Hoofdstuk 2
Hoe kan het lezen van voedseletiketten helpen het dieet te verbeteren: 1973 FSA stelde
regelgeving etiketten op voedingsmiddelen. 1990 Amerikaanse congres keurde wet goed dat
specificeert welke voedingsmiddelen voedseletiket vereisen, gedetailleerde beschrijving die
op etiket moet staan.
5 componenten die vereist zijn op voedseletiketten:
- Identiteitsverklaring: algemene naam van het product, wat is het
- Netto-inhoud van verpakking: hoeveelheid voedingsproduct in gehele verpakking
vermeld als gewicht, volume (ml, l) of aantal stuks
- Ingrediëntenlijst: in gebruikelijke naam in afnemende volgorde van gewicht, eerst
genoemde product zit er het meest in
- Naam en adres van voedselproducent/distributeur: om in contact te komen met de
producent ivm meer gedetailleerde informatie willen over voedingsmiddel of een
klacht melden
- Voedingsinformatie: voedingswaarde tabel
Gebruik het voedingswaarde tabel om voedingsmiddelen te evalueren en vergelijken:
- Portiegrootte en porties per verpakking: beschrijft portiegrootte in gebruikelijke
huishoudelijke maat (kopje) metrische maat (gram) en hoeveelheid porties in
verpakking. Belangrijk om rekening te houden met hoeveelheid die je eet bij bepalen
van hoeveelheid voedingsstoffen die dit voedsel bijdraagt aan werkelijke dieet.
- Calorieën per portie: totale aantal calorieën in grote letters. Grammen vet,
koolhydraten en eiwitten per portie worden apart aangegeven zodat je de calorie
informatie voor macronutriënten kunt berekenen. Hoeveelheid toegevoegde suikers
staan er tegenwoordig op om mensen te helpen verminderen van consumptie
voedingsmiddelen met toegevoegde suikers maar ook aan te moedigen toegevoegde
suikers te beperken
- Percentage dagelijkse waarden (%ADH): hoeveel draagt een portie bij aan de totale
inname van aangegeven voedingsstof. Bijv. 1gr vet is 5% van totale dagelijkse
aanbevolen hoeveelheid verzadigd vet. Bij definiëren van percentage ADH zijn
berekend op dictaat van 2000kcal/dag. Zelfs wanneer je die 2000kcal niet
consumeert kun je de % ADH gebruiken om uit te zoeken of voedingsmiddel
bepaalde voedingsstof hoog of laag bevat. <5% ADH voedingsstof = laag in
voedingsstof, >20% ADH=hoog in voedingsstof.
- Voetnoot: onderste deel van tabel geeft eenvoudige definitie van % ADH, gebaseerd
op 2000kcal
Voedingsetiketten kunnen verscheidenheid aan claims weergeven: ‘dit voedingsmiddel heeft
laag natriumgehalte’ of ‘dit voedingsmiddel maakt deel uit van een dieet dat gezond is voor
het hart’, dit kan je ertoe aanzetten het voedingsmiddel te kopen, zonder dat je weet of het
klopt.
