E-business
Hoofdstuk 1
1.1 E-business, de waardeketen en de supply chain
E-business maakt zakendoen sneller, voordeliger en gemakkelijker, doordat processen zo veel
mogelijk zijn geautomatiseerd en de communicatie direct via het internet verloopt.
e-business: het geheel aan activiteiten van een onderneming (of netwerk van ondernemingen) dat
gebruik maakt van het internet en/of op IP-gebaseerde software.
Internet: het wereldwijde openbare netwerk van computernetwerken. Om computers met elkaar te
laten praten zijn er protocollen nodig (taal). Een vrijwel overal gebruikt protocol is het Internet Protocol
(IP).
Als mensen spreken over internet, bedoelen zij vaak het World Wide Web, maar dit is maar één van
vele toepassingen. Ook de uitwisseling van data voor diensten als e-mail, VoIP en FTP heeft plaats
via internet.
IP-gebaseerde software: andere netwerken voor de uitwisseling van data dan het internet.
E-business: gaat zowel om de voorkant van de organisatie als de achterkant, dit zijn de delen waar de
klant niet mee in aanraking komt. E-business is het geheel aan activiteiten van een onderneming (of
netwerk van ondernemingen) dat gebruik maakt van het internet en/of op IP-gebaseerde software. E-
business heeft betrekking op de hele waardeketen: ook een link met leveranciers.
E-commerce: is het kopen en verkopen van producten en diensten via internet, dus aan de voorkant
van de organisatie. In enge zin omvat e-commerce alleen de elektronische transactie. In brede zin
vallen onder de definitie ook gerelateerde bedrijfsprocessen, zoals distributie, online marketing en
communicatie met de klant. Internet is hierbij niet het
doel, maar het middel om het doel te bereiken. E-
commerce valt onder E-business.
De waardeketen is de keten van activiteiten die
grondstoffen, handelingen en/of informatie omzetten in
een product of dienst voor klanten. Met deze
activiteiten voegt een organisatie waarde toe aan de
goederen, diensten en data die zij heeft ingekocht bij
leveranciers.
De waardeketen bevat:
- Primaire activiteiten: alle activiteiten waarvan
de output direct bijdraagt aan het resultaat voor de klant. →
elk van de primaire en ondersteunende activiteiten kan met
behulp van digitale hulpmiddelen worden ondersteund of
soms zelfs volledig worden uitgevoerd.
- Ondersteunende activiteiten: bijv. human resources
management en technologische ontwikkelingen,
ondersteunen het primaire proces.
Iedere organisatie maakt deel uit van een bedrijfskolom/supply
chain. Via de eigen waardeketen voegen de organisaties iets toe
aan het totale proces.
Supply chain management: het optimaliseren van de processen
waarmee de organisatie de productie van goederen of diensten
plant, materialen van verschillende leveranciers inkoopt, de
producten of diensten produceert en bij de klant brengt en retouren
afhandelt.
1
,E-business impliceert samenwerking tussen leveranciers en de
organisatie in de supply chain, door het digitaal uitwisselen van data.
Om efficiënt en effectief te werken, houden bedrijven zich al heel lang
bezig met het automatiseren van bedrijfsprocessen. Supermarkten
verstuurden voor de introductie van het internet al orders via electronic
data interchange (EDI) aan hun leveranciers. Steeds meer bedrijven
kiezen voor e-business. Dit proces van verandering is versterkt door drie
ontwikkelingen:
1. Organisaties nemen de klant steeds meer als uitgangspunt.
Door de transparantie op het internet wordt de concurrentiedruk
groter. Potentiële klanten kunnen de prijzen en de kwaliteit van
concurrerende producten makkelijk vergelijken. Organisaties
hebben dan twee opties: de laagste prijs bieden of zorgen dat ze
op een andere manier concurrentievoordeel realiseren.
Organisaties worden dus gestimuleerd om de klant als
uitgangspunt te nemen voor het handelen. Er vindt daarom een
omkering plaats van de waardeketen, van push naar pull: organisaties kunnen niet langer met
behulp van communicatie en distributie hun producten naar de consument ‘pushen’, maar
moeten zorgen dat de klanten naar de producten gaan vragen (pull). Doordat organisaties via
internet in direct contact staan met klanten, is het mogelijk de klantwensen meteen in kaart te
brengen en het aanbod zo veel mogelijk te personaliseren. Individuele waardepropositie:
organisaties leggen een aanbod op maat voor dat exact aansluit bij hun situatie en wensen.
2. Bedrijfsprocessen worden steeds vaker uitgevoerd door meerdere organisaties.
Internet heeft de communicatie tussen organisaties vergemakkelijkt. Steeds meer organisaties
kiezen voor outsourcing, dat wil zeggen: het uitbesteden van activiteiten die zij eerst zelf
uitvoerden. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan, omdat een andere organisatie betere kwaliteit kan
leveren of het werk goedkoper kan uitvoeren.
