Dit document bevat mijn aantekeningen van de hoorcolleges voor het vak Transnational Organized Crime aan de VU van het collegejaar (gegeven door Edward Kleemans). Ook bevat het document beknopte aantekeningen van de live sessies die iedere donderdag op Zoom plaatsvonden. Omdat nog niet alle hoorco...
AANTEKENINGEN TRANSNATIONAL ORGANIZED CRIME
Dit document bevat mijn aantekeningen van de hoorcolleges (in de vorm van online kennisclips) van
het vak Transnational Organized Crime uit collegejaar 2020-2021 (oktober-december) en
aantekeningen van de live zoom-sessies. Zowel alle hoorcolleges als alle zoomsessies zijn verzorgd door
Edward Kleemans (Vrije Universiteit Amsterdam).
Hoorcollege 1: Georganiseerde criminaliteit: theoretische
perspectieven
Theoretische perspectieven zijn belangrijk, omdat ze onze blik op de werkelijkheid bepalen. Onze
waarneming is theorie-gestuurd. Vanuit een bepaald perspectief neem je de werkelijkheid anders
waar dan vanuit een ander perspectief. Bepaalde fenomenen zijn al beschreven in de literatuur en
kunnen daardoor een grote invloed hebben op een bepaald theoretisch perspectief. Bij verschillende
fenomenen passen verschillende perspectieven. Dit is belangrijk, want over bepaalde fenomenen is
weinig geschreven, dus is het perspectief dat je pakt belangrijk voor wat je ziet en wat je niet ziet.
Problemen bij het bestuderen van georganiseerde misdaad:
(1) Het gaat om verborgen verschijnselen. Onderzoekers zijn vaak sterk afhankelijk van politie en
justitiedossiers. Dit maakt dat de politie deels in handen heeft hoe de beeldvorming over
georganiseerde misdaad eruitziet.
(2) Het gaat niet alleen om feiten, maar ook om normen, ideologieën, belangen en emoties. Discussies
over drugshandel gaan niet alleen over de feiten, maar ook bijvoorbeeld over het voor of tegen
legaliseren van drugs zijn. Vaak zit de georganiseerde misdaad precies tussen legaal en illegaal in; de
maatschappelijke normen lopen erover uiteen. Discussies over de activiteiten gaan dus ook over
normen en dergelijke. Het gaat vaak over de discussie: vormen ze een bedreiging voor de rechtstaat
en welke middelen moet het systeem hebben om in te grijpen? Vaak zijn dit verregaande middelen.
Er wordt veel over gediscussieerd of dit wel goed is.
Discussies over de ernst en dreiging van georganiseerde misdaad hangen vaak direct samen met de
discussie over wat politie en justitie nodig hebben om de misdaad te bestrijden. Dit kan gaan om hele
ingrijpende opsporingsbevoegdheden of het vaker mogen inzetten daarvan.
• Afluisteren (wordt in NL vaak gebruikt en is gemakkelijk in te zetten. Andere landen kennen meer
barrières).
• Undercovermethoden (= het inzetten van burgers of criminelen om op die manier informatie te
vergaren over andere criminelen).
• Informanten (wordt veel ingezet, maar er bestaat veel discussie over).
• Immuniteit en kroongetuigen (ligt in NL erg ingewikkeld).
• Getuigenbescherming (= als mensen meewerken met politie en justitie, dan worden zij vaak
bedreigd en moeten zij beschermd worden. Daarmee worden zij soms ook ingeperkt in hun
vrijheden, wat het een lastige bevoegdheid maakt).
• Afpakken van wederrechtelijk verkregen voordeel (normaal kan dat niet zomaar, in bepaalde
gevallen kun je wel zaken afnemen wat met misdaad verkregen is).
• Strafrechtelijke, financiële en bestuurlijke aanpak.
1
,Theorieën worden ontwikkeld om bepaalde verschijnselen te verklaren. Als we naar verschillende
perspectieven kijken die een rol spelen in de georganiseerde misdaad, dan zijn die vaak gekoppeld aan
fenomenen (die heel erg op de voorgrond hebben gestaan). De theorie probeert dan juist die
fenomenen te verklaren.
Er zijn zes belangrijke perspectieven, waaronder:
(1) Het alien conspiracy perspectief. Dit is het beeld dat de georganiseerde misdaad niet een
probleem is van de samenleving zelf, maar dat het een probleem is dat is geïmporteerd vanuit het
buitenland. Tot in de jaren ’80 heeft dit in de VS de discussie over de georganiseerde misdaad
gedomineerd. Georganiseerde misdaad werd daar gezien als een probleem dat uit Italië werd
geïmporteerd, wanneer de Italianen naar Amerika kwamen en in de grote steden gingen wonen en
werken. Het probleem wordt toegeschreven aan een bepaalde etnische groep.
