Diervoeding hond en kat
Wat moet je kunnen?
- Begrijpen hoe en waar voedsel wordt verteerd bij de hond en de kat
- Basiskennis hebben over voedingsbehoeften van honden en katten
- In staat zijn de belangrijkste voedingsaspecten aan te geven naargelang
diersoort/leeftijd/gewicht
- Kritisch kunnen nadenken over commerciële voeders, BARF, “internet = niet altijd
waarheid!”
- Labelsop petfood kunnen interpreteren en beoordelen naar kwaliteit
- Kunnen berekenen hoeveel je aan je hond/kat dagelijks mag voederen
- Werking van veterinaire diëten bij bepaalde ziektes begrijpen (zie volgend jaar bij
keuzevak management van de dierenartsenpraktijk)
1 Voedingsstoffen
1.1 Inleiding
- Voedingsstoffen of nutriënten =
o Organische moleculen of minerale elementen
o Vormen de samenstelling van voedingsmiddelen
o Onmisbaar zijn voor functioneren v/h lichaam
- Geleverd door ingrediënten
- Verhouding is belangrijk
1.1.1 4 doelen van voeding
- Opbouwen en onderhouden van het lichaam
- Het lichaam voorzien van energie
o KHD 15
o Eiwitten 15
o Vetten (meeste) 36
- Voorkomen van ziekten
- Genezen
1.1.4 Behoefte = individueel (ras, leeftijd, …)
- Ook afhankelijk van:
o Gewoonte
o Geur
▪ Warm voedsel betere geur
o Vochtig voer
1.2 Water
- 10% verliezen → ziekte
- 15% verliezen → dood
- Water is:
o Betrokken bij thermoregulatie
o Rol in vertering
o Transport afvalstoffen
o Schokabsorberend + smeermiddel
- Geen energetische waarde
1.2.1 Bronnen
- Vrij drinkwater
o Kwantitatief
o Kwalitatief
- Gebonden water (voeding)
o Kwalitatief
- Metabolisch water
o Oxidatiereacties (KH, vetten, …)
- Water bij weefselafbraak (bij negatieve E-balans) → niet voordelig
2
,1.2.2 Behoefte
- Dagelijks +/- 50 ml (boven 100 ml = pathologisch)
- Afhankelijk van:
o Dier:
▪ Leeftijd (hoe jonger, hoe meer)
▪ Grootte (hoe kleiner, hoe meer)
▪ Fysiologische toestand
▪ Diersoort (vogels minder dan zoogdieren)
▪ Gezondheidstoestand (koorts meer, …)
o Voeder: droge stof, mineralen, eiwit
o Omgeving: bij hoge temperatuur, lage vochtigheid, meer nodig
1.3 Koolhydraten
- % fractie kennen
1.4 Eiwitten
- Niet-essentiële AZ (kunnen zelf aangemaakt worden)
- Essentiële AZ
o Kat → Arginine
o Hond 10
o Kat 11 (= + taurine) → kat heeft meer eiwit nodig
- Taurine:
o Voor synthese van galzouten door lever
o Bescherming celmembraan
o Transport calcium
o Vooral in vlees
, 1.4.1.4 Allergenen
- Vooral bij eiwitten
- Symptomen:
o Jeuk
o Oorontsteking, wasachtig
o Braken
o Roodheid
o Diarree
- Diagnose:
o Eliminatiedieet (anallergenic) → beter dan hypoallergeen (gewoon weinig)
1.4.2 Vetten
- Verzadigd (harde vetten)
- Onverzadigd (olie)
- 2 vormen:
o Enkelvoudige lipiden
o Geconjugeerde lipiden (fosfolipiden, lipoproteïnen)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannecoorevits. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R137,94. You're not tied to anything after your purchase.