100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Aantekeningen van hoorcolleges 1 t/m 14 (aangevuld met verplichte literatuur) -Capita Selecta internationaal en Europees belastingrecht R186,80
Add to cart

Summary

Samenvatting Aantekeningen van hoorcolleges 1 t/m 14 (aangevuld met verplichte literatuur) -Capita Selecta internationaal en Europees belastingrecht

1 review
 106 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volwaardige college aantekeningen van alle hoorcolleges CS internationaal en Europees belastingrecht. De aantekeningen zijn aangevuld met het boek.

Preview 6 out of 173  pages

  • No
  • Aantekeningen zijn aangevuld met het boek
  • April 14, 2020
  • 173
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: paulvanschaijck • 4 year ago

avatar-seller
Hoorcolleges 1 t/m 14 - CS Internationaal en Europees recht

HC 1 CS internationaal en Europees belastingrecht

Karakterschets van het vak CS EIBR
 Leukste fiscale vak, tenzij je pas vlak voor het tentamen begint met studeren!
 Sterke relatie tussen EU-recht en IBR
 Vak dat voortbouwt op Grondslagen EIBR
 Paraplukarakter
 Academisch
 Nadruk ligt op zelfstudie
 Systematische aanpak van groot belang
 Sterk in beweging
 Minder uitgekristalliseerd dan andere vakken
 Toenemend van belang
 Invloeden van buitenlandse stelsels
 Lees aandachtig voorwoord in casusboek
 Begin op tijd met studeren!!!!!!!

Verplichte literatuur CS EIBR
 B.J.M. Terra en P.J. Wattel, European Tax Law, Volume 1: General topics and
direct taxtion, FED Fiscale Studieserie, 7e druk, 2018
 C. van Raad, Cursusbelastingrecht (Internationaal Belastingrecht),
studenteneditie 2018-2019
 Pocket belastingwetten, 2019
 Teksten Internationaal belastingrecht, 2018-2019
 Teksten Europees belastingrecht 2018-2019
 Reader Capita Selecta Europees en Internationaal Belastingrecht 2018- 2019
(https://start.esize.nl/launchpad/nl/domain/TiU/main)
 Casusboek Capita Selecta Europees en Internationaal Belastingrecht 2018-
2019 (Blackboard)
 Aanbevolen literatuur:
o Pieter Jan Kuijper a.o., The Law of the European Union, KLI
o I.J.J. Burgers e.a., Wegwijs in het Internationaal en Europees
Belastingrecht
o A.C.G.A.C. de Graaf e.a., Internationaal Belastingrecht, FED Fiscale
Studieserie

Programma hoorcolleges CS EIBR
 29/01: Opfrissen van fundamenten van EIBR
 05/02: Private pensioenen en soortgelijke uitkeringen
 12/02: Inkomsten uit bijzondere dienstbetrekkingen
 19/02: Transfer pricing 1
 26/02: Transfer pricing 2
 12/03: Staatssteun en belastingen
 16/04: Dividend 1
 16/04: Dividend 2
 30/04: Vervreemdingswinsten op aandelen
 07/05: Rente, vervreemdingswinsten op vorderingen, royalty’s en
vervreemdingswinsten op auteursrechten en dergelijke

,  09/05: Voorkoming van dubbele belasting
 14/05: Belastingverdragen en Europees belastingrecht gebaseerd op het
oorsprongsbeginsel als alternatief
 16/05: Gastcollege (datum kan wijzigen, nadere informatie volgt)
 21/05: Enige formeelrechtelijke thema’s en responsie

Hoorcolleges CS EIBR
 Interactie
 Academisch
 Collegetijden
o 08.45 - 09.30 uur / 09.45 - 10.30 uur of
o 12.45 - 13.30 uur / 13.45 - 14.30 uur
o Let op de verschillende intervallen in het rooster!
 Zalen SZ 031, CZ 010, of CZ 120

Tentamen
 Schriftelijk
o Eerste kans: 27 mei 2019 (4 juni vpb, 5/12 juni ob)
o Herkansing: 3 juli 2019
 Verplichte literatuur
 Hoor- en werkcollegestof (inclusief gastcollege!)
 Actualiteiten

,Opfrissen van fundamenten van EIBR
Programma
 Maatschappelijk debat over EIBR
 Juridische beginselen en afbakening van heffingsrechten
 Economisch politieke uitgangspunten
 Basisvragen EIBR
 Gemeenschappelijke doelstelling van belastingverdrag en EU-verdrag
 EU-verdragssubject
 Verbod van discriminatie en belemmering
 Objectieve rechtvaardigingsgronden
 Nationale wet en belastingverdrag in overeenstemming met EU recht
 Gevolgen van strijd van IBR met EU-recht
 Slotopmerkingen over relatie EU-recht en IBR

VPRO’s Tegenlicht: De Tax Free Tour
https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/ kijk/afleveringen/2012-2013/tax-free-
tour.html

Wat is internationaal belastingrecht?
Woonland   werkland
Internationaal belastingrecht ziet op afbakening van heffingsrechten van soevereine
staten. Beide staten stellen dat ze heffingsrecht hebben; werkland en woonland.
Dubbele belasting moet voorkomen worden.