Goedgekeurde voedingsclaims (voedingscentrum)
Lage energetische waarde: product heeft minder dan 40kcal per 100gr of 20kcal per 100ml,
zoetjes 4kcal/portie
Verlaagde energetische waarde: product bevat 30% minder energie, vermeld staan welke
eigenschap product energie verlagend maakt
Bevat weinig energie: energetische waarde van product is max 4kcal/100ml, zoetjes max
0,4kcal/portie
Vetarm: vetgehalte is max 3gr/100gr of 1,5gr/100ml, halfvolle melk 1,8gr/100ml
Vetvrij: vetgehalte max 0,5gr/100gr of 0,5gr/100ml
Arm aan verzadigde vetten: verzadigde vetzuren en transvetzuren in product samen niet
groter dan 1,5gr/100gr en 0,75gr/100ml, max 10% van energie bestaat uit verzadigde
vetzuren en transvetten
Vrij van verzadigde vetten: som van verzadigde vetzuren en transvetten is niet groter dan
0,1gr/100gr of 0,1gr/100ml
,Suikerarm: suikergehalte van product is max 5gr/100gr of 2,5gr/100ml
Suikervrij: suikergehalte van product is max 0,5gr/100gr of 0,5gr/100ml
Zonder toegevoegde suikers: aan product zijn geen suikers/andere zoetstoffen
toegevoegd. Middel dat van nature suikers bevat moet op etiket staan: product bevat van
nature aanwezige suikers
Natriumarm/zoutarm: product bevat max 0,12gr natrium/omgerekende hoeveelheid
zout/100gr of 100ml, geldt niet voor water
Zeer laag natriumgehalte/zoutgehalte: product bevat max 0,04gr natrium/omgerekende
hoeveelheid zout per 100gr of ml
Natriumvrij/zoutloos: product bevat max 0,005gr natrium = 0,0125gr zout per 100gr
Geen natrium/zout toegevoegd: aan product is geen natrium/zout toegevoegd, product
bevat max 0,12gr natrium of omgerekende hoeveelheid zout, per 100gr of ml
Bron van vezels: vezelgehalte van product is min 3gr/100gr of 1,5gr/100kcal
Vezelrijk: vezelgehalte is min 6gr/100gr of 3gr/100kcal
Bron van eiwitten: min 12% van energie bestaat uit eiwitten
Eiwitrijk: min 20% van energie bestaat uit eiwitten
Bron van vitamine/mineraal: product bevat minimale hoeveelheid zoals vastgelegd in
Europese regelgeving
Rijk aan vitamine/mineralen: product bevat tenminste 2x hoeveelheid van onder de ‘bron
van vitamine/mineraal’ bedoelde hoeveelheid
Bevat …: product bevat bepaalde stof die gunstig effect heeft. Voor mineralen/vitamines
moet minimaal bron zijn van
Verhoogd gehalte aan …: product bevat minimaal aanzienlijke hoeveelheid, als vastgelegd
in Europese regelgeving. Gehalte is minimaal 30% hoger dan dat van vergelijkbaar product,
geldt niet voor vitamines/mineralen
Verlaagd gehalte aan …: gehalte van product is minimaal 30% lager dan dat van
vergelijkbaar product, uitzondering zijn vitamines/mineralen
Light/lite: light: gehalte product is 30% lager dan dat van vergelijkbaar product. Op product
moet staan welk aspect light van toepassing is, vaak geldt dit voor energie (kcal), vet, suikers
Van nature/natuurlijk: als product van nature aan sommige voedingsclaims voldoet mag
term ‘van nature/natuurlijk’ gebruikt worden. ‘melk is van nature rijk aan calcium’
Bron van omega-3-vetzuren: gehalte aan omega-3-vetzuren is per 100gr en per 100kcal
min 0,3gr alfa-linoleenzuur (ALA) of min 40mg eicosapentaeenzuur (EPA) en
docosahexaeenzuur (DHA)
Rijk aan omega-3-vetzuren: gehalte aan omega-3-vetzuren is per 100gr product en per
100kcal min 0,6gr alfa-linoleenzuur (ALA) of min 80mg eicosapentaeenzuur (EPA) en
docosahexaeenzuur (DHA)
Rijk aan enkelvoudige onverzadigde vetten: min 45% van aanwezige vetzuren komen van
enkelvoudig onverzadigde vetten. Enkelvoudige onverzadigde vetten leveren meer dan 20%
van energie van product.
Rijk aan meervoudige onverzadigde vetten: min 45% van aanwezige vetzuren komen van
meervoudig onverzadigde vetten. Meervoudige onverzadigde vetten leveren meer dan 20%
van energie van product
Rijk aan onverzadigde vetten: min 70% van aanwezige vetzuren komen van onverzadigde
vetten. Onverzadigde vetten leveren meer dan 20% van energie van product
Voedselfabrikanten maken tegenwoordig gezonde voedsel claims voor functionele
voedingsmiddelen: voedingsmiddelen die biologische actieve ingrediënten hebben met de
potentie om gezondheidsvoordelen te bieden die verder gaan dan die van hun energie en
voedingsstoffen. Omvatten volwaardige voedingsmiddelen als noten, haver, bosbessen,
bewerkte voedingsmiddelen: verrijkte voedingsmiddelen: voedingsmiddelen waaraan
nutriënten zijn toegevoegd die oorspronkelijk niet in voedsel voorkwamen, verrijkte
voedingsmiddelen waarin voedingsstoffen die verloren zijn gegaan bij verwerking zijn
vervangen.