(2) Het bureaucratie model. Dit model wordt vaak gekoppeld aan het alien conspiracy perspectief. De
georganiseerde misdaad is op een bepaalde manier georganiseerd (sloeg ook op de Italiaans-
Amerikaanse maffia families). Bureaucratische organisatievormen ontstaan. Dit beeld over
georganiseerde misdaad is een Amerikaanse uitvinding. Vooral in de jaren ’50-’60 is het heel populair
geworden.
In Nederlandse discussies zien we dit perspectief ook terug, bijvoorbeeld met de val van de
muur tussen West- en Oost-Europa: komt de Russische georganiseerde misdaad nu niet naar
Nederland? Het duurt een tijd voordat mensen voet aan de grond krijgen in een ander land waardoor
ze bepaalde activiteiten kunnen verrichten; politieonderzoek zwakte dit beeld dus sterk af.
Soms wordt het perspectief gekoppeld aan het bureaucratie model van Cressey. Het onderstaande
bureaucratische model is geïnspireerd op de Italiaanse-Amerikaanse maffia. Cressey vergelijkt de
structuur van georganiseerde misdaad met een formeel organisatie model (alsof het een gewone
organisatie is met een baas, onderbaas en soldaten etc.). Er is sprake van een hiërarchie, er zijn
bepaalde taken en als je je daar niet aanhoudt dan worden er sancties uitgedeeld.
Op dit maffiamodel is ook veel kritiek gekomen. Dit kwam erop neer dat onderzoekers zeiden,
als wij kijken naar de data, dan blijkt dat de organisaties er helemaal niet zo georganiseerd uit zien als
het bureaucratie model zegt.
(3) Het economische perspectief/illegale organisatie theorie. Reuter: de criminele organisaties
hebben veel minder macht dan men dacht en het zijn in feite illegale ondernemers. Criminele
ondernemers zijn individuen die kosten en baten afwegen, net als gewone ondernemers. Reuter zegt
dat illegale ondernemers niet opereren op een normale markt. Deze illegaliteit creëert allerlei
problemen en zorgen ervoor dat die organisaties helemaal niet zo groot kunnen worden. De illegale
wereld is een hele onveilige wereld waarin de mechanismen ontbreken die ervoor zorgen dat we
elkaar kunnen vertrouwen. De problemen van die illegaliteit zijn de volgende:
• Je kunt geen contracten afsluiten. Je kunt geen officiële transacties uitvoeren en dus zijn er geen
betalingsbewijzen.
• Er is altijd risico op aanhouding, vervolging en gevangenisstraf.
• Goederen kunnen ieder moment in beslag genomen worden.
• Er is geen rechter of mediator die tussenbeide komt bij geschillen.
• Er staan enorme financiële belangen op het spel.
2
,Dit heeft volgens Reuter gevolgen:
• Er zijn weinig prikkels voor het tot stand komen van grote criminele organisaties. Je kunt beter
klein blijven en dingen geheim houden en ondertussen vluchtig samenwerken.
• Small is beautiful: de samenwerkingsverbanden zijn klein en vluchtig (= empheral).
Dit perspectief van Reuter is nog wel erg sterk economisch ingericht: het afwegen van voordelen en
nadelen. Hij gaat ervan uit dat het gaat om rationele actoren die zelf beslissingen nemen. Andere
perspectieven trekken het probleem van de illegaliteit nog verder door. Er is meer nodig dan
economisch voordeel om met elkaar samen te werken, want liegen en bedriegen is aantrekkelijk voor
iedereen en men weet dat. Daarom moet je andere verklaringen vinden voor waarom men dan
samenwerkt en waarom er toch een bepaalde stabiliteit in deze samenwerkingsverbanden zit.
Wat centraal staat in andere perspectieven:
• Een van de stabiele factoren die benadrukt wordt is sociale relaties. Als liegen zo aantrekkelijk is,
dan is het dus moeilijk om met vreemden te opereren. Je ziet dan ook heel vaak dat familie en
vrienden met elkaar samen werken en elkaar introduceren aan anderen. De sociale relaties geven
de stabiliteit aan de samenwerkingsverbanden (een shadow of the past; je kent mensen al en
daardoor kun je makkelijker samenwerken vs. shadow of the future; je weet dat je elkaar in de
toekomst weer tegenkomt, dus is liegen een stuk minder slim om te doen). Reputaties zijn van
belang (je kan één keer iemand bedriegen, maar geen tweede keer).
• In andere perspectieven staat ook de dreiging met geweld centraal. Op het moment dat je
bedreigd wordt, dan speelt dit op de achtergrond een rol bij het handelen van mensen in de
georganiseerde misdaad.