Juridische dubbele belastingheffing: één persoon die op basis van één object, door
twee heffingsbevoegde instanties wordt belast.
Economische dubbele belastingheffing: indien bij twee personen over hetzelfde
object, dan wel bij één persoon over formeel verschillende maar materieel identieke
objecten, wordt geheven door één of twee instanties. Het botsen van beginselen kan
leiden tot juridisch dubbele belastingheffing. Dit wordt opgelost met verdragen en
indien die er niet zijn, op niveau van de staten. Zo kennen we in Nederland het
besluit ter voorkoming van dubbele belastingheffing voor inwoners, indien er geen
verdrag bestaat.

Waarop baseren we dat we als land heffingsrecht hebben? Wat zijn de beginselen
voor afbakening van heffingsrechten?

Kwalitatieve juridische beginselen ter afbakening van heffingsrechten
 Soevereiniteitsbeginsel: elke staat maakt zijn eigen regelgeving als
soevereine staat. Het is altijd relatief dat je soeverein bent; je bent namelijk
pas een staat als andere landen je erkennen. Je kan niet een eigen systeem
hebben zonder rekening te houden met de systemen van andere landen. Het
belastinginstrument wordt ook o.a. gebruikt om andere bedrijven binnen te
halen; vestigingsklimaat bijv. op basis van heffing. Je krijgt hierdoor verschillen
in belastingstelsels, waardoor gaten ontstaan wat leidt tot ofwel dubbele
belasting of geen belasting. Startpunt is dit beginsel.
 Territoirbeginsel: om te voorkomen dat er willekeur komt, moet er wel een
‘bodem’ zijn om te kunnen heffen. Er moet een band zijn met het territoir. Dit is
anders dan het territorialiteitsbeginsel. Er wordt gekeken naar landsgrenzen.

,  Draagkrachtbeginsel: speelt een belangrijke rol bij IB systemen(maar ook vpb
systemen volgens docent). Wat wordt er onder draagkracht verstaan: er is
geen consensus over wat dit precies is. Docent omschrijft het als het
vermogen van de persoon om bij te dragen aan publieke uitgaven en op basis
daarvan wordt er belasting betaald. Vermogen dankzij publieke uitgaven,
vermogen om te consumeren etc.
 Profijtbeginsel  je moet direct profijt hebben van de publieke goederen en
diensten, dan zou heffing terecht zijn. Waaruit kan het profijtbeginsel tot
uitdrukking komen.
o Nationaliteitsbeginsel (4)  art. 2 lid 4 Vpb: naar NL opgerichte vnp
wordt altijd geacht in NL gevestigd te zijn. Art. 2.2 lid 2 IB: een
Nederlandse burger die in Nederland een dienstbetrekking vervult,
wordt geacht in Nederland te wonen.
Er wordt hier gekeken naar je nationaliteit als np of lichaam.
o Incorporatiebeginsel: bijv. vestigingsplaatsfictie; je moet je dan houden
aan Nederlands recht
o Woonplaatsbeginsel (3)  hier is ons systeem op gebaseerd(art. 4
AWR).Er wordt aangesloten bij de plek waar iemand zich min of meer
duurzaam heeft gevestigd. Voor lichamen wordt veelal aangeknoopt bij
de plaats van feitelijke leiding. Bij mensen wordt er gekeken naar de
duurzame band van persoonlijke aard met Nederland; hieraan doet niet
af dat de persoon een even sterke of sterkere band heeft met een
ander land.
o Bronbeginsel (2)  belastingbestanddelen worden dan ter heffing
toegedeeld aan het land op welks territoir en met gebruikmaking van
welks economische faciliteiten het betrokken bestanddeel is ontstaan.
Dit leidt tot een aanvaardbare verdeling van heffingsbevoegdheid
tussen de landen waarmee de inkomsten economisch zijn verbonden.
Het bronbeginsel is lastiger toe te passen dan het woonplaats-
vestigingsplaatsbeginsel. Het is lastiger te bepalen in welk land de
inkomsten economisch hun oorsprong hebben.
o Oorsprongbeginsel (1)  wat is de oorsprong van het vermogen. Het
betreft een uitbreiding/specificatie van het bronbeginsel.
o Functionaliteitbeginsel  aanvullend beginsel van territorialiteit, waarbij
internationale organisaties een rol spelen. Instanties zoals de EU, VN
hebben hun eigen heffingen. Zij worden als organisatie gezien die
onafhankelijk kan opereren.

