Dit is een volledige samenvatting van alle lessen (dus ook gastcolleges) voor het korfvak vrijheid, burgerschap en democratie. Alle lessen werden gevolgd en het boek 'Burgerschap' van Patrick Loobuyck had ik ook gelezen (uitgebreidere uitleg voor sommige onderdelen). Ik heb 18/20 door het bestuder...
Les 1: De liberale vrijheidsopvatting van Isaiah Berlin
Inleiding
In deze cursus -> gekeken naar burgerschap vanuit de politieke filosofie = studie die zich
bezighoudt met het bestuderen van de mens als burger, de politiek filosoof denkt na over
hoe de samenleving idealiter zou moeten functioneren
Aristoteles:
- Formuleerde het belangrijkste uitgangspunt van de politieke filosofie: de mens is een
politiek dier
- Verschil tussen ‘sociaal’ en ‘politiek’:
• Mensen zijn sociale dieren: mensen zijn geen solitaire wezens; ze zijn
aangewezen op het samenleven met andere soortgenoten om te kunnen
(over)leven.
• Mensen zijn echter die sociale dieren die, anders dan andere sociale dieren,
hun sociale leven (of samenleving) politiek organiseren en vormgeven.
Verschil tussen ‘de politiek’ en ‘het politieke’:
• De politiek staat voor het raamwerk van de menselijke samenleving, voor de
orde die de sociale interactie faciliteert (regels, wetten, instellingen, inrichting
van de publieke ruimte, …).
• Het politieke staat voor de politieke interactie (dialoog, strijd) tussen mensen.
De inzet van die interactie is de legitimatie van de politiek. Het gaat hierbij
over vragen zoals: welke doelen moet de politieke organisatie van een
samenleving primair nastreven?
➔ De politiek is dus de organisatorische structuur vb. de wetten en regels
➔ Het politieke is de politieke activiteit op zich
Vrijheid:
- Sinds het ontstaan van de Griekse stadstaten vanaf de zesde eeuw vC geldt de
vrijheid van mensen als een van de meest fundamentele waarden die primair
beschermd moeten worden.
- Ook vandaag is vrijheid nog steeds een van de belangrijkste criteria om staatsvormen
op hun deugdelijkheid te beoordelen.
- Vrijheid is de raison d’être, de bestaansreden van de politiek: mensen (willen) leven
in politiek georganiseerde samenlevingen omdat en voor zover zij vrije wezens zijn.
De waarde die gehecht wordt aan vrijheid en de band tussen vrijheid en politiek kunnen we
zien als we kijken naar de Griekse polis (=stadstaat):
- Grieken zagen zichzelf als stichters en inwoners van hun polis en daarom waren zij
vrij
- Zij beschouwden zichzelf met andere woorden als vrij omdat en voor zover zij hun
samenleving politiek organiseerden, terwijl ze naar andere volkeren keken als
gemeenschappen van slaven die leefden onder tirannen.
, - Dus volgens Grieken -> samenleving zelf politiek kunnen organiseren = vrij zijn
Belang van vrijheid volgens Immanuel Kant:
- Voor hem: vrijheid = vrijheid het enige oorspronkelijke recht van een mens voor
zover hij mens is
- Hij zag het als het meest fundamentele recht van de mens
- Vrijheid vormt bij Kant de kern van de menselijke waardigheid:
Dit houdt voor Kant ook een soort moraliteit in, de mens mag nooit als gewoon een
middel worden gezien maar moet zelfs beschouwd worden als doel op zich
- Zijn principe vormde de basis voor de Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens
Wat houdt vrijheid in?
- Vrijheid is een essentially contested concept
- We kunnen erover discussiëren met perfect plausibele en respectabele argumenten
- Maar het kan nooit leiden tot een (af)sluitende definitie die op de instemming van
iedereen kan rekenen
- Er is geen antwoord op wat het begrip vrijheid inhoudt
- Er zijn alleen maar opvattingen over
In deze cursus kijken we naar twee opvattingen over vrijheid: de liberale en republikeinse
Isaiah Berlin en de liberale opvatting van vrijheid
Situering
- Politiek filosoof en historicus Isaiah Berlin
- Belangrijkste werk: ‘Two concepts of Liberty’
- Ideeën vergelijkbaar met John Stuart Mill en zijn tekst ‘Liberty’
- Twee belangrijke begrippen die hij besprak waren negatieve vrijheid en positieve
vrijheid
Negatieve vrijheid = kunnen handelen zonder inmenging van een ander mens of
instantie
Positieve vrijheid = de wens van het individu om meester te zijn over zichzelf
(Korte definities, uitgebreide bespreking volgt)
- Idee: om in een politiek georganiseerde samenleving de ruimte te hebben om een
eigen zin- en betekenisvol leven uit te bouwen is negatieve vrijheid nodig
- In samenlevingen waarin positieve vrijheid de leidraad vormt van de politieke
organisatie van het samenleven lopen mensen het risico om van die ruimte beroofd
te worden
- ‘Negatieve vrijheid’ dekt bij Berlin dus een positieve, en ‘positieve vrijheid’ een
negatieve lading
Two concepts of liberty: context waarin het verscheen:
- In periode van de koude oorlog tussen de communistische regimes van het Oostblok
en het ‘vrije Westen’
- Hij wilde de retoriek van de communistische regimes verbreken die stelden dat zij
‘positieve’ vrijheid van hun burgers garandeerden
, - Communisten beweerden dat hun regime de burgers emancipeerde
- Berlin verdedigde met zijn werk dat negatieve vrijheid de ware liberale opvatting is
van vrijheid
Negatieve vrijheid
= kunnen handelen zonder inmenging van een ander mens of instantie
- Je bent onvrij wanneer anderen je verhinderen om te handelen
- Als de inmenging je verhindert tot beneden een bepaald minimum dan is er zelfs
sprake van dwang en wordt je tot slaaf gemaakt
- Dit begrip omvat 3 belangrijke elementen
1. Politieke vrijheid = de mogelijkheid om te doen wat men wil doen
• Je moet volgens Berlin kunnen kiezen uit verschillende opties
• Je mag niet belet worden om te doen wat je wil doen
• Belangrijk: het gaat niet alleen over doen wat je wil maar ook over het feit
dat je alle potentiële keuzes moet krijgen
• Geen enkele obstakels hebben tot mogelijke keuzes
2. Non interference = afwezigheid van inmenging, bemoeienis
• In Berlins opvatting ligt de nadruk op het negatieve, op wat afwezig moet
zijn om te kunnen spreken van vrijheid (vandaar ‘negatieve vrijheid’):
geen bemoeienis, geen inmenging van anderen of van instanties (non-
interference).