,Voorbeelden bewerkte functionele voedingsmiddelen: yoghurt met stammen nuttige
bacteriën, brood verrijkt met foliumzuur. Soms worden gezondheidsbevorderende stoffen in
functionele voeding ontwikkeld door de wijze waarop het dier wordt grootgebracht of gewas
wordt verbouwd te veranderen. Eieren met hoger gehalte aan omega-3-vetzuren zijn
resultaat van voeren van kippen met speciaal dieet. Groenten en fruit kunnen genetisch
worden gemanipuleerd om hogere niveaus van voedingsstoffen te bevatten.
Naast voedings- en gezondheidsclaims kunnen etiketten structuur-functieclaims bevatten:
algemene uitspraken over de impact van een voedingsmiddel op structuur en functie van het
lichaam, ‘bouwt sterkere botten’, ‘verbetert het geheugen’, ‘versterkt immuunsysteem’. Deze
claims kunnen worden gedaan zonder goedkeuring van regelgeving.
Biologisch: ten minste 95% biologisch geproduceerde ingrediënten bevatten, excl water en
zout
Natuurlijk: voedingsmiddel met enige voedings- en gezondheidsvoordelen
Koosjer: alle ingrediënten in voedingsproduct voldoen aan Joodse wetten op koosjer voedsel
en voedsel is gecertificeerd voor orthodoxe koosjere naleving.
Voedingsrichtlijnen van Gezondheidsraad
In dit advies zet de Gezondheidsraad op een rij welke voedingsmiddelen en -patronen leiden
tot gezondheidswinst. Daartoe heeft de raad de wetenschappelijke kennis over de relatie
tussen voeding en chronische ziekten systematisch beoordeeld. Op basis hiervan zijn de
nieuwe Richtlijnen goede voeding geformuleerd:
- Eet volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon conform de
onderstaande richtlijnen
- Eet dagelijks ten minste 200 gram groente en ten minste 200 gram fruit
- Eet dagelijks ten minste 90 gram bruin brood, volkorenbrood of andere
volkorenproducten
- Eet wekelijks peulvruchten
- Eet ten minste 15 gram ongezouten noten per dag
- Neem enkele porties zuivel per dag, waaronder melk of yoghurt
- Eet een keer per week vis, bij voorkeur vette vis
- Drink dagelijks drie koppen thee
- Vervang geraffineerde graanproducten door volkorenproducten
- Vervang boter, harde margarine en bak- en braadvetten door zachte margarine,
vloeibaar bak- en braadvet en plantaardige oliën
- Vervang ongefilterde door gefilterde koffie
- Beperk de consumptie van rood vlees (rund, varken, schaap, geit, paard) en met
name bewerkt vlees
- Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken
- Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag
- Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram per dag
- Het gebruik van voedingsstofsupplementen is niet nodig, behalve voor mensen die tot
een specifieke groep behoren waarvoor een suppletieadvies geldt.
Algemene adviezen bij producten buiten de Schijf van Vijf:
1. Niet te vaak en hou het klein.
2. Let op het verschil tussen wat dagelijks past in een gezond voedingspatroon en
wat maar een enkele keer per week.
3. Eet niet te veel bewerkt vlees. Dit telt mee bij de maximale hoeveelheid totaal
vlees van 500 gram per week.
4. Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken.