(4) De protectie theorie. Deze theorie is vooral geïnspireerd door de Italiaanse maffia en de activiteit
waarom zij bekend zijn geworden: het vragen van beschermingsgeld. Gambetta (en Varese en
Campana) noemt de voornaamste activiteit van de maffia het bieden van de private beveiliging, die
de Staat niet kan bieden. Ze neemt de taak van de Staat over. Deze theorie geeft een hele specifieke
invulling aan het wie (maffiagroepen) en het wat (bescherming bieden en daar geld voor vragen) van
georganiseerde misdaad:
• Wie: groepen
• Wat: criminele activiteiten
(5) Perspectief van sociale inbedding, sociaal kapitaal en criminele netwerken (sociale relaties)
(ander college).
(6) De situationele benadering (perspectief van logistiek van georganiseerde criminaliteit) (ander
college).
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen twee typen georganiseerde criminaliteit:
1. Handel in illegale goederen en diensten (= trading). Bepaalde goederen zijn illegaal of semi-legaal
en daar valt veel geld aan te verdienen (bv. de productie van drugs of prostitutie). Het verdienmodel
van trading is heel anders dan het verdienmodel van andere typen georganiseerde criminaliteit die
samen worden gevat onder de term racketeering.
3
,2. Racketeering. Dit is het illegaal opereren op legale markten. In bepaalde gevallen kan men greep
krijgen op bepaalde gebieden of markten (denk aan Sicilië). In extreme gevallen kan de maffia zo’n
sterke grip krijgen dat er sprake is van het overnemen van bepaalde overheidsfuncties en dat men
daar vervolgens geld aan verdiend (governing).
De machtspositie van de maffiagroepen wordt direct gekoppeld aan het afwezig zijn van een (goed
functionerende) overheid. Die leegte wordt opgevuld door de maffia. Vaak nemen zij twee
Staatsmonopolies over: (1) gebruik van geweld (= geweldsmonopolie) en (2) belastingheffing
(bescherming en afpersing).
Is veiligheid een publiek goed?
Het werk van Gambetta is sterk beïnvloed door de public choice en de politieke economie (toepassen
van economische theorieën op politieke besluitvorming). Bij publieke goederen is er sprake van non-
rivaliserende consumptie (al het geld dat besteed wordt aan bv. dijken, komt in feite ten goede aan
alle Nederlanders; iedereen wordt beschermd). Je kunt dit moeilijk verkopen op de markt, want
iedereen geniet er van. Heel veel dingen zitten een beetje tussen collectieve goederen en private
goederen in. Het free rider probleem: ook als je niet betaald, profiteer je van bijvoorbeeld defensie.
Er is sprake van niet-uitsluitbaarheid. De overheid moet zorgen voor het heffen van belasting bij alle
Nederlanders om iets te kunnen financieren.
Het verschil tussen private en publieke goederen is een ideaaltype. Veel goederen zitten er tussen in
(bv. de aanleg van wegen; er zijn in Nederland weinig tolwegen, want je kunt mensen moeilijk
uitsluiten van het gebruiken van de weg; we hebben een te dicht bevolkt land met te veel afslagen;
de een profiteert er iets meer van dan de ander).
Veiligheid, is dat een publiek goed? Wie biedt er veiligheid en aan wie? We wonen in Nederland in een
relatief veilig land, daar profiteert iedereen van. Bepaalde vormen van veiligheid kunnen echter ook
heel privaat zijn (private beveiliging is ergens aanwezig). Veiligheid kun je op verschillende niveaus
definiëren als een heel privaat of heel publiek goed.
Er is een sterke vraag naar private veiligheid. Chaos in een land maakt dat mensen willen dat
hun privé spullen veilig zijn. De maffia leverde op een gegeven moment diensten die zorgden voor
veiligheid, in landen waar het niet altijd veilig was. De maffia gebruikte haar positie om veiligheid wel
te bieden en vroegen daarbij om beschermingsgeld. De vraag naar veiligheid wordt door de maffia
voor een deel opgelost, maar mensen moeten er vervolgens wel voor betalen; is dit dan niet een vorm
van afpersing?
Varese en Campana zien een belangrijke functie van de maffia als the selling of private protection. Dit
is een heel ander theoretisch perspectief dan Paoli aanneemt (zie volgend college). Een belangrijk
onderscheid dat ze vaak gebruiken is het verschil tussen trading (geld verdienen door te handelen op
illegale markten) en governing (geld verdienen door de baas te spelen in een bepaalde regio).
Varese kleurt het begrip van maffia heel precies in:
• Het is een bepaald soort groep (de maffia)
• Die zich bezighoudt met governing en protection.