• Ik ben alleen vrij wanneer anderen mij niet beletten datgene te doen wat
ik wil doen, wanneer andere mensen mij er niet van weerhouden te
kiezen wat ik wil.
3. Politieke onvrijheid: bemoeienis, dwang en onderdrukking
• Dwang impliceert de doelbewuste tussenkomst van andere mensen in
het gebied waar ik in andere gevallen zou kunnen handelen.
• Je mist politieke vrijheid alleen wanneer je door mensen wordt
verhinderd een doel te bereiken.
• Als je gewoon niet de macht/het vermogen hebt om iets te doen, dan ben
je niet onvrij
• Voorbeeld: niet kunnen winnen in een kampioenschap -> betekent niet
dat je onvrij bent, zolang je maar de mogelijkheid had om mee te doen en
niemand je heeft gehinderd om deel te nemen
• Vanaf dat een andere persoon of instantie, opzettelijk of niet, direct of
indirect een rol speelt -> dan pas is er sprake van dwang
Vrijheidsbeperking en begrenzing van de politieke macht
- Omdat we met anderen samenleven kunnen we echter nooit in absolute zin vrij zijn:
we moeten iets van onze vrijheid opgeven om de rest te behouden.
- Maar tegelijkertijd moeten we een minimum aan persoonlijke vrijheid kunnen
behouden.
- Leidt tot de vraag: Welke vrijheidsbeperking is aanvaardbaar voor een verdediger van
de negatieve vrijheid?
- Berlin formuleerde deze probleemstelling wel en vond dat er een compromis moest
zijn tussen enerzijds negatieve vrijheid en anderzijds een zekere inperking ervan
, - Maar hij gaf geen duidelijk antwoord hoe -> liberale opvatting hanteert daarom het
schadebeginsel van Mill
John Stuart Mill: het schadebeginsel = je vrijheid stopt daar waar het anderen schade
toebrengt
De grenzen van politieke macht:
- Berlin geeft toe dat er een vrijheidsinperking is
- Maar hij benadrukt dat dit niet op een gedwongen manier geïmplementeerd mag
worden
- We kunnen inperking aanvaarden maar niet in naam van een beslissing van een
politieke overheid, alleenheerser etc.
- De vrijheidsinperking komt uit de vestiging van een maatschappij waarin vrijheid
aan een aantal grenzen is gebonden die niemand mag overschrijden
- Het is dus niet iets dat uit een ideaal gedwongen mag worden door iemand met
macht
Rechten en onschendbare regels: 2 belangrijke beginselen voor Berlin die moeten gelden in
een politiek georganiseerde samenleving :
1. Niet macht maar alleen rechten kunnen absoluut gelden
Dit principe onneemt de gezachhebber de mogelijkheid om iets te doen dat
dwingend is
Alle mensen, door welke macht zij ook worden geregeerd, het absolute recht hebben
onmenselijk handelen te weigeren
➔ Onthoud: rechten zijn van enorm belang, niet wie de macht heeft
2. Er zijn grenzen waarbinnen mensen onschendbaar zijn, grenzen die niet
kunstmatig worden getrokken maar het gevolg zijn van regels, die reeds zo lang en
in zo brede kring worden aanvaard, dat de naleving ervan is opgenomen in de
opvatting van wat wij een normaal menselijk wezen vinden
➔ Er gelden bepaalde grenzen die komen uit regels waarvan het absurd zou
zijn moest je die weglaten = ‘onschendbare regels’
➔ Voorbeeld: het recht om een advocaat in te roepen wanneer je wordt
verwacht voor de verdediging van een zaak
Vrijheidsrechten en burgerschap:
- De individuele vrijheid moet dus minimaal gevrijwaard kunnen blijven van
maatschappelijke en politieke inmenging en controle
- Dit principe was van belang bij de formulering van de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens
- Maar in de praktijk: wie geen (of nergens) burgerrechten heeft, geniet niet van
mensenrechten
- Burgerschap is een juridische status die het recht impliceert op het hebben van die
(vrijheids)rechten
- Vrijheidsrechten lijken dus gelinkt te zijn aan al dan niet burger te zijn
- Vb. krijgen vluchtelingen evenveel vrijheid wanneer ze een ander land
binnenkomen?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LaibaJamil19. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R189,93. You're not tied to anything after your purchase.