5. Drink geen alcohol, of in ieder geval niet meer dan één glas per dag
Andere belangrijke aspecten van verantwoorde voedselkeuze:
Variatie: varieer binnen productgroepen van Schijf van Vijf
- Varieer binnen ‘dagelijkse keuze’ en binnen ‘wekelijkse keuze’ buiten Schijf van Vijf
, Bewaken energiebalans: consumeer weinig producten buiten Schijf van Vijf
- Eet aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen
- Monitor je gewicht, beweeg voldoende, eet niet meer dan je nodig hebt
Omgaan met verleidingen uit omgeving: wees je bewust van voedselomgeving en effect
daarvan op jouw voedselkeuzes
- Bedenk concrete actie hoe om te gaan met ongezonde verleidingen in situaties die je
lastig vindt
Duurzaamheid: eet volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon
- Koop en eet wat je nodig hebt en verspil daarbij zo min mogelijk
- Maak binnen elke productgroep duurzame keuze en let daarbij op keurmerken
Veilig omgaan met voedsel: besteed aandacht aan hygiëne en veiligheid van je eten tijdens
kopen, bewaren en bereiden van voedsel.
Hoofdstuk 4
Waarom hebben we koolhydraten nodig?
Koolhydraten leveren energie voor dagelijkse activiteiten en lichaamsbeweging:
koolhydraten leveren 4kcal/gram. Meeste cellen kunnen indien nodig ook vetten en eiwitten
gebruiken voor energie. Rode bloedcellen kunnen alleen glucose gebruiken en hersenen en
andere zenuwweefsels zijn voornamelijk afhankelijk van glucose: oorzaak moe, prikkelbaar
en trillerig na lange tijd geen koolhydraten
Energie voor dagelijkse activiteit: ADH koolhydraten 40% van voeding moet uit koolhydraten
bestaan per dag. populaire diëten als Paleo, zijn erop gebaseerd dat lichaam voorkeur heeft
voor vetten en eiwitten, beweren dat huidige aanbevelingen voor koolhydraten hoger zijn dan
echt nodig hebben. In werkelijkheid gebruikt het lichaam altijd combinatie van koolhydraten
en vetten om dagelijkse activiteiten van brandstof te voorzien”
- Lichte inspanning: 87,5% vet, 12,5% koolhydraten
- Matige inspanning: 55% vet, 45% koolhydraten
- Hoge inspanning: 33% vet, 67% koolhydraten
Vet is belangrijkste energiebron dat ons lichaam gebruikt in rust en tijdens inspanning met
lage intensiteit: zitten, staan, lopen. Maar zelfs in rust zijn hersencellen en rode bloedcellen
afhankelijk van glucose
Energie voor lichaamsbeweging: zodra we activiteiten uitvoeren waardoor we sneller
ademen en zweten wordt er meer glucose dan vet verbruikt. Vetafbraak is een langzaam
proces dat zuurstof nodig heeft, glucose kan heel snel worden afgebroken met en zonder
zuurstof zeer snel worden afgebroken voor energie, dit is reden wanneer je intensief traint
koolhydraten 65% tot meer dan 90% energie leveren.
Wanneer je lichamelijk actief bent moet je voldoende koolhydraten eten om voldoende
glucose voorziening te hebben voor hersenen en rode bloedcellen en spieren, wanneer je dit
niet doet gaat je lichaam eiwitten en vetten verbranden om energie te krijgen
Koolhydraten sparen eiwitten en voorkomen ketoacidose: wanneer je voeding te weinig
koolhydraten bevat maakt het lichaam glucose uit eiwitten: eiwitten in bloed en weefsels
worden afgebroken tot aminozuren en worden omgezet in glucose: gluconeogenese.
Wanneer dit gebeurt kan lichaam de aminozuren uit die eiwitten niet gebruiken om nieuwe
cellen te maken, weefselschade te herstellen, immuunsysteem ondersteunen. Tijdens
periode van minder eten of diëten met weinig koolhydraten zal het lichaam eerst aminozuren
uit het bloed en daarna van andere weefsels als spieren van het hart, lever en nieren
gebruiken. Langdurig gebruik van aminozuren op deze manier kan ernstige, mogelijk
onomkeerbare, schade aan deze organen veroorzaken.
Ketose: opgeslagen vet wordt afgebroken als alternatieve energiebron bij tekort aan
koolhydraten, ketonen komen vrij. Belangrijk mechanisme voor leveren van energie aan
hersenen tijdens slaap, zware inspanning en andere situaties die glycogeenvoorraden
uitputten. Ketonen zijn zuren, hoge ketonspiegels zorgen ervoor dat bloed erg zuur wordt wat