4
, > Maar is die definitie in de huidige tijd niet een soort empty box in de meer ontwikkelde landen? In
bepaalde landen heb je die groepen helemaal niet. In bepaalde landen functioneert de overheid wel
redelijk goed.
Varese maakt een belangrijk onderscheid tussen drie centrale begrippen: (1) transplantatie = maffia
groepen gaan naar andere plekken en proberen daar ook de zaak onder controle te krijgen, governing,
maar dat mislukt vaak en er zijn specifieke condities voor nodig. (2) Functionele diversificatie = delen
van groepen gaan naar andere landen waar ze hele andere activiteiten gaan uitvoeren. (3) Separatie
= de groep staat los van het thuisland.
LIVE SESSIE 1
1. Gambetta en Varese stellen zich de vraag: wat doet georganiseerde misdaad nou? Zij bieden ook veiligheid. De maffia neemt
taken van de overheid over. In situaties waar je niet veilig bent, niet zeker bent van veiligheid van je goederen, dan ontsta at
er een vraag naar veiligheid. Die bescherming wordt niet door de slecht functionerende overheid geleverd, maar door de
maffia. Om dit te begrijpen moet je het verschil kennen tussen private en publieke goederen. Bepaalde taken worden door de
overheid voor iedereen geregeld (publieke goederen = dijken).
Non-rivaliserende consumptie = iedereen profiteert van publieke goederen, ook als je niet betaalt. De overheid is er voor
publieke goederen en heffen daar belasting voor. > Free rider probleem. Zie het als een continuüm: private goederen die je
kunt verkopen aan iemand (bv. een twix) en publieke goederen die ten goede komen van iedereen (bv. veiligheid of defensie).
Publieke goederen zijn non-rivaliserend en private goederen zijn wel rivaliserend (zit wel een grijs gebied tussen).
Niet-uitsluitbaarheid = heeft te maken met hetzelfde fenomeen. Het feit dat het non-rivaliserend is, maakt dat het een publiek
karakter heeft. Je kunt mensen op een bepaald moment ook uitsluiten, maar dit is niet altijd mogelijk. Niet-uitsluitbaarheid
betekent heel simpel dat je iemand niet kunt uitsluiten en non-rivaliserende consumptie gaat om het goed waarvan je iemand
niet kunt uitsluiten; iedereen heeft er plezier van (op het moment dat het veilig is) en het plezier van de ene daarvan neemt
niet af.
2. Sluit het bureaucratische model of het illegal enterprise model beter aan bij de praktijk? > De fenomenen waar je je op
richt, die hangen samen met de theorieën. Sommige auteurs hangen een bepaalde theorie aan (bv. Varese) en houden zich
dan ook bezig met een beperkt deel van georganiseerde misdaad (bij Varese de maffia en protectie). Het bureaucratische
model is eerder de uitzondering dan de regel (er is wel hiërarchie, maar de manier waarop mensen samenwerken is wel wat
flexibeler). Voor een aantal fenomenen kun je zeggen dat het bureaucratie model een deel van de beschrijving van hoe
organisaties functioneren weergeeft. Het illegal enterprise model geeft sterk het gefragmenteerde beeld van georganiseerde
misdaad weer. Dat organisaties heel klein en vluchtig zijn, is ook maar voor een deel waar (soms kunnen organisaties echt veel
groter worden). Het is niet helemaal duidelijk te zeggen welk model nu beter aansluit bij de praktijk.
3. Racketeering = het illegaal opereren op legale markten, vooral door middel van afpersing en bedreiging (afpersing = racket).
Denk bijvoorbeeld aan het hebben van zo’n sterke positie, dat de maffia hun machtspositie kunnen gebruiken om geld te
verdienen aan simpelweg bouwprojecten (en dat andere organisaties daarbij worden uitgesloten). Je hebt de machtspositie
ergens en door illegaal te opereren op legale markten verdien je je geld. Dit staat tegenover een andere vorm van
georganiseerde criminaliteit: het handelen in illegale goederen (opereren op illegale markten). Dit is een heel open begrip, in
sommige landen is prostitutie bijvoorbeeld illegaal, maar in sommigen niet. Georganiseerde misdaad kan vaak op deze ‘grijze
gebied’ markten veel geld verdienen.
4. De protectietheorie begint met een bepaalde vraag: de vraag naar bescherming (dit komt omdat er geen veiligheid is). Als
de veiligheid er is, neem je de mogelijkheid voor de maffiagroepen weg. Als gelegenheden veel minder zijn en mensen zich
makkelijk kunnen onttrekken aan de invloed van de maffia, daar kunnen ze geen poot aan de grond krijgen. Zie de
protectietheorie wel als een aparte theorie en niet als een verlengde van de Situational Approach theorie.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminoloog98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R97,03. You're not tied to anything after your purchase.