Weeksamenvatting voedingsleer C-cluster
De student is in staat:
Van een vegetarische, een veganistisch, een ecologisch, een antroposofisch en macrobiotisch
voedingspatroon de achtergronden te benoemen en op hoofdkenmerken (wat betreft de
aankoop en bereiding van voedingsmiddelen) te beschrijven.
Van een vegetarische en een veganistisch voedingspatroon de gezondheidskundige
consequenties te benoemen, te vergelijken met het gebruikelijke Nederlandse
voedingspatroon, te analyseren en – indien wenselijk- voorstellen tot verbetering te motiveren.
met name wat betreft de voorziening van eiwit, vitamine A, vitamine D3, vitamine B12, ijzer en
calcium.
Leerstof:
Voedselconsumptiepeilingen 2007-2010, zie website RIVM.
Stegeman, N. (2013) Voeding bij gezondheid en ziekte:
-Paragrafen 1.1 t/m 1.5 Voedingspatronen
-Hoofdstuk 7 Aminozuren en eiwitten
-Hoofdstuk 9 Vitamines
Gezondheidsraad, Voedingsnormen: energie, eiwitten, vetten en verteerbare koolhydraten.
Den Haag: Gezondheidsraad, 2001; publicatie nr 2001/19: hoofdstuk eiwitten.
Enkele keurmerken, ontleend aan diverse internetsites.
Naslag:
Enkele internetsites over deze onderwerpen:
http://www.skal.com/
http://www.minlnv.nl/biologisch/
http://www.ecomarkt.nl/keurmerk/
http://www.veganisme.non-profit.nl/
http://www.vegetariers.nl/
http://www.voedingscentrum.nl/
Whitney, E. N., en S. R Rolfes, Understanding Nutrition, 8e druk, 1999, Iron, blz. 406 – 414. In
het studielandschap
,Voedingsleer week 1.1: alternatieve voeding
Boek: voeding bij gezondheid en ziekte
Rauw dieet: tekort aan: eiwitten, essentiële vetzuren, B12 (nog meer), ook tekort aan andere
vitamines.
Met kennis over alternatieve voeding kun je als food professional producten ontwikkelen, functional
food ontwikkelen of onderzoek doen naar consumentengedrag.
Voorbeelden van alternatieve voedingsgewoonten zijn:
Vegetarische en veganistische voeding
o Omnivoor: alles eter
o Flexitarier: aantal keer per week geen vlees eten.
o Vegetarisch: geen vlees, (soms wel vis), wel ei en melk. Eten geen producten van dode
dieren.
o Veganistisch: geen vlees, vis, ei en melk. Helemaal geen dierlijke producten of producten
waar dierlijke producten in verwerk zijn.
Keurmerken: reform & Nederlandse vegetariërsbond)
(Vitamine B12, en ijzer tekort. IJzer uit granen is non-heem, waardoor het niet goed
opneembaar is).
o Lacto-ovo-vegetarisch: geen vlees/vis, wel ei en melk
o Lactovegetarisch: geen vlees, vis of ei, wel melk
Biologische/biologisch dynamische voeding
Op een goede manier voeding telen, zonder bestrijdingsmiddelen en goed omgaan met mensen
(geen genetische gemodificeerde hulpmiddelen) = puur natuur.
Is te herkennen aan het EKO of SKAL keurmerk (SKAL is eigenaar en merkhouder van het EKO-
keurmerk).
Kenmerken:
-milieu: geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen
-geen GMO
-geen synthetische geur-, kleur- en smaakstoffen en conserveermiddelen.
Verschil biologische-dynamische versus biologisch:
Biologische dynamische landbouw: weer gezond maken van de bodem. Het is een ruimer begrip.
Houdt ook rekening met de kosmos (semi-wetenschappelijk).
Biologisch: traditioneel gewassen bestand tegen plantenziekte, gemengd bedrijf met landbouw en
veeteelt die elkaar onderling stimuleren en waardoor ook organische mest beschikbaar komt.
Biologisch:
-voldoet aan EU-regels voor biologische landbouw
-Koop je in normale supermarkten of speciale natuurvoedingswinkels.
-Nadeel biologisch: prijs vaak hoger (vooral bij vlees).
-vaak goed voor het dierenwelzijn.
-duurzaamheid (broeikas effect tegengaan)
Macrobiotische voeding (Macrobiotiek)
Het oorsprong uit het verre Oosten. Yin en Yang, plantaardig en dierlijk.
De basis zijn granen (aangevuld met peulvruchten, groenten en zeewier).
Yin: vruchten, rauwe bladgroente, scherp, zoet en zuur smakende producten.
Yang: vlees, vis, zout en bittere producten.
Antroposofische voeding
Meer een filosofie. Visie op de wereld ontwikkeld door Rudolf Steiner (Begin vorige eeuw). ‘de
, mens staat centraal, ook bekend van de vrije scholen’.
Voeding gericht op ontwikkeling zelfbewustzijn. De keuze van voedingsmiddelen is afhankelijk van
de persoonlijke ontwikkeling. De kosmos heeft veel invloed.
Nadruk ligt op plantaardige voeding.
Mens en natuur ingedeeld in vier rijken:
1. Mineralenrijk
2. Plantenrijk
3. Dierenrijk
4. Mensenrijk
Er is een drieledig beeld van natuur en mens:
1. Denken (geest)
2. Voelen (ziel)
3. Willen (lichaam)
Het bedrijft de biologisch dynamische landbouw.
-stimuleren van kosmische krachten bij ontwikkeling plant
-aarde als levend organisme
-om gezonde planten te krijgen moeten de levenskrachten versterkt worden (aarde, water, licht en
vuur).
Keurmerk: Demeter. Het moet voldoen aan alle eisen voor de EKO-keurmerken plus aanvullende
eisen (zie par. 21.5 Mens & voeding)
Duurzame voeding
2009 Nota Duurzaam Voedsel (LNV) stimuleren kiezen verduurzaming.
-Efficiënter gebruik van energie en water.
-minder bestrijdingsmiddelen
-minder antibiotica
-meer seizoenproducten
-minder verspilling
Keurmerken van duurzame voeding:
-fairtrade
-UTZ certified
-Marine stewardship
-ASC
-Rainforest alliance
-Beterleven
Paleo-voeding/oer-voeding
eten als voorouders zo’n 10.000 jaar geleden.
Welvaartsziekten gevolg van niet goed aangepaste genen.
Groente, fruit, paddenstoelen, knollen, vis, schaal- en schelpdieren, vlees, eieren, noten, zaden en
olie (koffie, kwark, yoghurt en boekweit)
Voedingstoestand: hoe is het gesteld met de vegetariër, de macrobioot en de veganist ten opzichte
van de omnivoor?
Voedingsstoffen die vegetariërs en veganisten tekort komen:
IJzer
Calcium (B2)
Vitamine A
Vitamine B12
Vitamine D3: in vet oplosbaar (in boter en margarine)