Collaborative commerce: het optimaliseren van waardecreatie door bedrijfsprocessen te
integreren en informatie uit te wisselen met partners via internet.
Waardenetwerk: het gezamenlijke netwerk van partners dat het primaire proces faciliteert.
3. Veranderingen in de markt volgen elkaar in hoog tempo op en bedrijfsprocessen moeten
steeds sneller worden aangepast.
De toegenomen concurrentiedruk en snelle veranderingen in de markt maken flexibiliteit in de
bedrijfsprocessen noodzakelijk. De ontwikkelingen moeten meteen worden opgevangen om
concurrentievoordeel te behouden. E-business biedt hier een oplossing.
1.2 Specifieke aspecten van e-business
Iedere organisatie bevindt zich wat betreft adoptie van de digitalisering ergen op een continuüm
tussen een traditionele organisatie (een bedrijf zonder elektronische data-uitwisseling) en een e-
enterprise.
e-enterprise: alle primaire bedrijfsprocessen zijn zowel intern als extern geïntegreerd.
e-business: de fase die aan de e-enterprise voorafgaat: alle bedrijfsprocessen zijn geautomatiseerd
en er is elektronische gegevensuitwisseling met leveranciers via internetprotocol of IP-gerelateerde
technieken, maar er is nog geen sprake van totale interne of externe integratie.
Fasen van traditionele
organisatie naar e-enterprise:
2
, De zes fasen:
1. Traditionele organisatie: in deze fase verloopt alle communicatie met klanten offline.
2. Online marketingcommunicatie: in deze fase krijgen klanten via de website informatie over de
organisatie en haar producten, maar er is geen interactie.
3. Online verkoop: klanten kunnen via de website orders plaatsen en betalen, het
transactiesysteem is geautomatiseerd.
4. E-commerce: klanten kunnen transacties en wijzigingen daarop geheel via de website
afronden. Zij hebben toegang tot de online klantenservice. Er wordt gebruikgemaakt van een
systeem voor customer relationship management.
5. E-business: in deze fase verloopt de interactie met klanten volledig geautomatiseerd, er is
sprake van automatisering van de primaire bedrijfsprocessen en interne informatiesystemen,
geautomatiseerde data-uitwisseling met leveranciers en integrale data-analyse.
6. E-enterprise: in deze fase zijn alle bedrijfsprocessen geautomatiseerd, er is integratie van het
informatiesysteem met dat van partnerorganisaties, data-analyse vindt plaats op het niveau
van de supply chain.
Twee soorten ontwikkelingen in een organisatie die duiden dat er sprake is van e-business:
- Het gebruiken van elektronische gegevensuitwisseling via internetprotocol of IP-gerelateerde
technieken.
Porter onderscheidt vijf deels overlappende fasen in de inzet van elektronische
gegevensuitwisseling in organisaties:
1. Automatisering van specifieke transacties, zoals orderinvoer.
2. Automatisering van functies binnen een onderneming.
3. Verbinden van de losstaande systemen voor verschillende functies.
4. Integratie in de waardeketen van de organisatie
5. Optimalisatie van processen en activiteiten binnen de supply chain op basis van real-time
informatie.
E-business brengt met zich mee dat er elektronische gegevensuitwisseling plaatsvindt. Voor
de uitwisseling van dat kunnen vijf platformen worden gekozen:
1. Een e-commerce website: voor verkooptransacties.
2. Een customer service website: voor (ondersteunende) dienstverlening.
3. Het intranet: voor communicatie binnen een bedrijf.
4. Het extranet: voor communicatie met partners, in een besloten omgeving.
5. Direct berichtenverkeer met andere (externe) computersystemen.
- Het automatiseren en integreren van bedrijfsprocessen.
Een organisatie kan interne processen optimaliseren, bijvoorbeeld met software voor
enterprise resource planning (ERP). ERP houdt in dat de afdelingen binnen een organisatie
hun administraties en bedrijfsprocessen, zoals financiële administratie, voorraadbeheer en
interne logistiek, met elkaar verbinden. Dit resulteert erin dat iedereen in het bedrijf dezelfde
informatie kan gebruiken.
Pas wanneer de primaire bedrijfsprocessen zijn geautomatiseerd en geïntegreerd en er
bovendien een koppeling is tussen de belangrijkste externe partners via elektronische
netwerken, is er sprake van e-business.
➔ Statische samenwerking: deze is permanent of langdurig.
➔ Semi-dynamische samenwerking: als er periodiek van partner kan worden gewisseld,
omdat contracten bijvoorbeeld aflopen.
➔ Dynamische samenwerking: als de samenwerking wordt aangegaan voor de duur van de
uitvoering van een order.
➔ Ultradynamische samenwerking: als tijdens de order van partner kan worden gewisseld.
1.3 E-business in productie-, retail- en dienstverlenende organisaties
In de waardeketen van Porter ziet het primaire proces er als volgt uit:
3