Draagkrachtbeginsel-tijdlijn

Overdracht van niet-
Productie Consumptie van geconsumeerde
vermogen Bezit van vermogen vermogen vermogen

,Inkomensbelastingen Vermogensbelasting Consumptiebelastingen Schenkings- en
(IB, LB, VPB) (BTW, Milieubelastingen, erfbelastingen
sales and use tax)


Wij koppelen draagkracht aan het subject, aan een persoon. Die natuurlijke persoon
heeft bezittingen en schulden. Dat heeft een juridisch persoon ook, daarom is docent
van mening dat de vpb ook geheven wordt o.b.v. vermogen.
– Als je vermogen creëert, inkomen genereert, dan neemt je draagkracht en
vermogen toe. Het land waarin je het inkomen verdient, daar maak je gebruik
van de publieke goederen en diensten en heb je direct profijt van de overheid.
Mag je dan ook iets vragen om bij te dragen? Ja, vanuit het
draagkrachtbeginsel want je verdient daar het vermogen en hebt profijt.
– Mag je ook wat vragen om draagkracht te onderhouden? Ja, volgens docent
wel door een soort vermogenswinstbelasting(box 3). Je maakt gebruikt van
publieke goederen en diensten om je draagkracht in stand te kunnen houden,
bijv. wegen en dijken.
– Ook als je kijkt naar waar je consumeert, gebruikt maakt van omgeving,
publieke goederen, om te mogen en kunnen consumeren; heffing is dan ook
terecht.
– Ook als je overlijdt dan kan je zien wat je draagkracht is geweest en kun je
ook erf- en schenkbelasting verschuldigd zijn, want je draagkracht is
groot/klein.


Zolang wij zoveel verschillende staten hebben waar je draagkracht gecreëerd wordt,
maar je bezittingen ergens anders hebt en ergens anders consumeert; moet je
daarmee rekening houden? Moet je een evenwichtige heffing creëren ten aanzien
van die staten? Inmiddels wel. Houd deze lijn in de gaten.

Oorsprongbeginsel  kwalitatief
 Toedeling van belastingjurisdictie omdat inkomen binnen het territoir van een
staat is gecreëerd 
o Vergelijk uitgangspunt van OECD (2015), Explanatory Statement,
OECD/G20 Base Erosion and Profit Shifting Project, OECD: “ensure
that profits are taxed where economic activities take place and value is
created”
 Alleen natuurlijke personen kunnen inkomen creëren
o Oorsprong van inkomen: activiteit door een individu die het intellectuele
element aan dingen toevoegt  dat creëert de toegevoegde waarde.
Je moet het geld niet volgen, je moet de mensen volgen en dan kan je
zien waar de toegevoegde waarde wordt gecreëerd. Het is bij Apple
bijv. Sillicon Valley. De klant is niet degene die de toegevoegde waarde
creëert bij het kopen van een telefoon, die voegt niks toe; alleen van
belang bij consumptiebelastingen. Maar het intellectuele element wordt
door de producent aangebracht.

,  Belastingjurisdictie voor staat waarin substantiële inkomensproducerende
activiteit wordt of is uitgevoerd  zoeken naar de mensen. Je dient daar dan
niet 1 dag als persoon te zijn, maar het moet wel substantieel zijn.
 Substantieel: activiteit vormt essentieel en belangrijk onderdeel van activiteit
als geheel
 Economische locatie vermogen: staat die juridische/fysieke infrastructuur
verschaft voor totstandbrenging en instandhouding

Het gekke is dat wij ons IB baseren op woonplaats. Maar eigenlijk is de woonplaats
er niet vaak voor om draagkracht te creëren, maar juist om te consumeren, bijv. door
huur te betalen. Van belang is om ons af te vragen waar wij draagkracht creëren;
waar is dat? Dat heeft OESO niet gedaan om te definiëren waar wij draagkracht
creëren. Uitgabgspunt is dat alleen natuurlijke personen inkomen creëren. De
ondernemer moet wat met geld doen; je moet geld investeren, dan heb je rente die je
moet betalen en vervolgens alles wat overblijft is winst.

Kwantitatieve juridische beginselen ter afbakening van heffingsrechten
 Universaliteitsbeginsel
o Belastingheffing naar wereldinkomen/vermogen
o Nauwer verbonden met
– Nationaliteitsbeginsel
– Woonplaatsbeginsel
 Territorialiteitsbeginsel
o Belastingheffing naar inkomen verdiend/vermogen gelegen in
desbetreffende staat
o Nauwer verbonden met
– Bronbeginsel
– Oorsprongbeginsel
– Profijtbeginsel
– Draagkrachtbeginsel

Over hoeveel zou je dan mogen heffen?

Economische politieke uitgangspunten
 Toename wereldwijde welvaart
 Efficiënte allocatie van productiefactoren arbeid en kapitaal
o Allocatie van productiefactoren waar zij de meeste opbrengst opleveren
 Belastingneutraliteit
o Belastingen dienen geen, althans zo min mogelijk, invloed te hebben
op een efficiënte allocatie van productiefactoren

Eerst economisch keuzes, vervolgens leveren de juristen het instrumentarium.
Economische keuzes hebben des gevolgen voor juridisch systeem.

Economische politieke uitgangspunten
 Kapitaal (en arbeid) exportneutraliteit (K(A)EN):
Een genieter van inkomen dient hetzelfde totaal bedrag aan
(binnenlandse en buitenlandse) belasting te betalen ongeacht of hij een
bepaald arbeids- of vermogensinkomen uit buitenlandse of binnenlandse
bronnen geniet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gs21. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R186,80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R186,80  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added