kan voorzien. De rechter wordt een
grote mate van straftoemetingsvrijheid en dus vertrouwen toegekend.
a. Anno 2023: De vrijheid van de rechter is in de jaren sterk
toegenomen, maar wordt recentelijk wel beperkt. Deze voorstellen
komen voort uit de wens de strafrechter meer aan banden te
leggen, kennelijk vanuit onvrede over de wijze waarop de rechter
van deze vrijheid gebruik maakt of kan maken. De positie van de
strafrechter is ook om twee andere redenen minder prominent
geworden:
i. Strafmonopolie rechter doorbroken, OM heeft ook
mogelijkheden om zaken buitengerechtelijk af te doen
(voorwaardelijk sepot, transactie, strafbeschikking), afdoening
via bestuursrechtelijke weg
ii. Strafrechter heeft nauwelijks invloed op de wijze van
tenuitvoerlegging
Theoretische achtergronden
 Klassieke strafrechtvaardigingstheorie: Gaat uit van de vrijheid van
burgers. Het doel van de bestraffing is in het bijzonder de dader te

, beletten zijn medeburgers door strafbare feiten verder te benadelen en de
medeburgers ervan af te schrikken hetzelfde te doen als de dader. Het
klassieke denken gaat uit van een homo economicus die uitgaat van een
redelijk denkend mens die een kosten-batenanalyse maakt.
o Relatieve theorie: grondslag van en de rechtvaardiging voor het
straffen worden gezocht in het te verwachten toekomstige effect
ervan, in het kader van preventie
o Absolute theorie: de grondslag en de rechtvaardiging van straffen
wordt gevonden in het vergelden van schuld. Straf wordt gezien als
een morele of noodzakelijke reactie op hetgeen is misdaan, los van
een mogelijk toekomstig effect
o Neoklassieke theorie: de strafmaat wordt bepaald aan de hand
van proportionele schuldvergelding: niet meer leed mag worden
toegevoegd dan verantwoord is in het licht van de ernst van het feit
en de schuld van de dader.
 Moderne Richting: Deze theorie week af van de gedachte van het sociale
contract, maar vond het noodzakelijk om de samenleving te beveiligen. Zij
vonden dat de mens géén rationale belangenafweging maakt en dus ook
geen vrije keuze heeft in het begaan van een strafbaar feit. De vrijheden
en rechten van individuen werden minder belangrijk, wat vooral voorop
stond was de bescherming van het collectieve goed tegen gevaarlijke
personen o.b.v. biologische en sociologische kenmerken. De straf is primair
een instrument van sociale controle en niet een morele reactie op
verwijtbaar begaan onrecht.
o Invoering bijzonder sanctiestelsel jeugdigen (verbetering
ontwikkeling), voorwaardelijke veroordeling (ineffectieve korte
vrijheidsstraf werd voorkomen), uitbreiding v.i., ontwikkelingen van
maatregelen waaronder tbs.
o Tbr was een persoonsgerichte benadering met een nadruk op
beveiliging van de samenleving door middel van speciale preventie
o Rechters hielden rekening met verzachtende omstandigheden.
Speciale preventie in de vorm van heropvoeding kreeg een centrale
rol als strafdoel.
 Autoritaire beweging: Sociale en economische crisis: er moet harder
gestraft worden. Er was opstandigheid tegen het als mild ervaren
strafklimaat.
 Utrechtse school: De opvoedingsgedachte kwam sterk op, de aandacht
voor de persoon en de dader herleefde.
 21e eeuw: het strafrecht wordt ingezet als middel om maatschappelijke
problemen aan te pakken en maatschappelijke risico’s te vermijden, meer
aandacht voor het slachtoffer.
Hoofdstuk 2: Hoofdlijnen van het strafrechtelijk sanctierecht
Een sanctie is een machtsmiddel tot bekrachtiging van een norm en tot afweer
en tenietdoening van gedragingen die gelding van de norm aantasten. Dit
hoeven niet altijd straffen te zijn en hoeft ook niet altijd in het strafrecht plaats te
hebben. Sancties zijn ook te vinden in bijvoorbeeld het bestuursrecht.
Het straf- en sanctierecht zijn nauw met elkaar verbonden. Sommige auteurs
beweren dat het onderzoek ter terechtzitting al onderdeel is van de sanctie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rianne_vveen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R300,94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R300,94  6x  sold
  • (0)
Add to cart
Added