100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Examenvragen EBM S1M1 GNK KUL prof. Van den Bruel R196,89   Add to cart

Exam (elaborations)

Examenvragen EBM S1M1 GNK KUL prof. Van den Bruel

 25 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle examenvragen van het vak Evidence in de klinische praktijk tem 23-24 zonder antwoorden. Ook vinden jullie het voorbeeldexamen die op Toledo terug te vinden is met en zonder antwoorden. Veel succes!

Preview 4 out of 58  pages

  • September 22, 2024
  • 58
  • 2024/2025
  • Exam (elaborations)
  • Only questions
avatar-seller
EXAMEN 2023-2024
EBM 26/01
1. Wat is specificiteit?

a. Het aantal mensen zonder ziekte dat negatief test

b. Het aantal mensen met de ziekte dat positief test

c. De kans dat iemand met een negatieve test ook effectief niet ziek is




2. Les van An met die roosjes en dan zeggen bias en of imprecisie

a. Wel bias en imprecisie
b. Geen bias maar wel imprecisie

c. Geen bias en geen imprecisie

d. Wel bias maar geen imprecisie




3. Wat is geen onderdeel van de 5 vragen van EBM

a. Poolen van resultaten

b. Evidence toepassen

c. Zoeken naar geschikte artikels

d. Artikels beoordelen




4. Stappen om indicatoren op te stellen

a. Domein kiezen, expertengroep samenstellen, … , publicatie, duiding

b. Domein kiezen, expertengroep samenstellen, … , publicatie, ranking



5. met roken hypertensie en dan wat het verband is met placenta-loslating

a. Roken confounder, hypertensie sterkste oorzaak
b. Vrouwen met hypertensie hebben meer dan 2x zoveel kans op loslating (vgm is dit het juiste
antwoord)

,c. Roken is waarschijnlijk een sterkere risicofactor dan hypertensie



6. over monoclonale antistoffen en effect op moeder en kind ( alle effecten hadden 1 in CI)

A. geen effect voor moeder en kind

B. Effect enkel voor moeder

C. Effect kind

D. Beide effect


7. AGREE : Wat bevat dit item: Er bestaat een expliciet verband tussen de aanbevelingen en het
onderliggend bewijs materiaal.

A. elke aanbeveling is gekoppeld aan een tekst/paragraaf met wetenschappelijke onderbouwing
en/of een referentielijst

B. De gebruikte zoekmachine (bv pubmed) is vermeld
C. De methode van onderzoek is beschreven ofzo, bv delpi methode



8. Oude wikimed over waarom richtlijnen goed zijn ofz?

A. Omdat je level van evidence kan nakijken

B. Omdat je dit op elke patient kan toepassen



9. Zon tabel over cognitieve therapie vs placebo bij angststoornissen. Wat klopt niet?
A. CBT werkt niet bij angststoornissen

B. De resultaten zijn niet statistisch significant

C. De aantallen zijn te klein om hier een conclusie uit te trekken



10. Je wou meta analyse doen ofz iets met heterogeniteit. Wat ga je eerst na?

a. Populatie, interventie en outcome

b. P waarde voor heterogeniteit berekenen om te besluiten of fixed effects of random effects
model gaat gebruiken

c. Subgroep analyse op basis van leeftijd en andere kenmerken


11. over sensitiviteit / specificiteit van Covid testen in Aruba en Utrecht. Wat is niet correct?

,a. De specificiteit in Utrecht is 100%

b. De specificiteit in Aruba is 100%

c. De totale sensitiviteit, onafhankellijk van de cut-offwaarde, in Aruba is 98%

d. De totale sensitiviteit, onafhankelijk van de cut-offwaarde, in Utrecht is 72%



12. met sens / spec / ppv / npv van covid-testen. Welke is de beste test om COVID-19 uit te sluiten?
Was tabel me 5 testen en dan gwn kijken welke hoogste sens had

a. NSE ? → hoogste sensitiviteit

13. SR naar het effect van cannabinoïden vs placebo op de vermindering van pijn: wat is het meest
correct?

a. Een studie had te kleine aantallen en dus te groot BI ( stonden zo bi van 4 studies in forest plot
lama da was bij exerbaties) om statistische uitspraken te doen

b. Door te grote heterogeniteit kan er geen besluit genomen worden Placebo geeft een significante
daling van pijn

c. Cannabis geeft een daling van pijn (hier stond niet significant bij)

14. Pt wil astma exacerbaties onder controle krijgen maar medicatie heeft bijwerkingen: wil absoluut
zeker zijn dat exacerbaties zullen verminderen. Wat zeg je tegen de pt? Wat was antw hier

a. …mab zorgt voor een significante afname van exacerbaties denk deze er was wel heterogeniteit
denk ik, dus weet niet of je dat mocht concluderen ja was ook aan het twijfelen

b. … mab zorgt voor een significante toename van exacerbaties



15. Wat is dit?




a. ROC-curve

b. Funnel plot

, 16. over een studie met inclusiecriteria >65j en vg van cardiovasculaire ziekte (bv infarct oa.) en
exclusiecriteria diabetesdiagnose, NYHA IV, en andere dingen. Welke patiënt komt in aanmerking voor
de studie?

a. Man van 68j zonder diabetes

b. Man van 68j zonder diabetes een hartinfarct 1j geleden

c. Man van 68j met diabetes en een hartinfarct 1j geleden

d. Man van 68j zonder diabetes, met een hartinfarct 1j geleden en NYHA IV



17. Studie over interviewers bij borstkanker. Cases kwamen uit het kankerregister, controls waren
mensen uit de buurt van de interviewers. Men zag dat interviewers de cases gemiddeld 20 min langer
bevroegen. Van welke bias is hier sprake?

a. Information bias

b. Selectie bias

c. Allocation bias

18. over een onderzoek ging over verschillende soorten dieet, had groep calorie deficit had groep
intermittent fasting en dan nogiets (logisch da ni blind was) waarbij er gestratifieerde randomisatie was
volgens leeftijd, BMI, … in 1:1:1. Elke groep kwam om dezelfde tijd trg onder controle. Wat kan je
zeker besluiten ?
a. De studie is niet geblindeerd

b. De studie is niet geblindeerd en de methode van randomisatie is niet betrouwbaar

c. Studie is niet geblindeerd, er is risico op allocation bias en de methode van randomisatie is niet
betrouwbaar



19. Er wordt onderzoek gedaan waarbij ze participanten opdelen in een groep die een CV aandoening
heeft en een groep zonder, en daarna wordt er een vragenlijst over hun rookgedrag verstuurd. Wat
voor soort studie is dit? (Stond een schets bij)

a. Case control studie

b. Restrospectieve cohort

c. Prospectieve cohort



20. over CT voor diagnose van blaaskanker bij 370 personen. 170 personen werden gediagnosticeerd
dmv biopsie. CT kon 150 diagnosticeren echt diagnostiseren. Er waren 17 vals positieve resultaten.
Wat is PPV?
A. 150/167

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hypertahrio14. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R196,89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R196,89
  • (0)
  Buy now